Over de grenzen van disciplines
1a. Introductie: doelstelling, werkwijze, literatuur en toetsing.
Geschiedenis sociale wetenschappen
Mini-opdracht
1b: Drie filosofische vragen
Mini-opdracht
1c: Kennis waarmaken
Mini-opdracht
1d: De sociale Wetenschappen en hedendaagse debatten
MC-oefenvraag
Doelstellingen:
Onderzoek pijlers ISW
o Filosofische veronderstellingen uitdiepen
o Disciplines en geschiedenis uitdiepen
o Relatie tussen wetenschap en maatschappij
Positionering actuele debatten
Schrijven en argumenteren
Werkvormen:
o 8 hoorcolleges, opgenomen
o 7 werkgroepen, Teams
o Paper, individueel (60% cijfer)
o MC-toets over literatuur
Twee bij elkaar horende deeltentamens
Boek, artikelen, colleges
40% van cijfer
MC mogen elkaar compenseren
In cursus handleiding een schema met wanneer welk artikel gevraagd
wordt
Essay en MC-toets beide minimaal 5.5
Literatuur:
- Ruud Abma: over de grenzen van disciplines
- Verzameling artikelen
,Hoorcollege 1
Deel 1: geschiedenis van sociale wetenschappen
Take nobody’s word for it: alles kritisch, geen gezag, zelf nadenken
- Kennis, methodologisch en gebonden aan instituties (lab, universiteit, etc.)
Wetenschap ontwikkeld in de tweede helft van de 19e eeuw. Toen vonden de eerste
verkenningen plaats van problemen en maatschappij. Wat heb je nodig om een
maatschappij in te richten?
Roots van sociale wetenschappen liggen in natuurkunde, geneeskunde, filosofie,
literatuurwetenschappen, religiewetenschappen. Nu niet meer, maar was wel het begin.
Geschiedenis sociale wetenschappen
Opkomst 19e eeuw:
Politieke economie: beheersing van het collectief.
Psychologie: gebaseerd op natuurwetenschappelijke methode experiment
o Toen vraag, hoe werkt de mens/wetten van de geest?
Antropologie: koloniale situatie, kijken hoe andere samenlevingen leven.
o Begon met hoe is de witte samenleving beter?
Eerste helft van de 20e eeuw: disciplinevorming
Specialisatie: processen van in en uitsluiting
o Methodestrijd
Tweede helft 20e eeuw: verzelfstandiging (na WO2)
Professionalisering
Opkomst toegepaste sociale wetenschappen (klinisch psychologen, managers, etc.)
Democratisering, kritische functie
Begin 21e eeuw:
Verstrengeling wetenschap en maatschappij/politiek (valorisatie: waardebepaling)
o Laten zien dat wetenschap iets biedt aan de samenleving marktplaats
Interdisciplinaire samenwerkingsverbanden
Kennis binnen de universiteiten
Overgang van learning communities communities of practice
- Andere verwachting van studenten: reproduceren, braaf naar zelfstandig toepassen
en een producent van kennis i.p.v. consument van kennis.
Rol van reflexiviteit in de sociale wetenschappen: Het feit dat de mens, cultuur terugpraat
en dat we daar iets mee moeten.
100 jaar sociale wetenschappen
Van kijk Weber (1919) op het ‘beroep wetenschapper’ naar visies nu
Weber:
• Betrouwbare kennis, zuivere methoden, altijd tijdelijk
• Wetenschappelijke onafhankelijkheid, waarheidsvinding
Huidige debat:
• Wetenschappelijke vrijheid vs. externe belangen conflict of interest
• Bureaucratisering van onderwijs en onderzoek
,Samenvatting 1a
Mens en maatschappij is eigen object van kennis.
- Hebben wij hier een eigen meetmethode voor?
- Wat is de waarde van sociale wetenschappelijke kennis
- Hoe vervlochten is onze kennis met ander kennis/zijn we afhankelijk?
Deel 2: drie filosofische vragen
Filosofie gaat over drie kernvragen:
• Ontologie – zijnsleer
• Dualisme vs. Monisme
• Holisme vs. reductionisme
• Epistemologie – kennisleer
• Idealisme
• Realisme
• (Kritisch) Rationalisme
• Relativisme
• Constructivisme
• Methodologie - onderzoeksmethoden
Ontologie- zijnsleer
Waaruit bestaat de sociale wekelijkheid?
