100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting biologie voor jou vwo5 hoofdstuk 3 $4.89   Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting biologie voor jou vwo5 hoofdstuk 3

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Hele uitgebreide samenvatting met plaatjes uit het boek.

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3
  • April 12, 2022
  • 11
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie D3: Stofwisseling
Paragraaf 1: chemie in cellen
Metabolisme:
Het geheel van chemische omzettingsprocessen in een organisme is de stofwisseling (metabolisme).
De meeste stofwisseling vindt plaats in cellen. Levende cellen nemen stoffen op uit hun omgeving en
zetten die stoffen om in andere stoffen. Deze omzettingen zorgen voor opbouw van de cel en
energievoorziening.
Alle stofwisselingsprocessen die in rust doorgaan, zoals je hartslag, ademhalingsbewegingen en de
peristaltische bewegingen van het darmkanaal, behoren tot het basale metabolisme
(grondstofwisseling). De intensiteit van het basale metabolisme is te meten dmv zuurstofverbruik in
rust.

Energierijke organische stoffen:
Cellen bestaan uit organische en anorganische stoffen. Organische moleculen hebben altijd C en H
atomen. Om de bindingen tussen koolstof- en waterstofatomen tot stand te brengen, is energie
nodig. Bij het breken van die binding komt er energie vrij, beschikbaar voor de cel. Deze energie
wordt chemische energie genoemd. Anorganische stoffen bevatten weinig energie.
*Organische stoffen komen nooit voor in levenloze dingen.

Assimilatie en dissimilatie:
Stofwisselingsprocessen bestaan uit assimilatie en dissimilatie. Assimilatie is de opbouw van
organische moleculen uit kleinere moleculen. Dissimilatie is de afbraak van grote organische
moleculen tot kleinere. Voor assimilatie is er energie nodig en bij dissimilatie komt er energie vrij.
Alleen autotrofe organismen zijn in staat tot koolstofassimilatie/fotosynthese. De organische stof
glucose is vervolgens de grondstof voor de vorming van andere koolhydraten, vetten, eiwitten en
DNA (voortgezette assimilatie).

Energiedragers:
Cellen delen, groeien en zorgen voor
levensprocessen zoals beweging en transport
en afscheiding. Daarvoor hebben de cellen
energie nodig. Moleculen van de stof ATP
(adenosinetrifosfaat) transporteren
chemische energie naar plaatsen in de cel
waar nodig.
ATP bestaat uit adenosine en 3
fosfaatgroepen. In de bindingen tussen de
fosfaatgroepen is veel chemische energie
vastgelegd. Wanneer de 3e fosfaatgroep van
ATP wordt afgesplitst, ontstaat ADP
(adenosinefosfaat) en komt er bindingsenergie beschikbaar.
De energie die hierbij beschikbaar komt, kan worden overgedragen aan stofwisselingsreacties en
processen in de cel, bijvoorbeeld eiwitsynthese of actief transport over membranen. Bij afsplitsing
van de tweede fosfaatgroep van ADP ontstaat AMP (adenosinemonofosfaat).
Andere energiedragers (of dragermoleculen) zijn de chemisch aan ATP verwante moleculen NAD+
(nicotinamide-adenine-dinucleotide) en NADP+ (nicotinamide-adenine-dinucleotide-fosfaat).

, ATP wordt gevormd bij de fotosynthese in chloroplasten en bij verbranding in mitochondriën.
Daarbij worden lichtenergie en chemische energie uit glucose, die voor de cel onbruikbaar zijn,
omgezet in de chemische energie van ATP. Door binding van een fosfaatgroep aan ADP ontstaat
energierijk ATP. Deze reactie wordt fosforylering genoemd. Pi staat voor een vrije fosfaatgroep.




Paragraaf 2: Enzymen
Bouw en werking:
Enzymen zijn eiwitten die chemische omzettingsprocessen katalyseren zonder zelf te worden
gebruikt. Met enzymen kan de cel de stofwisseling sturen. Het deel van een enzymmolecuul waar de
reactie plaatsvindt, heet het actieve centrum. De stof waarop een enzym inwerkt is een substraat.
Doordat het substraatmolecuul en het actieve centrum precies op elkaar passen, zijn enzymen
substraatspecifiek: elk enzym kan slechts inwerken op 1 stof/ 1 groep van stoffen en elke reactie
vereist een eigen enzym. De stof of de stoffen die bij een reactie ontstaan is het reactieproduct.

Een enzym-substraatcomplex: in het substraatmolecuul worden bindingen tussen atomen
verbroken en komen bindingen tussen andere atomen tot stand. De naam van een enzym is vaak
samengesteld uit de naam van het substraat en het achtervoegsel -ase. Bij enzymen zijn veel
evenwichtsreacties.

Als een enzym voor zijn werking een ander molecuul nodig heeft, is dit molecuul een cofactor. Het
enzymmolecuul wordt dan een apo-enzym. Een cofactor kan een organische en anorganische stof
zijn. Als de cofactor een organische stof is, is het een co-enzym.

ATP’asen zijn transporteiwitten in de membranen van cellen of celorganellen. Ze transporteren
actief ionen. Dit ionentransport kan alleen plaatsvinden met behulp van de energie uit de omzetting
van ATP in ADP en fosfaat. Bij de werking van ATP’ase is ATP zowel een substraat als een co-enzym.
Als H+-ionen via ATP’ase naar buiten stromen, komt juist energie beschikbaar. Deze energie wordt
gebruikt voor de synthese van ATP uit ADP + Pi (fosforylering). ATP’ase wordt ook wel ATP-synthase
genoemd.

Activeringsenergie:
De minimale energie die nodig is om een reactie op gang te brengen is de energiedrempel. Bij een
lage temperatuur bewegen moleculen traag. Bij de botsingen komt dan meestal niet genoeg energie
vrij om een reactie op gang te brengen. De energie die moet worden toegevoegd om de reactie op
gang te brengen, is de activeringsenergie. De energie die bij de reactie vrijkomt is de reactie-
energie. Bij veel stofwisselingsprocessen is de energiedrempel vrij hoog. De temperatuur in de cel is
te laag om voldoende activeringsenergie te leveren. Door inwerking van een enzym op een substraat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller asterrenburg2006. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.89
  • (0)
  Add to cart