CGO casus 1
• Kan benoemen wat het verschil is tussen zorg aan volwassenen en aan
kinderen.
Verschil in zorg aan volwassenen en kinderen in verschillende opzichten. Andere vorm
van communicatie. Anatomie is anders en motoriek is anders, dit hangt af van de
levensfase. Opname en verwerking van medicatie loopt anders bij volwassenen als bij
kinderen.
Cognitief en fysieke aspecten.
• Weet wat de principes zijn van gezinsgerichte zorg (family centered
care).
Bij de zorg van de kinderen hoort ook zorg voor de ouders. De ouders worden gezien
als samenwerkingspartner, zij kennen het kind het beste.
Empowerment is het beslissen en handelen van iemand eigenmachtig.
Family Centered Care stelt lichamelijke, sociale en psychische zorg centraal.
Ziekenhuizen moeten ouders de mogelijkheid bieden bij hun kind te kunnen slapen.
Ouderparticipatie is het meedenken van ouders over de zorg dat beste is voor het kind
(betrekken en afstemmen). Afstemmen gaat ook over draagkracht en draaglast,
kunnen de ouders het aan.
4 uitgangspunten:
- Waardigheid en respect
- Participatie
- Delen van informatie
- Samenwerken
• Kan ethische dilemma’s wat betreft goede zorg voor kind en ouders in
het ziekenhuis benoemen.
Ethiek zegt iets over wat goed is, wat is de juiste zorg? Wat is in deze situatie de juiste
zorg.
Kenmerk: niet zomaar antwoord kunnen geven, lastige keuze, dilemma.
Gebruik van medicijnen voor het kind, wat niet mag volgens geloof van de ouders.
Als meerdere cliënten je hulp nodig hebben, welke help je eerst?
VMS (veiligheidmanagementsysteem) biedt houvast bij het zorgen voor
patiëntveiligheid. Om (mogelijke) risico’s te signaleren, verbeteringen door te voeren,
afspraken te maken en zo nodig de manier van werken bij te stellen. Normen en
waarden, veilige zorg.
Betrekken van ouders bij de zorg van het kind.
Goede zorg is afhankelijk van cultuur en ideaalbeeld van patiënt.
Efficiëntie, gelijkwaardigheid, veiligheid, goed geregeld?, goede medicijn met juiste
dosering?, aandacht, hangt af van waarde van beroepscode en welke norm hanteren
we daarbij. Goede zorg is contextafhankelijk en cultureel bepaald.
Hospitaliseren is een term voor mensen die een bepaald patroon telkens herleven.
Bijvoorbeeld patiënten die regelmatig terugkomen in een ziekenhuis.
• Kan benoemen wat aspecten zijn uit de beroepscode die van belang zijn
in de verpleegkundige zorg aan kinderen.
Beroepscode versus kinderzorg
Beroepscode is de leidraad voor de zorg, lijst met normen en waarden per context. Bij
zorg voor ouderen en kinderen, staan een aantal waarden die belangrijk zijn.
Vertrouwen en veiligheid zijn belangrijke waarden. Ouder kind zorg, waarden uit de
beroepscode.
• Kan de verschillende ontwikkelingsfasen benoemen van de peuter.
• Kan potentiële verpleegproblemen ten gevolge van RS-virus en
bijpassende interventies benoemen.
,CGO casus 2
• Kan verschillende vormen van voedselbeperking noemen, (9.2.4) en kan
uitleggen wat eetbuien zijn (9.2.5);
Een normaal eetpatroon bestaat uit drie hoofdmaaltijden, aangevuld met twee of drie
tussendoortjes, in totaal gemiddeld 1.800 tot 2.000 kcal. Het beperken van
voedselinname kan op verschillende manieren gebeuren. Men kan bepaalde
maaltijden overslaan, tijdens maaltijden minder eten of bepaalde soorten voedsel niet
meer nemen. Als patiënten eetbuien hebben kan het zijn dat zij tussen de eetbuien in
de voedselinname beperken, hierdoor ontstaat ontregeling.
