Hoofdstuk 8, ecosysteem en evenwicht
Paragraaf 1, energiestromen
Er is veel handel in visproducten.
De visserij kan de zee behoorlijk beïnvloeden. Door het slepen van netten om de vissen in
te vangen beschadigd de bodem heel erg.
Nog een probleem is dat bij elke kilo gevangen garnalen enorm veel andere dieren zitten.
Die gaan na het sorteren voor een groot deel levend overboord.
↓
oplossing;
Ze gebruiken netten met smalle openingen waaruit de vissers kunnen ontsnappen.
↓
op deze manier maken de vissers de garnalenvisserij duurzaam.
Bij een duurzame vangst sterft de garnaal niet uit en is de invloed van de visserij op het
andere leven in de zee gering.
Ze proberen ook bij de verwerking van de garnalen probeert de garnalenvisserij
duurzaam te werken, door; koken en invriezen van vis.
MSC= een keurmerk, waardoor klanten weten wat ze kopen.
Algen zijn producenten.
bruto primaire productie= De hoeveelheid energie die zij vastleggen in hun
organische stoffen. (in kJ/m3/dag)
Die organische stoffen zijn voor een groot deel brandstof voor de levensprocessen van de
algen.
Bij de verbranding (dissimilatie) ervan komt energie vrij. Die gebruiken ze bijvoorbeeld
om bladgroen te maken of hun DNA te kopiëren.
netto primaire productie= De organische stoffen die ze overhouden.
↓
Die stoffen gebruiken de algen als bouwstof voor hun cellen.
Voor garnalen zijn algen een bouwstof en een brandstof.
10% van de organische stoffen blijven in zijn lichaam achter.
voedselconversie= het omzetten van organische stoffen van het ene organisme naar
het andere.
Elk organisme in de voedselketen verbruikt dus een groot deel van de energie zij zijn
eigen activiteiten. Er blijft dan weinig over voor het volgende organisme in de
voedselketen.
Dan is de voedselconversie laag.
reducenten= bacteriën en schimmels.
Dit is de derde groep organismen in een voedselketen. Zij zijn de laatste die van de
organische stoffen leven.
Hun voedsel zijn dode organismen en resten, zoals haren, uitwerpselen, takken, etc.
Biomassa= die bepaal je door dode planten en dieren in een oven te drogen en te
wegen. (drooggewicht)
In een model kun je biomassa weergeven in de vorm van een rechthoek.
De breedte van een rechthoek is een maat voor de biomassa: hoe breder, hoe meer
biomassa.
piramide van biomassa= krijg je als je de rechthoek van de producenten onder de
rechthoek van de consumenten zet.
piramide van energie= krijg je door te bepalen hoeveel energie deze biomassa bevat.
(Deze is qua vorm ongeveer gelijk aan de piramide van de biomassa, omdat de energie
vastgelegd is in organische stoffen).
De vorm van de piramide verandert als je de aantallen van de organismen weergeeft.
piramide van aantallen= heeft vaak een brede basis en een smalle top.
, verstoring= als er een blijvende, snelle verandering in het ecosysteem is.
Dat is als er bepaalde voedselketens verdwijnen of andere belangrijker zijn geworden.
Paragraaf 2, koolstofkringloop
Als vissers vissen willen vangen door middel van een net, beschadigd de bodem heel snel
door de kettingen die er tegenaan schuren.
Het is daarom duurzamer om stroomschokjes te gebruiken om vissen op te jagen.
voordelen;
de bodem blijft onbeschadigd (geen kettingen meer).
het bespaart brandstof (schip hoeft niet meer door het zand te trekken).
het aandeel duurzame gevangen vis stijgt.
kringloop= het proces van voortdurend hergebruik van stoffen.
Producenten, consumenten en reducenten houden de kringloop van (organische) stoffen
in stand.
koolstofkringloop= de route van element koolstof (C) in een ecosysteem.
Ook de organische verbindingen van de afvalemmer maken deel uit van die kringloop,
want de bacteriën breken bijvoorbeeld het klokhuis van de appel af.
De koolstof uit de organische stoffen van het afval komt als CO2 in de lucht.
Producenten vangen die CO2 later weer op.
Nog later vind je koolstof (C) terug als onderdeel van een glucosemolecuul in een
blaadje van een boom.
En dan begint er een nieuwe kringloop.
Koolstof kan een lange tijd in een bepaalde stof of organisme aanwezig zijn (voorraad) of
in bepaalde moleculen van het ene naar het andere organisme gaan.
Een vis ademt CO2 uit. Dit lost enigszins op in water en gaat een
evenwichtsreactie aan met watermoleculen. ⇒ Daarbij ontstaat HCO3⁻
(bicarbonaat).
Algen en waterplanten nemen voor hun fotosynthese koolstof in deze vorm op.
Via de producenten gaat de koolstof de voedselketens in.
Er zijn in het water ook consumenten die HCO3⁻ kunnen opnemen. Ze maken
daaruit kalk.
Schelpdieren en koralen gebruiken die kalk dan voor hun skelet. Kalk lost slecht op
in water.
Als een schelpdier dan sterft blijft de schelp langere tijd over en daar zit dan
koolstof in.
De koolstof is dan niet meer beschikbaar voor producenten.
Op de bodem komt dan een dikke laag met schelpen, waaruit klakgesteente
ontstaat.
Na lange tijd komt dat gesteente boven water.
Door zuur regenwater lost de kalksteen een beetje op en komt er weer CO2 vrij.
broeikasgassen= gassen die warmtestraling terugkaatsen naar de aarde.
Het zonlicht warmt de aarde op. De aarde zendt warmtestraling terug.
↓
Door de broeikasgassen blijft die warmte als het ware in de atmosfeer ‘hangen’.
↓
Daardoor stijgt de temperatuur steeds meer de laatste jaren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floregeijsberts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.