Taalverwerving:
Ontwikkeling tot volwaardig taalgebruiker die alle taalregels beheerst. 3 theorieën:
Behaviorisme - taal leren door imitatie, ouders spelen rol, leren eerst zelfstandige naamwoorden en
werkwoorden.
Creatieve constructietheorie / mentalisme - gaat ervanuit dat kinderen taal niet imiteren maar zelf
over aangeboren taalvermogen beschikken, kind kan elke taal leren, vanaf 1 jaar produceren van taal.
Interactionele benadering - aangeboren taalleervermogen klopt, maar benadrukt dat taalaanbod van
omgeving en interactie met taalsprekenden belangrijk is.
Niveaus taalontwikkeling:
1. Fonologisch niveau - vormen van spraakklanken (baby: ‘ah’ ‘buh’), 1e stap in taalontwikkeling.
2. Morfologisch niveau - regels voor opbouw woorden worden geleidelijk eigen gemaakt (gevald wordt
gevallen)
3. Semantisch niveau - gaat om betekenis van woorden, ze leren niet in één keer exacte betekenis van
woorden (kind kan alle dieren een paard noemen)
4. Syntactisch niveau - regels voor combineren van woorden, inzicht krijgen in grammaticale regels, van
een onvolledige zin een volledige zin maken (waar bal? - waar is de bal?)
5. Pragmatisch niveau - regels voor gebruik van taal en communicatie, ze leren dat het bv. tactischer is om
zin “zou ik er even langs mogen” te gebruiken i.p.v. “aan de kant jij!”.
Perioden taalverwervingsproces:
1. Pre-linguale periode (0-1 jaar)
Periode voordat kind zijn eerste woordjes spreekt. De geluiden van een baby is nog geen taal, het zijn
onsamenhangende reeksen klanken. De klankontwikkeling ontwikkelt zich via een vast patroon.
Geluiden:
Huilen (communicatie)
Vocaliseren (ontdekken klanken)
Vocaal spel (interactie kind + ouder)
Brabbelen (na 7 maanden, herhalen klankgroepen, de variatie in klanken neemt toe)
, 2. Linguale periode
I. Vroeglinguale periode (1-2,5 jaar)
Brabbelen gaat langzaam over in betekenisvol taalgebruik, nog niet correct uitgesproken (laten
bv. klanken weg poes - poe). Spraakmechanisme is nog niet zo ver ontwikkeld dat ze alle
klankencombinaties kunnen uitspreken.
II. Diffrentiatiefase (2,5-5 jaar)
Taalgebruik begint steeds meer op dat van volwassenen te lijken; fonologisch, semantisch,
syntactisch en vanaf nu ook morfologisch en pragmatisch. De taal wordt gediffrentieerder.
Periode duurt 5 jaar.
III. Voltooiingsfase (5-9 jaar)
Alle processen van vorige periodes worden nu verder uitgebouwd. Kind beheerst taal op
dezelfde manier als een volwassene. De woordenschat van een volwassene is wel groter dan die
van een kind.
Overgeneralisaties taalregels ten onrechte toepassen (loopte, gevald, meebrengt)
tweedetaal verwerving:
Simultane tweetaligheid - Nederlands is niet hun moedertaal (dialect, Turks, Marokkaans) - twee
talen tegelijkertijd leren. Tot voor hun derde.
Successieve tweetaligheid - tweede taal leren na eerste taal. Interfentiefouten (wil-wiel).
Spreekstrategie:
Bewuste handeling om een bepaald spreekdoel te bereiken. Manier van communicatie, elkaar beschouwen en
benaderen. Vier spreekdoelen:
1. Informeren
2. Amuseren
3. Instrueren
4. Overtuigen
Luisterstrategie:
Vier luisterstrategieen
1. Globaal luisteren - grote lijnen volgen
2. Intensief luisteren - alles willen weten
3. Kritisch luisteren - mening vormen
4. Gericht luisteren
Gesprekssoorten:
Monoloog - 1 spreker actief (spreekbeurt)
Dialoog - 2 personen beurtelings als spreker/luisteraar (interview)
Groepsgesprek/polyloog - meer dan 2 personen (groepsdiscussie)
Domein 2: Woordenschat (9 vragen in toets)
Betekenis van woorden
Het woordgeheugen:
Woorden worden opgeslagen in het woordgeheugen/mentaal lexion. Identiteiten van een woord:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmetenberge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.