Eetbuien zijn het eten van een grote hoeveelheid voedsel in een betrekkelijk korte tijd.
Bij de boulimische eetbui wordt controleverlies ervaren, eenmaal begonnen met eten
heeft de patiënt het gevoel niet meer te kunnen stoppen. Onderbreking van de eetbui
kan tot hevige paniek leiden, uit schaamte en omdat de patiënt bang is niet te kunnen
gaan braken. Er is sprake van overeten als er binnen een beperkte tijd meer wordt
gegeten dan het lichaam nodig heft om normaal te functioneren, voor uitvoeren van
activiteiten en handhaven van de energiereserves. Het hedonistisch aspect dat
eetbuien kunnen hebben is het genieten van het voedsel dat men tot zich neemt of
van de ontspanning die het eten geeft.
• Kent maatregelen die zorgvragers nemen om hun gewicht onder
controle te houden (9.2.6);
Naast lijnen zijn er andere manieren waarop patiënten kunnen proberen hun gewicht
onder controle te houden. Purgeergedrag is het voedsel zo snel mogelijk uit het
lichaam proberen te verwijderen, dit kan plaatsvinden in vorm van zelfopgewekt
braken of misbruik van laxeermiddelen. Het opzettelijk braken kan soms bijna
automatisch plaatsvinden, de patiënt is zich niet meer bewust van de stoornis en
beweert het niet langer op te wekken. Bij misbruik van laxeermiddelen wordt de hele
gedrag afgestemd op het verkrijgen van grote hoeveelheden (sommige patiënten
gebruiken dagelijks zestig of meer tabletten). Ook vasten of het doen van intensieve
lichamelijke oefeningen valt onder compensatiegedrag. Er is sprake van overmatig
bewegen wanneer dit wordt gedaan als patiënten zich na afloop daarvan een maaltijd
toestaan, wanneer ze onmiddellijk na een maaltijd gaan bewegen om te compenseren,
wanneer het bewegen interfereert met belangrijke activiteiten, als het gebeurt op
ongeschikte tijden of ongeschikte plaatsen of wanneer ze doorgaan ondanks blessure
of andere medische complicaties. Ook dwangmatig poetsen of schoonmaken komt
voor bij patiënten die calorieën willen verbranden. Bij anorexiapatiënten kan de
hyperactiviteit een uiting zijn van motorische onrust, zij moeten voortdurend
bewegen, en kunnen ernst van bewegingsgedrag ontkennen.
• Kan vertellen hoe cognitieve gedragstherapie (5G-schema) wordt
ingezet; (9.7.4)
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een behandeling van boulimia nervosa, is
gebaseerd op behandelprotocol en bevat procedures, gericht op verandering van
eetgedrag en cognities. Het primaire doel is opbouw van een regelmatig en normaal
eetpatroon, bewerkstelliging van afname en disfunctionele cognities over eetgedrag,
lichaamsvormen en lichaamsgewicht. Behandeling is beperkt in tijd (20 weken),
probleemgericht en gefocust op het heden en de toekomst.
Automatische gedachten zijn de gedachten die als eerste opkomen, heeft men niet in
de hand. In CGT houdt de patiënt een dagboek bij, het eetgedrag, de situatie waarin
de patiënt was, wat hij dacht en voelde en wat hij vervolgens heeft gedaan wordt
hierin bijgehouden. De geloofwaardigheid van gedachten wordt weergegeven op een
schaal van 0 tot 100.
Het doel is te komen tot een realistischer gedachte die kan dienen als tegenwicht voor
automatische gedachte. Het realistisch alternatief moet aan aantal voorwaarden
voldoen. De gedachte moet logisch zijn en in overeenstemming met de feiten,
genuanceerd zijn en een betere verklaring bieden voor gebeurtenis dan de
automatische gedachte en de gedachte moet aanvaardbaar zijn. Hierdoor neemt de
geloofwaardigheid van de automatische gedachte af en de gevoelens zijn minder
, heftig, dit maakt het komen tot ander gedrag mogelijk.
