Volledige samenvatting van de lessen van vermogensplanning met gestructureerde tabellen om verschillende elementen goed te vergelijken + deel boekhouden
Fiscaliteit _
Vermogensplanning
0. Inleiding
DEEL 0. KENNISMAKING MET HET VAK
• Examen: MCE + open vragen
• 2 aparte examens van fiscaliteit
• Chamilo: cursus
• Kleine details niet te kennen, wel grote lijnen en basisprincipes
• Roerend vermogen
INHOUD:
• Topic 1: Converteerbare obligaties en obligaties met intekenrecht en enkele
aanverwante effecten
• Topic 2: Thesauribewijzen en Depositobewijzen
• Topic 3: Het statuut van de gedematerialiseerde effecten
• Topic 4: De keuze van de vorm van de effecten
• Topic 5: Gemeenschappelijke beleggingsinstellingen
• Topic 6: De verkoop van effecten – financieel rechtelijke aspecten
• Topic 7: MiFID: bescherming van de beleggers
• Topic 8. Zakelijke rechten op effecten
KORTE HERHALING VAN VENNOOTSCHAPSRECHT:
De verschillende soorten winstuitkeringen:
• Winstuitkering aan aandeelhouders = dividend
• Winstuitkering aan bestuurders = tenquimes
• Winstuitkering aan het personeel
1
, In het vennootschapsrecht maakt men een fundamenteel onderscheid tussen effecten die het eigen vermogen van de vennootschap
vertegenwoordigen en degene die het vreemd vermogen vertegenwoordigen. Hieronder worden de verschillen tussen de twee
opgesomd:
Eigen vermogen Vreemd vermogen
Soort effecten Aandelen Obligaties
= krijgt men wanneer men geld of goederen in een vennootschap = ze vormen een collectieve lening/ alternatief voor een
binnenbrengt bancaire lening voor de vennootschap
Duur Eeuwigheid / onbepaalde duur Vaste looptijd/ bepaalde duur (5,10,20 j)
Uitzondering: eeuwigdurende obligaties (lopen totdat de
vennootschap op een bepaalde moment beslist om uit te
betalen)
Wat bij uitstap? Men kan men niet vragen dat de vennootschap de aandelen /
terugkoopt, men moet een andere koper vinden (een andere
belegger)
• Koopprijs kan hoger of lager liggen dan de boekwaarde
o Verkopen aan de beurskoers (op een beurs verkopen)
• Geen garantie dat het geld men dat ingebracht is ook werkelijk
terugkrijgt
Rente/ Potentieel recht op winstuitkering: Jaarlijkse intrest/rent op de uitgifte voorziene datum
winstuitkering Twee voorwaarden dat een aandeelhouder winstuitkering kan krijgen: ongeacht hoe de onderneming het gedaan heeft . Bij verlies
• Vennootschap moet winst maken (= afh van financiële situatie) ook uitbetaling. De uitbetaling van de rente is niet afhankelijk
• De algemene vergadering moet beslissen om die winst geheel van de financiële situatie.
of gedeeltelijk uit te keren
o Winst wordt niet automatisch uitgekeerd Het geleende kapitaal krijgt men in één keer terug
o Onderneming kiest voor winstuitkering
o Onderneming kiest niet voor winstuitkering = reserves
Inspraak? Ja, maken deel uit van algemene vergadering en mogen daar vragen Neen, maken GEEN deel uit van de algemene vergadering
stellen en stemmen en mogen geen vragen stellen en niet stemmen
2
,Soort Schuldeiser op de laatste plaats Chirografaire schuldeiser (geen bevoorrechte, een gewone
schuldeiser schuldeiser)
• Pond-ponds gewijs
Uitzonderingen:
• bevoorrechte obligaties (obligaties waar een
voorrecht aan gekoppeld is)
• achtergestelde obligaties (wel nog voor
aandeelhouders)
o Risicopremie (2% extra intrest)
Ontbinding • Vereffening: alle activa ten gelden maken
vennootschap • Het geleende kapitaal terugkrijgen
(geen Bij overschot (bij batig saldo): komt toe aan de aandeelhouders Niets extra
faillissement)
3
, 0.1. ELEMENTEN WAAR MEN MOET BIJ OPLETTEN BIJ OBLIGATIES
0.1.1. Obligaties van overheden
Bedrijven, maar ook overheden, geven obligaties uit:
• Bij Belgische staat → staatsobligaties
• Ook andere: gemeenschappen, gewesten, provincies
Ze hebben dezelfde kenmerken als bij bedrijven. Namelijk de jaarlijkse rent en op
vervaldag het geleende kapitaal. Ook daar is er een risico. Een overheid kan haar
betalingen staken. U kan uw inleg kwijtspelen.
Dat risico bij overheidsobligaties weerspiegeld zich in de rentevoet. Hoe hoger de rente
de overheid bereid is te betalen, hoe hoger het risico. (= risicopremie)
0.1.2. Ratingbureau
Bij uitgifte van obligaties bij overheden of bij grote bedrijven wordt er meestal door een
ratingagentschap een rating toegekend. Het ratingagentschap onderzoekt de solvabiliteit
van de onderneming of van de overheid en onderzoekt hoe groot de kans is dat de
onderneming niet in staat zal zijn om aan zijn betalingen te voldoen. Dat
ratingagentschap geeft een rating.
AAA- AA- A- … - D
• AAA = heel solvabel
• D = kans zeer groot dat het met die onderneming of overheid slecht gaat, heel
groot risico
o Voorbeeld van obligaties met een zeer slechte rating = jumpbones
▪ Rommelobligaties. Ze hebben een heel grote rentevoet maar met
een heel groot risico dat men de beloofde intresten niet gaat
krijgen. Hoe slechter de rating, hoe groter het risico.
3 grote ratingbureaus: Standart an poor’s, Moody’s en fitch
Ze hebben een quasi monopolie. Degene die de obligaties uitgeeft (de emittent) die is
degene die het ratingbureau vergoed, dit is niet logisch.
0.1.3. A pari, boven pari of onder pari
Obligaties kunnen uitgegeven worden a pari, boven pari of onder pari.
• A pari: 100 betalen voor een obligatie van 100
• Boven pari: betalen voor een obligatie van 100
o Rentevoet wordt berekend op 100!
o Kleine toeslag betalen
• Onder pari: voor een obligatie van 100 (Interessant!)
0.1.4 Conclusie
Bij uitgifte voor obligatie op drie zaken letten:
1. Voor hoelang
2. Wat is de jaarlijkse rentevoet
3. Bij de uitgiftevoorwaarde hoe obligatie uitgegeven? A pari, …
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 0Vastgoedstudent0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.