,Inleiding marketing HC1
Externe en Interne analyse
Definitie marketing
- Marketing omvat de – op de markt afgestemde- ontwikkeling, prijsbepaling, promotie en
distributie van producten, diensten of ideeën en alle andere activiteiten die de klanten
toegevoegde waarde bieden: deze leiden systematisch tot een hogere omzet of andere
gewenste respons, een goede reputatie van de organisatie en een duurzame relatie met de
klant, waarbij alle partijen hun doelstellingen bereiken.
- Marketing gaat niet alleen over het promoten van jouw producten (van bedrijf naar klant),
maar ook over het leren kennen van de klant en die informatie gebruiken om jouw product
op de klanten aan te passen (van klant naar bedrijf).
- Elk merk heeft marketing nodig om te kunnen overleven op lange termijn.
Type concurrenten:
- Gelijksoortige behoeften
> Bedrijven die dezelfde soorten behoefte vervullen, zoals een avondje uit gaan.
* Voorbeeld: De kart
- Gelijksoortige producten
> Bedrijven die concurreren op gelijke producten (2 bioscopen)
* Voorbeeld: KinePolis en Pathé, maar ook Netflix en Disney+. Zij concurreren alle 4 in het
product, film.
- Gelijksoortige beloftes
> Bedrijven die gelijke beloftes aanbieden, zoals het oplossen van problemen
* Voorbeeld: 2 verschillende soorten autoverzekeringen
- Marketing gaat enerzijds over de klant (vraag) en anderzijds over aanbod (bedrijf).
,4 elementen van interne analyse (Waar heeft het bedrijf invloed op / micro):
1. Marktpositie
> De positie die jij met jouw bedrijf hebt in een grotere markt
* Voorbeeld: AH heeft een bepaalde positie in de supermarkt markt, waar ook winkels
zoals de Jumbo en de Lidl in zitten.
> Met de BCG-matrix bepaal je jouw marktpositie
* Marktgroei
) Groeit de markt nog?
* Relatief marktaandeel
) Je hebt een totale markt, alle klanten die
winkelen bij een supermarkt. Hoeveel van die
klanten heeft 1 supermarkt in handen.
* Star
) Jouw product heeft een een goed potentieel
* Cash cow
) Probeer jouw positie te behouden, want je
staat sterk in de markt
* Dog
) De groei van jouw product is klein en jouw aandeel ook
* Question markt
) Een vraagteken waar het jouw product nou naar toe gaat
2. Marketingactiviteiten
> Wie is jouw doelgroep en welke promoties maak je daar voor?
> Homogene groep
* Hebben de klanten dezelfde behoefte naar jouw product of dienst
> Heb jij een klantenbestand met allemaal verschillende soorten klanten, met verschillende
soorten behoeften.
> Bij de marketingactiviteiten kijk je dus naar, wie is jouw doelgroep en welke
marketingactiviteiten sluiten daarbij aan.
* Voorbeeld: Jouw doelgroep zijn allemaal mensen van boven de 70 jaar oud. Maak je dan
gebruik van Social media of een TV reclame?
3. Financiën
> Omzet en resultaat
* Wat verdiend het bedrijf, hoeveel producten worden er verkocht, hoeveel diensten
worden er verkocht en hoeveel winst maakt het bedrijf.
> Kapitaal – ruimte om te investeren
* Hoeveel ruimte heeft het bedrijf om te investeren in het verbeteren van zijn producten of
het uitvoeren van bepaalde marketingactiviteiten.
4. Bedrijfsfuncties/organisatie
> Hoe heb jij jouw bedrijf georganiseerd
> Hoe is jouw bedrijfscultuur
* Het bedrijfscultuur zegt wat over de waarden normen van het bedrijf
) Hoe ga je met jouw medewerkers, maar ook met jouw klanten om
, * De slechter jouw bedrijfscultuur, de
minder de vraag naar jouw product wordt.
Externe analyse (Waar heeft het bedrijf geen invloed op / meso)
1. Markt/bedrijfstakanalyse
> Welke bedrijven zijn er allemaal nodig, zodat jouw bedrijf tot een eindproduct komt.
* Voorbeeld: Voor het verkopen van een DVD ben je de volgende bedrijven nodig:
Oliemaatschappij, Chemische fabriek, DVD-fabriek, Videoproductiebedrijf, Platenlabel en een
winkelier.
> Je moet zo’n analyse doen omdat zo’n tak kan veranderen zoals, streamingdiensten die
meer gebruikt worden.
* Je kijkt bij een bedrijfstakanalyse dus naar de aard/omvang en samenstelling van de
markt, maar ook naar welke ontwikkelingen er allemaal zijn op die markt.
2. Afnemersanalyse
> Initiële vraag
* De mensen die voor de eerste keer iets
kopen bij een merk.
> Herhalingsvraag
* Als het eerste product goed is bevallen,
maar er is een nieuw type, dan herhaalt
iemand de aankoop. Dus een herhalingsvraag
> Additionele vraag
* Als er extra producten zijn uitgegeven voor een bepaald product, dan koop je een
additioneel product.
> De vraag die er is bij de initiële vraag, de herhalingsvraag en de additionele vraag zijn
samen de markt die jij bedient.
> Potentiële vraag
* de totale markt. De mensen die hier onder vallen zijn kopers bij een ander merk.
) Uit de afnemersanalyse haal je dus het deel van de markt die jij al bedient, maar ook de
markt die jij nog niet bediend. Hier kun je uithalen wat je moet doen om andere mensen te
trekken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimnijenhuis01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.