samenvatting van de notities, powerpoint en het handboek
Dit document bevat een overzicht van alle stromingen en hoe ze in relatie staan tegenover elkaar.
Hoofdstuk 1: paradigmatische pluralisme
1. Een veelheid aan paradigma’s
Je kan eenzelfde probleem vanuit verschillende hoeken belichten, er zijn meerdere waarheden als
mensen elkaar beïnvloeden= paradigmatisch pluralisme.
Je kan de complexe maatschappij op verschillende manieren bestuderen. Niet één manier is de
beste. Verschillende manieren om systematisch en wetenschappelijk naar het sociale te kijken.
Een combinatie van uitgangspunten, theorieopvattingen en voorschriften van methodologisch
aard van waaruit naar de werkelijkheid wordt gekeken. = paradigma.
Sociologie is niet gemakkelijk, want het sociaal leven is complex. Je kan geen experimenten
toepassen op de maatschappij, dus je moet op een andere manier onderzoek doen naar de
maatschappij. Er is niet 1 manier om naar de maatschappij te kijken daarom zijn er verschillende
manieren om naar het sociale te kijken. Een bepaalde manier om dit te doen is een paradigma.
1.1 Paradigma?
Filosofische uitgangspunten die niet te bewijzen zijn
Thomas Kuhn: Hoe komen wetenschappers tot vooruitgang? Hij lanceerde het idee van
paradigma. Het bestaat uit 3 elementen
o Filosofische uitgangspunten: die nog nooit bewezen zijn.
o Het gaat over theoretische opvatting: welke vragen zijn interessant om te
beantwoorden. Wat is interessant om te bestuderen? Wat wordt bestudeerd?
Welke soort vragen worden er gesteld?
o Welke methoden zijn er geschikt? Om het sociale te bestuderen? Hoe kan je de
werkelijkheid/het sociale bestuderen?
- Paradigmatisch pluralisme: Hij stelt vast dat in alle wetenschappen, verschillende
paradigma’s bestaan.
Door de tijd heen zijn er verschillende paradigma’s, theorieën. Van Newton naar Einstein…
Paradigmastrijd: i.p.v. dat er meer opbouw was van kennis -> in elke wetenschap was een
strijd. Men werkt volgens een bepaald paradigma dat op een bepaald moment dominant is.
Dan zijn zij in staat om veel middelen te verzamelen. Als een bepaald paradigma dominant is,
is er enkel kennisopbouw in dat paradigma, bij de rest niet.
Dit leidt tot een tegenreactie: de ideeën van het dominant paradigma wordt meer en
meer in vraag gesteld, dit leidt tot paradigma verschuiving.
Er zijn 2 perioden in de sociologie waarbij een paradigma te dominant is geweest. Dit is niet
goed want dan wordt het een maatschappelijk ideologie, dan mag je dit paradigma niet meer
in vraag stellen.
- 1ste periode: met de conflict sociologie. Van Karl Marx, het wordt een dogmatisch regime.
- 2de periode: het sociaal Darwinisme. Uitgevonden door spencer (uitvinder survival of the
fitest) als maatschappijen sterker zijn dan andere dan zijn ze fitter. Het praatte
kolonialisme goed. Hitler gebruikte deze ideeën ook.
Te weinig en te veel dominantie van een paradigma is beide niet goed.
In het begin van de corona crisis was er een strikte lockdown, omdat virologen of
epidemiologen het aanraden. Maar hoe meer de tijd vorderde wilden mensen versoepeling.
Ook al zeiden de virologen dat er een 2 de golf ging komen. Men luisterde naar het volk. Tot
men weer naar het strikt regime van de viroloog moest. Dit is dus een paradigma strijd en
verschuiving.
1
, 1.2 Aan de basis van een paradigma liggen 3 niet te bewijzen filosofische vragen
Er bestaan verschillende paradigma’s omdat ze elk antwoorden geven op filosofische vragen.
Ze zijn niet uitgesproken en zijn nog nooit bewezen.
Elk sociaal paradigma geeft een antwoord op deze vragen.
- Mensbeeld: Betrekking met het mens beeld. Elke theorie heeft dus een opvatting over
hoe mensen in elkaar zitten. waarom gaan mensen relaties aan met elkaar? Hoe
verhouden mensen zich onderling?
- Maatschappijbeeld: Gaat over het maatschappijbeeld die in een theorie zit. in welke
mate is individuele vrijheid mogelijk in een samenleving? Hoe verhouden mens en
maatschappij zich tegenover elkaar?
- Het wetenschapsbeeld. Hoe kunnen we tot kennis komen?
1.3 Het verband tussen filosofische basisvragen met een paradigma.
Materialisme/objectivisme /empirisme
of positivisme versus
Hoe komen we tot kennis? idealisme/subjectivisme/ rationalisme
In welke mate is individuele vrijheid Sociale bepaaldheid/sociaal
mogelijk? determinisme/macro/systeem/structure
Waarom gaan mensen met elkaar Paradigma
versus sociaal constructionisme/sociaal
relaties aan? constructivisme/micro/actor/agency
Conflict versus consensus
Je hebt altijd de 3 basisvragen. Ten opzichte van die vragen kunnen mensen verschillende
antwoorden geven. Je hebt extreme posities (die namen moet je kennen!!!! Om te
achterhalen welke positie die auteur inneemt. Wat ze betekenen komt nog)
- 1ste positie= materialisme, objectivisme… aan de ene kant. idealisme, subjectivisme… aan
de andere kant zij gaan helemaal niet akkoord met de ene kant. Het zijn allemaal
synoniemen van elkaar, ze worden gewoon anders genoemd in andere wetenschappen.
Het zijn standpunten. (Objectivisme heeft niets met objectief te zijn, het heeft te maken
met een filosofische stroming)
- 2de positie= ook hier zie je antwoorden en posities die men inneemt. Het zijn synoniemen
voor dezelfde positie. Ten opzichte van een andere positie die men inneemt. Hier hoort
het synoniem niet bij een bepaalde wetenschap.
- 3de positie= er zijn maar 2 namen. Het zijn 2 verschillende posities
Mensen komen los van elkaar tot gelijkaardige antwoorden, theorieën. Want ze geven
dezelfde antwoorden op de onderliggende vragen. Dit maakt een paradigma.
Deze 3 vragen en de antwoorden die men er op geeft. Zorgt voor de methodologische keuzes
en wetenschappelijke keuzes.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yumistevens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.23. You're not tied to anything after your purchase.