Zeer goede en duidelijke samenvatting!! Vooral de belangrijkste begrippen staan hier heel duidelijk en overzichtelijk in beschreven. Ik heb met deze samenvatting mijn tentamen met een 7/8 afgerond!!
Samenvatting Sociologie voor de praktijk - Klaas J. Hoeksema
Sociologie voor de praktijk: samenvatting
All for this textbook (2)
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Sociologie voor de praktijk
All documents for this subject (1)
2
reviews
By: AmberSaarloos • 7 year ago
Translated by Google
Fine short summary!
By: merelhuigen • 7 year ago
Seller
Follow
maloudevelde
Reviews received
Content preview
Sociologie
H1. Inleiding
Onderwerp Sociologie: menselijke betrekkingen en het gedrag dat daaruit
voortvloeit.
De sociologie geeft antwoord op de vraag: ‘’Hoe slagen mensen erin SAMEN
te leven?
3 Functies sociologie:
- ideologiekritiek: bestaande (machts)verhoudingen bloot te leggen. Zoals;
menselijke betrekkingen binnen de samenleving zijn niet door de natuur of God
opgelegd, maar zijn het resultaat van menselijk handelen zelf.
- beheersfunctie: inzicht geven in menselijk gedrag vanuit de
samenlevingsverbanden om de samenleving te besturen.
- ordende functie: de onoverzichtelijke werkelijkheid een samenhang
aanbrengen zodat situaties overzichtelijker en begrijpelijker worden.
Vooroordeel sociologie: deze formuleert wat iedereen al weet, op een manier
dat niemand het meer begrijpt.
Sociologische verbeeldingskracht: los van elkaar staande persoonlijke
ervaringen, situaties en problemen, moeten mensen leren zien in het licht van de
manier waarop de maatschappij functioneert. Pas dan kun je er ook mee omgaan.
Private troubles veranderen in public issues: persoonlijke moeilijkheden
worden sociale problemen, wanneer voor het ontstaan bovenpersoonlijke
oorzaken en sociale processen zijn aan te wijzen.
6 criteria om een probleem als sociologisch relevant probleem te identificeren:
1. Er moet sprake zijn van een aanzienlijk aantal getroffenen.
2. Het moet gaan om persoonlijk letsel van die getroffenen (de private
troubles)
3. Het moet samenhangen met andere problemen.
4. Het probleem is niet van tijdelijke geld, maar structureel en van lange
duur.
5. Het moet bovenpersoonlijke oorzaken hebben.
6. Het moet tegen serieuze waarden ingaan.
Voorbeeld: wanneer een paar mensen werkloos zijn, is dat een persoonlijk
probleem, wanneer 10 % van de beroepsbevolking werkloos thuis zit, dan is het
een sociaal probleem.
Mensen worden door hun samenleving gevormd, maar worden op den duur ook
de samenleving.
Individuele macht: het vermogen om iets aan de samenleving te veranderen
(centraal thema).
,3 elementen van macht:
1. Het vermogen doelstellingen in de toekomst te formuleren.
2. Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden.
3. Het vermogen om via de middelen invloed uit te oefenen.
H4. Sociaal bewustzijn
Sociaal bewustzijn: weten hoe de samenleving volgens jou in elkaar zit en wat
jouw plaats daarin is.
Definitie van de situatie: het resultaat van de plaats die mensen innemen in
de maatschappij, de ervaringen ie ze hebben en hun waarden en normen en hun
sub cultuur.
Symbolische interaction: het gedrag van mensen wordt vooral verklaard
vanuit de uitwisseling van tekens en het interpreteren daarvan. Mensen reageren
op de situatie zoals zij die waarnemen en interpreteren.
Placebo affect: bv. als er een medicijn wordt gegeven wat helemaal geen effect
heeft, mensen er wel beter van worden omdat ze denken dat het wel zo is.
Primaire ziektewinst: mensen hoeven zich niet druk te maken over de oorzaak
van hun kwaal, maar mogen gewoon ziek zijn.
Secundaire ziektewinst: het bijkomende voordeel van extra aandacht, zorg,
uitkering etc.
Tertiaire ziektewinst: het voordeel dat anderen hebben van jou ziekte.
Self- fulfilling prophecy: een voorspelling die zichzelf doet uitkomen. Omdat
mensen zich naar de definitie van de situatie gedragen wordt de situatie ook zo.
Self- defeating prophecy: juist omdat mensen zich gedragen naar de
verwachtingen, zal de situatie
Stigmatisering/ etikettering: iemand wordt door een gebeurtenis uit het
verleden zijn hele verdere leven achtervolgd. Kan werken als een self- fulfilling
prophecy.
Slachtoffer denken: ze moeten altijd ons hebben.
Empowerment: de aanpak waarbij wordt geprobeerd het zelfvertrouwen van
mensen te vergroten zodat zij zich weer een volwaardige plaats in de
maatschappij kunnen verwerven en de negatieve spiraal kunnen doorbreken.
Blaming the victim: het slachtoffer de schuld geven.
Reductie: sociale verschijnselen worden teruggebracht (gereduceerd) tot ideeën
die mensen erover hebben. Achter de ideeën schuilt een harde werkelijkheid en
de ideeën hebben op hun beurt ook weer werkelijke gevolgen.
, Latente verklaring: een niet zo bewuste of onuitgesproken verklaring.
Vb: Wanneer een boek gelezen wordt om ook mee te kunnen praten, ben je een
snob.
Manifeste verklaring: de verklaring die mensen zelf geven voor wat ze doen of
voor wat er gebeurt. De geaccepteerde verklaring.
Vb: We lezen het boek omdat we het een goed boek vinden.
Beperkt bewustzijn: mensen kunnen op verschillende manieren weinig kritisch
tegen hun situatie aan kijken.
6 onkritische manieren om met situaties om te gaan:
1. Ritualisering
- escapisme: het geval dat een rituaal een vlucht uit de werkelijkheid
mogelijk maakt.
2. Andere dan structurele oorzaken zoeken (zichzelf de schuld geven)
3. Anderen de schuld geven
4. Mystificatie: mensen geloven dat de situatie onvermijdelijk is, van God
gegeven, onveranderlijk etc. Vb: meisjes zijn nu eenmaal slechter in
wiskunde.
5. Verandering is verslechtering
6. Vergelijking met anderen of met vroeger
Ideologie kan de positie van de betrokkenen rechtvaardigen, dan wel protest
ertegen vormgeven.
Verklaring gedrag van mensen volgens de ideologie: in een samenleving
zullen groepen met hun ideologie de bestaande situatie willen handhaven of
wijzigen.
Macht van de vanzelfsprekendheid: maakt dat zonder tegenreactie, mensen
overnemen wat er verteld wordt.
Utopie: een ideologie benadrukt dan met name de noodzaak van verandering.
Een schets van een ideale toekomstsituatie.
Conservatisme: benadrukt de oude tradities, gezagsverhoudingen en het
behouden van het onderscheidt tussen verschillende standen.
Liberalisme: benadrukt dat mensen vrije individuen zijn die streven naar
verwerving van eigen bezit. Kapitalisme.
Socialisme: komt op voor de opkomende loonarbeiders. Klassentegenstelling
moet doorbroken worden, zodat er een solidaire maatschappij kan ontstaan waar
mensen écht vrij zijn.
Zapcultuur: ieder individu schept zijn eigen, beweeglijke ideaalbeeld.
Populisme: het volk wordt centraal gesteld, zij weten wat het volk wil en zijn de
echt democraten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maloudevelde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.