Hoofdstuk 1 Organisaties en informatie
1.1 Kenmerken van een organisatie
De methoden technieken en technische hulpmiddelen voor het verwerken van informatie, noemt men
informatietechnologie (IT). Indien informatie-uitwisseling en communicatie via bijvoorbeeld
computernetwerken, telefoonverbindingen of internet verloopt spreekt men van informatie- en
communicatietechnologie (ICT).
Om de informatievoorziening en de benodigde ICT binnen een organisatie te kunnen begrijpen en
managen is het van belang om inzicht te hebben in de kenmerken van die organisatie:
Doelstellingen van de organisatie
Organisatiecultuur
Primaire processen
Ontwikkelstadium van de organisatie
Organisatiestructuur
Rol van informatie
Kritieke succesfactoren.
Operationaliseren is het meetbaar maken van doelen.
Een organisatie kan een formele of informele cultuur hebben.
De primaire processen zijn waar het in een bedrijf om draait. Secundaire processen ondersteunen deze
processen.
Een organisatie kan zich in een van de volgende stadia verkeren:
Pionieren
Overleven
Succes
Groeien
Evenwicht
Een organisatie kan op verschillende manieren worden ingedeeld. Bijvoorbeeld een F-indeling, of P-
indeling. Span of control is hoeveel mensen iemand kan aansturen.
Wat is de rol van informatie? Hoort het bij het eindproduct?
Wat is de kritieke succesfactor? Heeft het bedrijf bijvoorbeeld een uniek product?
1.2 Ondernemingsplan en informatieplan
In een ondernemingsplan of bedrijfsplan staan de doelen van een bedrijf of onderneming, en hoe het
deze doelen wilt bereiken. Het kan worden opgebouwd uit deelplannen zoals:
Deze volgorde is niet willekeurig. De deelplannen moeten in deze volgorde worden uitgewerkt.
Het informatieplan wordt ook wel het ICT-plan genoemd. Hier staat alles in op het gebied van
informatievoorziening en automatisering binnen een organisatie. Een informatieplan moet periodiek
worden aangepast.
1.3 Informatie
Informatie is een onderdeel van de zogenoemde informatieladder van Bruins en Pinkster, 2007
Feiten – omstandigheden die zich in werkelijkheid voordoen.
Gegevens – feiten op papier zijn gegevens, gegevens op een computer is data.
Informatie – Feiten die een betekenis voor je hebben.
Kennis – Informatie die is aangevuld met vaardigheden en ervaring.
Competentie – De combinatie van kennis, vaardigheden, houding en gedrag die nodig is om in
een bepaalde beroepsgroep goed te kunnen functioneren.
1.4 Informatiestromen
Horizontale informatiestromen zijn informatiestromen die horizontaal over de organisatie gaan (zelfde
hiërarchische niveau).
Verticale informatiestromen zijn informatie stromen die verticaal over de organisatie gaan, dus
bijvoorbeeld van management naar de medewerkers.
,Informatie treedt dus op als integrator (bindmiddel) tussen de afzonderlijke bedrijfsprocessen, zodat het
bedrijf functioneert als 1 geheel. Deze informatiestromen kun je ook schematisch inzichtelijk maken met
behulp van DFD’s (hoofdstuk 17).
1.5 Kwaliteit van informatie
Informatie moet voldoen aan kwaliteitseisen:
De informatie moet tijdig zijn – Informatie van vorig jaar is misschien niet meer actueel
genoeg.
De informatie moet juist zijn – Geen onjuiste informatie.
De informatie moet volledig zijn – Er mogen geen belangrijke dingen ontbreken.
De informatie moet de juiste detaillering hebben – Er moet goed omschreven zijn waar de
informatie over gaat.
De informatie moet beschikbaar zijn – de inspanning om informatie te krijgen moet niet te
groot zijn.
1.6 Management en informatie
Aan de verschillende afdelingen in de organigram zijn verschillende managementniveaus toe te kennen:
Strategisch management – Dit houd zich bezig met de toekomst in grote lijnen.
Tactisch management – Dit zit tussen strategisch en operationeel management in.
Operationeel management – Dit houdt zich bezig met de korte termijn
, 1.7 Prestatie-indicatoren
Een manager kan nagaan of de doelstellingen worden gehaald. Hiervoor heeft hij informatie nodig. Om
het succes te kunnen meten, maakt hij gebruik van prestatie indicatoren, ook wel kengetallen genoemd.
Om dit meetbaar te maken wordt deze informatie in getallen uitgedrukt.
Met behulp van prestatie indicatoren kan een manager kijken hoe een organisatie er voor staat. Met
behulp van Plan, Do Check, Act kan worden bijgestuurd.
1.8 Organisatie van de automatisering
Grote bedrijven hebben aparte afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de informatievoorziening en
automatisering. In een groot bedrijf kunnen de volgende deelorganisaties voorkomen:
De gebruikersorganisatie – Deze maakt gebruik van de aanwezige (geautomatiseerde)
informatiesystemen. Ze zorgt voor het invoeren en wijzigen van gegevens (facturen, inkooporder,
offertes en polissen).
De ontwikkelorganisatie – Deze bestaat uit een afdeling automatiseren met eventueel een
afdeling informatiemanagement. Deze afdeling bedenken nieuwe informatiesystemen of schaffen
nieuwe informatiesystemen aan.
De ondersteunende organisatie – Deze zorgt dat de informatiesystemen in de lucht blijven. Dat
ze het dus blijven doen.
Een bedrijf kan een informatiemanager in de directie hebben. Deze is verantwoordelijk voor de ontwikkel
organisatie en de ondersteunende organisatie.
1.9 Nogmaals de rol van informatie
Informatie wordt opgeslagen in een database. Dit zorgt voor snelle gegevensuitwisseling waardoor
bijvoorbeeld precies op tijd (just in time) kan worden geleverd.
B2B – Business to business. Zakelijke klanten kunnen samenwerken in de logistieke keten. Dit
heet ketenintegratie. Bijvoorbeeld: Heineken kent de biervoorraad bij Ah, wanneer het bier bijna
op is levert Heineken.
B2C - Business to consumer. Door internet kunnen bedrijven makkelijker verkopen aan
consumenten. E-commerce is leveren van producten of diensten via internet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathanieldelies. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.