Hoofdstuk 13, gaswisseling en uitscheiding
Paragraaf 1, ademen
Ademfrequentie= het aantal ademhalingen per minuut.
Ademvolume= het aantal liters dat je per minuut in ademt.
Longblaasjes= de uiteinden van de luchtpijptakjes, waar de gaswisseling van zuurstof
en koolstofdioxide plaatsvindt.
Iedere persoon heeft een verschillend aantal longblaasjes.
Gaswisseling= de uitwisseling van CO2 (koolstofdioxide) uit het bloed en O2 (zuurstof)
in het bloed. Er ontstaat dan zuurstofrijk bloed.
Als je veel longblaasjes hebt, heb je ook een grote gaswisselingscapaciteit.
De wanden van de longblaasjes zijn één cellaag dik. Over de longblaasjes lopen heel veel
haarvaten, waarvan de wand ook één cellaag dik is.
Dankzij de dunne cellaag van de haarvaten en longblaasjes is de afstand tussen bloed en
longblaasjes erg klein. Die kleine diffusieafstand draagt net als het grote
diffusieoppervlak bij aan een grote gaswisselingscapaciteit.
Bij iedere uitademing verlaat een deel van de lucht je longen. Een groot deel komt in de
buitenlucht terecht en een klein deel blijft in de luchtwegen achter. Dit is ‘oude’ lucht en
de buitenlucht is ‘nieuwe’ lucht met veel zuurstof. Als eerste komt bij een ademhaling de
‘oude’ lucht weer in je longblaasjes en daarna pas weer ‘nieuwe’ lucht.
Dode ruimte= de ruimte in de luchtwegen wordt de ‘dode ruimte’ genoemd, omdat daar
geen gaswisseling plaatsvindt.
Een groot concentratieverschil van O2 tussen de longblaasjes en de haarvaten is gunstig
voor diffusie van O2.
Door adem te halen ververs je de lucht in de longblaasjes. Dat houdt de hoeveelheid O2
hoog en de hoeveelheid CO2 laag.
De bloedstroom voert O2 weg uit de longen en voert CO2 aan uit het lichaam.
Ademhalingsspieren= bevinden zich tussen de ribben, buikwand en middenrif. Deze
zijn nodig voor het verversen van lucht in de longen.
Middenrif= een koepelvormige spier-peesplaat die de scheiding tussen borst- en
buikholte vormt. De longen volgen de beweging van het middenrif.
Een inademing:
Als het middenrif omlaag beweegt door spierkracht, vergroot dit het longvolume.
Daardoor daalt de luchtdruk in de longen en stroomt buitenlucht naar binnen.
Een uitademing:
Als het middenrif omhoog beweegt door spierkracht, verkleint dit het longvolume.
Daardoor stijgt de luchtdruk in de longen en gaat de ademlucht naar buiten.
Je ademt diep in:
Als het middenrif omlaag beweegt en de ribben omhoog en naar voren bewegen,
vergroot dit het longvolume nog meer.
Daardoor daalt de luchtdruk in de longen nog sterker en stroomt er meer lucht in
de longen.
Longvlies= een vlies dat om de longen heen zit.
Borstvlies= een vlies dat aan de binnenkant van de borstkas zit.
Dat de longen de bewegingen van het middenrif en de borstkas volgen, komt door;
een dunne laag weefselvloeistof die beide vliezen bij elkaar houdt. Deze laag laat ze
soepel langs elkaar glijden. Zonder dit weefselvloeistof zouden de longen scheuren bij de
ventilatiebewegingen.
, Vitale capaciteit= het maximale volume lucht dat je kan verversen door één keer diep
in- en uit te ademen.
Om je uitademing te versnellen, trekken de inwendige tussenribspieren samen om de
zwaartekracht te helpen. Dan gaat de borstkas sneller naar beneden. Ook de
samentrekking van de buik helpt mee om sneller uit te ademen.
Ventilatie= het in- en uitademen
Ademcentrum= hier vindt de regeling van de ademhaling plaats. Het is een groep
zenuwcellen in de hersenstam die de ademhalingsspieren aanstuurt.
Het ademcentrum reageert op informatie uit het lichaam. (met name de pH en de CO2
concentratie).
Receptoren= zintuigcellen in de bloedbaan en de hersenen sturen informatie over CO2
en pH naar het ademcentrum.
Het ademcentrum zendt impulsen naar het middenrif en de tussenribspieren.
Bij een rustige ademhaling stuurt het centrum nog geen impulsen naar de
tussenribspieren.
De ontspanning van de middenrifspier, het gewicht van de borstkas en de elasticiteit van
de longblaasjes zijn dan voldoende om uit te ademen.
Paragraaf 2, gaswisseling bij mens, dier en plant
Bloedvaatjes in de neusholte warmen de lucht op die naar de longen stroomt. In warme
lucht zit meer waterdamp dan in koude.
↓
Zo zijn de longen beschermt tegen kou en uitdroging.
De wand van de neusholte en de neusschelpen is bekleed met een slijmvlies.
Slijmvlies= een dunne laag cellen die een kleverig slijm maken. Het slijm vangt
stofdeeltjes, ziekteverwekkers en stuifmeelkorrels op.
Witte bloedcellen in het slijmvlies doden de meeste ziekteverwekkers.
Ook de wanden van de luchtpijp, bronchiën en bronchiolen zijn bekleed met een
slijmvlies.
Doordat alle deeltjes blijven plakken aan de wand, komt de lucht schoon de longblaasjes
in.
De binnenbekleding van je luchtwegen bevat naast cellen die slijm maken ook
trilhaarcellen.
Trilharen= fijne uitlopers van trilhaarcellen. (ook wel ciliën)
Zij maken steeds een soepele slagbeweging. Elk deeltje maakt ongeveer 1000 slagen per
minuut.
Door hun gezamenlijke activiteit beweegt het slijm, met daarin de vastgeplakte deeltjes,
naar de keelholte. Daar slik je het slijm in. De vastgeplakte bacteriën sterven in het
maagsap.
Trilharen en maagsap maken deel uit van de niet-specifieke afweer.
Astma= een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen. Mensen die astma hebben
reageren sterk op bepaalde stoffen in de lucht. (fijnstof bijv.)
De slijmvliezen in hun longen zijn altijd geïrriteerd door een ontstekingsreactie, zonder
dat er een bacterie of virus in het spel is. Dat leidt tot benauwdheid. Ook is het erfelijk.
COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)= een langdurige blokkade in de
longen door beschadigingen en ontstekingen.
Oorzaken:
Chronische bronchitis= hierbij zijn de luchtwegen langdurig ontstoken en hoopt
slijm zich op. De lucht kan dan moeilijk de longblaasjes bereiken. (oorzaak: roken)
Longemfyseem= hierbij is een groot aantal longblaasjes kapot en zijn de fijnste
vertakkingen van de bronchiolen dichtgeklapt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floregeijsberts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.