100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding in de psychologie $4.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding in de psychologie

12 reviews
 3120 views  48 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete, uitgebreide samenvatting van het boek van Gert Alblas, Inleiding in de Psychologie. Samenvatting is ruim voldoende ter voorbereiding van het tentamen; ik haalde een 9 door deze samenvatting en de samenvatting van Professioneel hulpverlenen te leren.

Preview 3 out of 49  pages

  • Yes
  • September 7, 2015
  • 49
  • 2015/2016
  • Summary

12  reviews

review-writer-avatar

By: dewnarainm • 1 year ago

review-writer-avatar

By: maran_mbala • 1 year ago

review-writer-avatar

By: eefjevermeulen • 3 year ago

review-writer-avatar

By: dientje2003 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: romanovriens • 6 year ago

review-writer-avatar

By: serenaweert • 6 year ago

review-writer-avatar

By: bonoverhoev • 7 year ago

Translated by Google

bit outdated

Show more reviews  
avatar-seller
Samenvatting Inleiding in de Psychologie
1.Wat is psychologie

Psychologie = een wetenschap die gericht is op het bestuderen van de aard en de mogelijke
oorzaken van de gevoelens, opvattingen, wensen en gedragingen van mensen

Deelgebieden van de psychologie: (KOSATFG)

Klinische psychologie = houdt zich bezig met het diagnosticeren en behandelen van mensen met
mentale- en gedragsproblemen. Bijvoorbeeld; relatieproblemen, depressies, angststoornissen en
psychosen. Werken zowel zelfstandig als binnen een instituut.

Ontwikkelingspsychologie → houden zich bezig met de bestudering van de lichamelijke en
geestelijke ontwikkeling van mensen vanaf de geboorte tot en met de ouderdom. Nagaan welke
ontwikkelingspatronen en eventueel afwijkingen er zijn op verschillende gebieden bijvoorbeeld
taalontwikkeling, intellectuele ontwikkeling en ontwikkeling in het denken.

Sociale psychologie → richten zich op de manier waarop de sociale omgeving van invloed is op het
denken, voelen en handelen van mensen. De sociale omgeving bestaat bijvoorbeeld uit familie,
collega’s, vrienden, mensen van de sportvereniging etc. Sociaal psychologen bestuderen mensen in
groepen, gaan na hoe groepsleden elkaar beïnvloeden en welke samenwerkingspatronen er ontstaan.
Ze bestuderen de manier waarop mensen elkaar waarnemen en beoordelen en hoe relaties zich
ontwikkelen

Arbeids- en organisatiepsychologie → houden zich bezig met het gedrag van mensen in
organisaties en hoe dit gedrag wordt beïnvloed door kenmerken van het werk en de werksituatie.
Thema’s van onderzoek zijn leiderschap, personeelsselectie, arbeidstevredenheid, inzet en motivatie,
kwaliteit van het werk en arbeidsprestatie. Afstemming vinden tussen de mogelijkheden en de wensen
van medewerkers en de manier waarop de organisatie is ingericht.

Testpsychologie → richt zich op het onderzoeken en beschrijven van de kenmerken, mogelijkheden
en voorkeuren van mensen. Vaststellen van iemands intelligentie, persoonskenmerken, voorkeuren
voor opleiding of beroep en mogelijkheden (kennis en vaardigheden).

Functieleerpsychologie → onderzoeken de psychologische functies van mensen zoals het denken,
voelen, bewegen, waarnemen, leren, geheugen en aandacht. Vaststellen van de werking van deze
functies en de omstandigheden die daarop van invloed zijn.

Gezondheidspsychologen → onderzoeken de relatie tussen omstandigheden en gedragingen en de
geestelijke en lichamelijke gezondheid van mensen. Op zoek naar ziekmakende of gezond houdende
factoren. Bijvoorbeeld relatie tussen sporten en gezondheid. Stressvolle situaties beïnvloeden
bijvoorbeeld de geestelijke en lichamelijke gezondheid.

Doelen van onderzoek:

Classificeren/beschrijven → beschrijven en daarmee classificeren (categorie of type persoon).
Vaststellen van de aard van de gedragingen (soort, hoeveelheid, frequentie, intensiteit), iemands
opvattingen en houdingen, iemands mogelijkheden, iemands karakter of stoornis.



1

,Verklaren → het gaat dan niet meer om het ‘wat’ maar om het ‘waardoor’. Het achterhalen van
oorzaken van gedrag.

Voorspellen → op basis van de oorzaken van gedrag, het gedrag voorspellen. Je stelt dan een
hypothese. Hypothese = een veronderstelling over de samenhang tussen bepaalde verschijnselen.
Bijvoorbeeld; naarmate mensen meer sporten zullen ze minder gezondheidsklachten hebben. Een
hypothese wordt afgeleid uit de kennis die is verzameld over de relatie tussen bijvoorbeeld sporten en
gezondheid. Het vaststellen van de invloed van een bepaalde situatie op het gedrag van mensen door
het opzetten van een experiment. Mensen worden in verschillende situaties geplaatst. Waarbij
gekeken wordt of dat ook tot verschillend gedrag leidt.

Effecten van ingrepen → onderzoek is dan gericht op het vasttellen van effecten van ingrepen.
Bijvoorbeeld reclamespotjes; om te bekijken of die spotjes van invloed zijn worden effectmetingen
gedaan.

Triangulatie = het toepassen van een combinatie van methoden van gegevensverzameling. De
verschillende methoden om gegevens te verzamelen moeten elkaar aanvullen en ondersteunen en zo
een compleet, betrouwbaar beeld opleveren.