• Kan beschrijven welke doelen en interventies het herstel op korte
(crisis) en lange (rehabilitatie) termijn ondersteunen. (9.7);
Korte termijn: bestrijden ernstig ondergewicht, stoppen gewichtsverlies.
Kaliumgehalte op peil houden, als deze ontregelt is kans op hartritmestoornissen.
Acute aspecten aanpakken.
Lange termijn: opbouwen van therapeutische relatie, onderliggende lijden
achterhalen, inzetten cognitieve gedragstherapieën.
• Weet welke rol systeemtherapie heeft in de behandeling van
eetstoornissen (9.7.5);
Relatietherapie en gezinstherapie zijn vormen van psychotherapie en worden
systeemtherapie genoemd. Systeem verwijst naar de sociale systemen of netwerken
waarvan iedereen deel uitmaakt. Bij systeemtherapie zijn meestal partners of
gezinsleden samen in therapie, zij werken samen aan de wisselwerking tussen de
gezinsleden. Een eetstoornis kan ingrijpende gevolgen hebben voor de omgeving, de
manier waarop anderen reageren kan soms averechts werken. In systeemtherapie
wordt gewerkt aan de manier van omgaan met elkaar, de wijze waarop met elkaar
wordt gecommuniceerd. Het doel is om deze zodanig te verhelderen en te veranderen
dat daarvan geen versterkende werking op de eetstoornis uitgaat. Er wordt met de
ouders besproken hoe zij kunnen bijdragen aan herstel. Er wordt veel voorlichting
gegeven en er worden afspraken gemaakt met kind en ouders over hoe om te gaan
met de eetstoornis en symptomen hiervan.
Multi Family Therapy (MFT) is een vorm van dagbehandeling voor meer gezinnen
tegelijk, ouders leren onderling hun kind te begeleiden naar normaal eten en het
herpakken van de regie.
Emotionally Focused Family Therapy (AFFT) is de combinatie van niet meegaan in het
eetgestoorde gedrag en versterking van de onderlinge verbinding is helpend in de
strijd tegen de eetstoornis.
• Benoemt Criteria DSM-V anorexia nervosa (Box 9.1) en boulimia nervosa
(Box 9.2) en BMI (tabel 9.1);
Anorexia nervosa betekent gebrekkige of afwezige eetlust van nerveuze aard.
Patiënten hebben niet zozeer een gebrek aan eetlust maar onderdrukken deze vanuit
sterk verlangen om mager te zijn, vooral om controle over hun eetgedrag te krijgen.
Belangrijkste kenmerken:
- Beperken van energie-inname tov de energiebehoefte, resulterend in significant te
laag lichaamsgewicht voor de leeftijd, sekse, groeicurve en lichamelijke gezondheid.
- Intense vrees om aan te komen of dik te worden, of persisterend gedrag dat
gewichtstoename verhindert, zelfs al heeft de betrokkene een significant te laag
gewicht.
- Stoornis in de manier waarop de betrokkene zijn of haar lichaamsgewicht of
lichaamsvorm ervaart, onevenredig grote invloed van het lichaamsgewicht of
lichaamsvorm op het oordeel over zichzelf, of persisteren in het niet onderkennen
van de ernst van actuele lage gewicht.
Subtypen van anorexia nervosa:
1. Beperkende of restrictieve type: niet geregeld bezig zijn met vreetbuien of
purgeren (zelfopgewekt braken of misbruik laxantia, diuretica of klysma’s).
Gewichtsverlies voornamelijk door dieet houden, vasten en/of overmatige
lichaamsbeweging
2. Vreetbuien-/purgerende type: geregeld bezig met vreetbuien of purgerende
maatregelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavanderschoot5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.