Natuurkunde – Biofysica
H2 Optica
2.1 Breking
Als lichtstraal vanuit ene doorzichtige materiaal naar andere gaat, kan breking optreden
bv. van lucht naar water als lichtstralen van het ene naar het andere gaan, waarbij
ze in de 2 materialen verschillende snelheden hebben, veranderen ze van richting
(behalve als ze loodrecht op andere materiaal vallen, dan verandert richting niet)
Optisch dun = stof met lage dichtheid
Optisch dik = stof met hoge dichtheid
Licht van optisch dunne stof naar optisch dikke stof
licht breekt naar normaal toe
Licht van optisch dikke stof naar optisch dunne stof
licht breekt van normaal af
2.3 Lenzen
Iedere lens heeft 2 brandpunten F, aan beide kanten
van lens 1 hebben beide dezelfde
brandpuntsafstand f
Licht valt schuin op lens lichtstralen komen
samen in bijbrandpunt F’, deze ligt in brandvlak
Hoe sterker een lens, hoe meer het licht wordt afgebogen, hoe
kleiner de brandpuntsafstand
S = 1/f
S = sterke van lens in dioptrie (dpt)
f = brandpuntsafstand van lens (m)
2.3.1 Beeldvorming
Voorwerp dat licht uitzendt of reflecteert, zendt in alle richtingen licht uit
licht moet in 1 punt samenkomen om scherp beeld te hebben
Licht divergeert (gaat uit elkaar), valt op positieve lens, convergeert (gaat
naar elkaar) zodat het in 1 punt komt
2.3.2 Constructiestralen
Constructiestralen bij positieve lens:
door optisch midden verandert niet van richting
voor lens evenwijdig aan hoofdas na lens door brandpunt
voor lens door brandpunt na lens evenwijdig aan hoofdas
Loep
Positieve lens kan als vergrootglas (loep) gebruikt worden voorwerp moet
dan tussen lens en brandpunt in staan
Als je constructiestralen tekent, zie je dat stralen aan andere kant van lens
niet snijden geen reëel beeld aan kant van lens waar voorwerp staat,
snijden lijnen wel (als je terug tekent) virtueel beeld = kun je wel zien,
maar niet afbeelden op scherm
Negatieve lens
Constructiestralen bij negatieve lens:
door optisch midden verandert niet van richting
voor lens evenwijdig aan hoofdas lijkt na lens uit brandpunt
voor lens te komen
na lens die door brandpunt zou gaan na lens evenwijdig aan
hoofdas
1
, Joël Smit | 5V.nat1
2.3.3 Lenzenwet
Vergroting
(lineaire) vergroting = hoe veel keer beeld groter is dan voorwerp
N = LB/Lv bij gelijkvormige driehoeken: N = b/v
N = lineaire vergroting
LB = grootte van beeld b = beeldsafstand
LV = grootte van voorwerp v = voorwerpsafstand
De lenzenwet
Lenzenwet: 1/v + 1/b = 1/f S = 1/f dus 1/v + 1/b = S
v = voorwerpsafstand
b = beeldsafstand
f = brandpuntsafstand
S = sterkte van lens in dioptrie (dpt)
Bij 2e formule moeten v en b in meters zijn, bij eerste formule moeten eenheden gelijk
zijn
2.4 Zien
Om scherp te zien moet afbeelding precies op netvlies vallen beeldsafstand (= afstand
tussen ooglens en netvlies) ligt vast ong. 17 mm
2.4.1 Accommoderen
Accommoderen = ooglens kan boller en platter worden:
Kleine voorwerpsafstand ooglens boller, dus sterker oog geaccommodeerd
Grote voorwerpsafstand ooglens platter, dus zwakker oog
ongeaccommodeerd
Nabijheidsafstand = kleinste afstand waarop je scherp kunt zien
Verteafstand = grootste afstand waarop je scherp kunt zien zonder te accommoderen
1/VO = 1/Nb + 1/NO
VO = vertepunt van oog (m)
Nb = nabijheidspunt met bril (m) = voorwerpsafstand
NO = nabijheidspunt van oog zonder bril (m) = beeldsafstand
2.4.2 Slechter zien
Oudziendheid
Als je ouder wordt kan lens minder goed bol worden accommodatievermogen
neemt af niet meer goed dichtbij kijken nabijheidsafstand neemt toe
oplossen met positieve lens
Sterke van bril is gelijk aan wat je aan accommodatievermogen te veel of te weinig
hebt
Bijziendheid
Bijziend = dichtbij scherp, ver weg niet ooglens te sterk
of oog te lang licht komt samen vóór netvlies
verteafstand kleiner dan oneindig oplossen met
negatieve lens
Verziendheid
Verziend = ver weg scherp, dichtbij niet ooglens te zwak of oog te kort licht komt
samen achter netvlies nabijheidsafstand neemt toe
oplossen met positieve lens
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SmitJoël. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.