Methoden van gegevensverzameling:

Observatie → meestal systematische observatie waarbij gebruik wordt gemaakt van een schema. Het
schema geeft aan naar welke verschijnselen (gedrag, interactie) gekeken wordt en hoe die worden
gescoord (hoeveelheid, frequentie, intensiteit, etc). Voordeel objectief; alleen waarneembaar gedrag
wordt waargenomen.

Nadelen: Mensen voelen zich soms geobserveerd en vertonen daardoor niet hun natuurlijk
gedrag. Om de invloed van de observator op de situatie te vermijden wordt ook wel gebruik
gemaakt van een one-way screen.

Interview → ondervraging van personen waarbij open en gesloten vragen worden gebruikt. Bij het
interview gaat het om meten van gedrag, maar ook om wensen, opvattingen, voorkeuren, houding en
gevoelens. Opiniepeiling = vaststelling van meningen en voorkeuren. Meestal a.d.h.v gesloten vragen
waardoor antwoorden makkelijk te scoren zijn en in percentages kunnen worden weergegeven. Hoe
groter de steekproef van benaderde mensen, hoe betrouwbaarder beeld dit geeft van bijvoorbeeld de
Nederlandse bevolking. Hoe kleiner de steekproef hoe groter de foutenmarge die aangegeven wordt.
Voordeel: iemand gedachten en gevoelens kunnen worden onderzocht, je ziet ook non-verbaal
gedrag.

Nadelen:

1. Mensen kunnen sociaal wenselijke antwoorden geven
2. Mensen hebben de neiging een zo positief mogelijk beeld van zichzelf te geven
3. Bij een interview met veel open vragen kunnen de antwoorden niet zo objectief gescoord
worden als bij gesloten vragen
4. Bij een open interview ligt het gevaar van de subjectieve beoordeling van de gegeven
antwoorden op de loer. Interviewer moet daarom samenvatten wat hij denkt dat de essentie is
van de antwoorden en goed doorvragen



2

, Vragenlijsten → wordt veel gebruikt bij grootschalig onderzoek en bevat gesloten en open vragen.
Wordt veel toegepast door arbeids- en organisatiepsychologen. Met vragenlijsten kunnen
gedragingen, gevoelens, opvattingen, wensen, houdingen en voorkeuren worden vastgesteld.
Voordeel: Grote groepen kunnen bereiken.

Nadelen:

Betrouwbaarheid van deze onderzoeken is afhankelijk van de eerlijkheid en zelfkennis van de
personen. Wanneer er bij meting sprake is van zelfrapportage moet de onderzoeker bedacht
zijn op sociaal wenselijke antwoorden en de neiging van de persoon om zich beter voor te
doen. Een combinatie met een andere meting is wenselijk, zelfrapportage bijvoorbeeld aan
vullen met het oordeel van collega’s of leidinggevende van een persoon.

Tests → met behulp van tests kunnen de eigenschappen van mensen worden vastgesteld
bijvoorbeeld; IQ-test, Cito-toets, vaardighedentest, sporttest of beroepentest. Worden vaak gebruikt
om toekomstig succes in een opleiding of beroep te kunnen voorspellen. Voordeel: meet objectief
iemands capaciteiten. Nadeel: testuitslag kan worden beïnvloed door iemands motivatie.

Bij veel tests is in de loop der jaren een beeld ontstaan hoe de scores op een test bij de Nederlandse
bevolking verdeeld zijn. Die verdeling drukt men dat uit in een normaalverdeling (een schema waarin
weergegeven wordt wat gemiddeld is voor de Nederlandse bevolking, bijvoorbeeld 68% scoort een IQ
tussen de 85 en 115. Daarboven en daar onder is de verdeling een stuk lager). Door een dergelijke
normering van de scores op een test vast te stellen, is vervolgens goed te bepalen hoe laag of hoog
de persoon scoort ten opzichte van anderen. (figuur 3.1 blz 14)

Fysiologische metingen → hiermee worden zaken gemeten als hersengolven, activiteiten van
diverse delen van de hersenen, de reactie van de huid op emoties, de overdracht van signalen tussen
zenuwen en de productie van verschillende hormonen. Bij stress situaties worden bijvoorbeeld 2
fysiologische reacties vertoont; activering van het sympatische zenuwstelsel waardoor adrenaline in
de bloedbaan komt, waardoor energie vrij komt EN het hormoon ACTH komt vrij in de bloedbaan
waardoor meer cortisol vrij komt wat regelt dat er voldoende energie beschikbaar blijft.

Documentenstudie → bij documentenstudie wordt gebruik gemaakt van geschreven bronnen over
een persoon of situatie, bijvoorbeeld een dossier van een andere instantie of eerdere
onderzoeksgegevens.

Vormen van onderzoek:

Gevalsstudie → een diepgaande bestudering van een persoon, groep of organisatie.

Survey-onderzoek → van een survey-onderzoek is sprake als grote aantallen personen ondervraagd
worden met vragenlijsten, waarbij wordt nagegaan of er een samenhang is tussen bepaalde factoren
(bijvoorbeeld tussen de aard van het werk en werktevredenheid).

De samenhang wordt uitgedrukt in een correlatie (r), die een maat aangeeft voor de sterkte van die
samenhang. Er is bijvoorbeeld een samenhang tussen lengte en gewicht bij mensen. De sterkte van
die samenhang wordt uitgedrukt in getallen die lopen van r = +1.00 naar r = -1.00 met in het midden
r =0.00




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ineke1971. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88  48x  sold
  • (12)
  Add to cart