100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Zes psychologische stromingen en 1 cliënt $3.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Zes psychologische stromingen en 1 cliënt

2 reviews
 392 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Zeer goede en duidelijke samenvatting!! Vooral de belangrijkste begrippen staan hier heel duidelijk en overzichtelijk in beschreven. Ook het verschil tussen de stromingen is staan op een simpele manier omschreven. Ik heb met deze samenvatting mijn tentamen met een 7/8 afgerond!!

Preview 3 out of 15  pages

  • Yes
  • September 12, 2015
  • 15
  • 2014/2015
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jitsevanrijn • 6 year ago

review-writer-avatar

By: lisawaard • 7 year ago

avatar-seller
Zes psychologische stromingen en de cliënt


H1. Verschillende visies op dezelfde problematiek
Een cliëntgerichte aanpak: gebaseerd op menselijke psychologie, biedt empathie,
een exploratie van de belevingswereld, onvoorwaardelijke acceptatie en een echt
contact.
Een cognitieve gedragstherapeut: helpt bij het aanpakken van negatieve
denkschema’s en gedragspatronen en het leren van nieuw gedrag.
Oplossingsgerichte therapeuten: richten zich niet echt op het probleem, maar
coachen in het uitbreiden van wat wél goed gaat. Positief en toekomstgericht
perspectief.
Methodieken: geven aan hoe je abstracte theorieën kunt toepassen in de praktijk
van de hulpverlening.
Gedragstherapeutische techniek: uiteenrafelen van gedrag en het systematisch
oefenen en het systematisch belonen van dit gedrag.
Biopsychosociaal model: hierbij kijk je naar een probleem vanuit de interactie
tussen biologische, psychische en sociale aspecten. Niet óf dit óf dat, maar alles.
Ontwikkelingscomponent: gaat in op de manier waarop iemand zich in de loop van
zijn leven heeft ontwikkeld. Samenspel tussen biologische rijping,
omgevingsinvloeden en iemands innerlijk.
Neurobiologische component: verwijst naar onze genetische aanleg die zich in
wisselwerking met de omgeving ontvouwt.
Affectieve component: wordt gevormd door onze gevoelens en emoties en de
manier waarop we hiermee om hebben leren gaan. Hoe goed ken je je gevoelens,
kun je erover praten.
Cognitieve component: denkprocessen en alles wat daarmee samenhangt.
Gedragscomponent: de manier waarop we ons gedragen en hoe we dat geleerd
hebben.
Interpersoonlijke component: verwijst baar de manier waarop we omgaan met
anderen, met relaties en met scheidingen.
Systemische component: verwijst naar de sociale systemen waarin we leven of
waarin we zijn opgegroeid.

,Verschillen in psychotherapieën
1. het accent
2. ‘evidence based’, in hoeverre is er wetenschappelijk bewijs dat de therapie
werkt.
Effecten van psychotherapieën
Taart van Lambert 1992: meeste verandering (40%) door factoren buiten de
therapie, daarna 30 % door algemene therapiefactoren.
Taart van Norcross 2004: meeste verandering (45%) door onverklaarde variantie en
maar 8 % door de behandelmethode.



H3. Psychodynamische benaderingen
Psychodynamische therapie: geeft je meer inzicht in je gevoelens, je leert er beter
mee omgaan en je leert het verschil tussen jezelf en de ander beter te zien en te
hanteren.
Affectregulering/metaliseren: onbekende gevoelens toelaten, benoemen, begrijpen
en hanteren.
Freud: concentreerde op het innerlijk van de patiënt. Hij ondersteunde de patiënt om
onbewuste zaken toe te laten in de het bewuste, zodat diegene meer controle krijgt.
Dit deed hij doormiddel van:
- hypnose, om onbewuste conflicten boven water te halen.
- ‘’vrije associatie’’: de patiënt moest gaan liggen en werd in een veilige sfeer
aangemoedigd alles te zeggen wat er in hem komt, want Freud ging ervan uit dat alle
gedachten kunnen verwijzen naar onbewuste processen.


4 modellen van de psychoanalyse:
1. Het driftmodel (es, ego, superego): legt het accent op verdrongen problemen
uit de kindertijd die terug te voeren zijn op seksuele en agressieve driften.
Sluit nauw aan bij de theorie van Freud.

Es: driften, blinde, aangeboren, biologische krachten, die ons temperament
bepalen.

Ego: het ‘’ik’’, moet de ‘’es’’ de baas zijn.

Super ego: geboden en verboden die vanuit de omgeving een onderdeel van
onszelf zijn geworden. Bevat ook ideaal beelden, wil aan allerlei eisen
voldoen.

Ontwikkelingsfasen van ‘es’, ‘ego’ en ‘super ego’:

, - Orale fase: driften zijn gericht op het ontvangen via de mond (drinken,
sabbelen, bijten). Als deze niet worden ontvangen, kunnen de babybehoeften
blijven domineren. Bv. in snoep, drank of drugs.

- Anale fase: koppigheidsfase, het ego ontwikkelt zich. Ouders moeten het
kind de ruimte geven om zelf controle te leren uitoefenen binnen bepaalde
grenzen, anders kan het altijd problemen houden op dit gebied.

- Fallische fase: oedipuscomplex staat centraal, het jongetje wil met de
moeder trouwen. Relaties zijn ook erg belangrijk. Als het in deze fase verkeerd
gaan kunnen kinderen last krijgen met liefdesrelaties, seksuele trouw en
jaloezie. Ook het super ego wordt hier gevormd.

- Latentie fase: Meer rust, blik op buitenwereld en aandacht aan school en
leeftijdsgenoten.

- Genitale fase: pubertijd en adolescentie, oude conflicten kunnen weer een
rol gaan spelen en als goed gaat groei je uit tot een volwassen persoon die
volwassen relaties aan kan gaan.

Regressie en fixatie: conflicten uit eerdere fasen die actief blijven of
onvervulde behoeften inhalen.

Afweermechanismen:

- Verdringing: angstwekkende wensen, gedachten worden weggestopt, maar
ze blijven wel invloed uitoefenen. Bv. via dromen of klachten.

- Ontkenning: feitelijke zaken worden ontkend omdat ze te beangstigend zijn.

- Reactieformatie: een angstwekkende impuls wordt ‘’onschadelijk’’ gemaakt
door het omgekeerde ervan in het bewuste toe te laten. Bv. als je verdrietig
bent, juist vrolijk te gaan doen.

- Isolering: een angstwekkend gevoel wordt afgesplitst van de rest van je
persoon. Je gevoel niet naar voren brengen.

- Intellectualisering: moeilijke innerlijk zaken worden met veel interessante
en moeilijke woorden weggepraat.

- Projectie: je ziet bij anderen zaken waar je zelf bang voor bent.

- Splitsing: wordt gebruikt als het te veel angst oproept om zowel iemands
goede als slechte kanten te zien. Óf helemaal goed, óf helemaal slecht of
afwisselend als goed en slecht.
- Rationalisatie: een impuls die eigenlijk wordt afgekeurd door het super ego,
wordt toch uitgeleefd en vervolgens goed gepraat. Je probeert fout gedrag
met mooie praatjes recht te breien.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maloudevelde. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77  5x  sold
  • (2)
  Add to cart