1. Monisme of dualisme
o Waaruit bestaat de wereld die wij waarnemen? Zijn er ook dingen die we niet
kunnen aanwijzen, zoals macht of cultuur.
o Bestaan er ‘sociale feiten’ (bijv. macht, of cultuur) onafhankelijk van mensen?
o Waaruit bestaat geld?
o Bestaat er een ‘geest’ die zelfstandig denkt, of is denken het product van
hersenactiviteit?
o Is er zoiets als vrije wil? Waaruit bestaat die, heeft dat te maken met de
geest?
Monisme: er is slechts een substantie met eventueel meerdere verschijningsvormen.
Stoici, Spinoza, Hegel, Marx:
Spinoza: Lichaam en geest verschijningsvormen van dezelfde (goddelijke) substantie,
doen en laten gedetermineerd, geen vrije wil. ‘Mensen zijn zich bewust van hun
verlangens maar onbewust van de oorzaken die hun verlangens aansturen’. Dicht
in de buurt van neurowetenschappen.
Marx: maatschappij resultaat van historisch noodzakelijk proces, wel vrije wil. We
zijn hier niet aan bewust maar we zitten er wel in, kijk naar klassenstrijd.
Neurowetenschappers (Swaab): denken bepaald door electro-chemische processen
in brein, geen vrije wil
Dualisme: lichaam en geest zijn twee fundamenteel verschillende substanties die op elkaar
inwerken of uit elkaar voortkomen.
Decartes, Searl, Chalmers
, Descartes: lichaam is uitgebreid (plek in de ruimte) en deelbaar, geest is niet-
uitgebreid en niet-deelbaar, wisselwerking via de pijnappelklier, mens heeft vrije wil,
kan zelf bepalen over eigen lichaam autonoom
Chalmers: bewustzijn logisch autonoom t.o.v. fysische processen waaruit het
voortkomt. Gat tussen subjectieve ervaring en objectieve processen. ‘Consciousness.
It's what we are and know, since reality doesn't exist for us if we can't experience it.
Yet it's also the most mysterious thing in the cosmos.’
Drukheim: dualisme mens en maatschappij
Social facts: vormen van handelen, denken en voelen die buiten het individu plaatsvinden
en hem/haar beïnvloeden. Social facts oefenen controle uit over het individu, zegt Durkheim
letterlijk. Kan een institutie invloed uitoefenen op jou? Maar hoe gaat dat dan?
2. Reductionisme of holisme
a. Kan je het een terugbrengen tot het ander?
b. Eenheid analyse: neuronen brein individu groep cultuur/volk
etniciteit
Ontologie: niveaus van zijn; de dingen en hun eigenschappen verklaard.
Een reductionist brengt eigenschappen van grotere dingen terug naar het lagere
Holist zegt dit is omgekeerd: kleine dingen hebben een functie in iets groters. Een cel te
begrijpen in een lichaam, een lichaam in een individu, individu in samenleving
Epistemologie - kennisleer
Wat is kennis? Hoe weet je of je kennis waar is of betrouwbaar?
Epistemische claim: een kennis uitspraak
• Doet aanspraak op waarheid [‘zus of zo is het geval’]
• Wordt geschraagd door 1 of meer rechtvaardigingen
• Elke rechtvaardiging kan zelf weer een Epistemische claim zijn, die op zijn beurt
wordt geschraagd door rechtvaardigingen
Epistemologische posities: relatie tussen kennis en de wereld
- Idealisme: ware kennis is gegeven (apriori), onze voorstelling van kennis is een
afspiegeling/beperkt.
- Empirisme: kennis komt via waarneming tot stand (inductie)
- Rationalisme: kennis tot stand komt via afleiding uit noodzakelijke waarheden
(deductie)
Kritisch rationalisme (Popper): afleiding + falsificatie (combineert rationalisme en
empirisme)
o Relativisme: geen onafhankelijke (absoluut ware) kennis mogelijk;
kennisverwerving gebonden aan perspectief waarnemer
o Constructivisme: kennis een gezamenlijk product
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fenhage2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.96. You're not tied to anything after your purchase.