100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Diagnostiek (AY) $6.90
Add to cart

Class notes

College aantekeningen Diagnostiek (AY)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle college aantekeningen van het vak Diagnostiek. 3e jaar Bachelor, schakeljaar/pre-master Orthopedagogiek.

Preview 4 out of 56  pages

  • April 18, 2022
  • 56
  • 2021/2022
  • Class notes
  • X
  • All classes
avatar-seller
Diagnostiek colleges

COLLEGE 1A

Diagnostiek = het kunnen onderscheiden van beelden (grieks vertaling)

- Het is vooral een probleemoplossingsproces

Bij psychodiagnostiek ligt de nadruk op het individu (vs. orthopedagogische diagnostiek waar je kijkt
naar het individu in de context)

COMPONENTEN van diagnostiek als leer

1. Testleer. = ook wel psychometrie genoemd = weten hoe je moet meten.
- Omvat statistische en methodologische kennis voor keuze van instrumenten en interpretatie
van scores.
- Centrale begrippen: betrouwbaarheid, validiteit, normering
- Pas als we iets weten over verdeling van kenmerken in populatie en hoe we die kunnen
vaststellen bij 1 persoon kunnen we aangeven of de score van die persoon afwijkend of
problematisch is.
2. Theorieën en concepten
- Theorieën over individuele verschillen tussen personen en omgevingen en over ontwikkeling
van personen
- Eigenschappen, kenmerken, gedragingen, belevingen, ontwikkeling, individu, omgeving
- Obv hiervan kies je relevante hypothesen uit en concludeer je.
3. Meetinstrumenten
- Observatietechnieken, vragenlijsten, interviews, testen (assesments)
4. Diagnostisch proces
- KERNDOEL van dit vak
- Omvat alle fasen die worden doorlopen van vraag naar oplossing
- Er zijn normatieve modellen of procedures die voorschrijven welke stappen hierbij in welke
volgorde moeten worden genomen
- Wij focussen op NVO richtlijnen, maar ook regulatieve en empirische cyclus
- Zo is het controleerbaar en herhaalbaar (hopelijk)

Naast de NVO is de COTAN ook heel belangrijik. www.cotandocumentatie.nl

De NVO richtlijnen geven uitgangspunten en houvast aan het proces van diagnostiek en
hulpverlening. waar moeten uitgewerkte casussen aan voldoen om in aanmerking te komen voor
basisaantekening diagnostiek (=kwaliteitskeurmerk van NVO waarmee je aantoont dat je als
orthopedagoog beschikt over diagnostiekervaring)




TYPEN DIAGNOSTIEK

1. Hoe ervaren alle betrokkenen het gedrag van het kind?
- Verhelderende diagnostiek = voorafgaand aan de diagnostiek

, - wie zijn betrokkenen, wat zijn klachten etc?: ordenen klachten/hulpvragen
- De fase van de klachtanalyse (NVO)
- Brede inventarisering maken: geen antwoord/beslissing maar vormgeven verdere
diagnostische- en hulpverleningsproces
2. Wat is er aan de hand met het kind? Waaruit bestaat het probleem?
- Onderkennende diagnostiek = beschrijvende of karakteriserende diagnostiek

A objectieve beschrijving van het probleem: wat is de aard (symptomen) en de ernst van het
eetprobleem van X?

B classificatie: is er bij X sprake van een angststoornis?

C Niveaubepaling: wat is het vaardigheidsniveau van X op het gebied van rekening?

- Eerste stap van de probleemanalyse (NVO)

!! Classificeren lijkt verklaren, maar dat is het niet: je kijkt of bij een kind een bepaalde groep
gedragingen/symptomen aanwezig is en geeft daar een naam aan !!

classificeren is daarom geen doel opzich, maar is een middel om de situatie in kaart te brengen en
tot het daadwerkelijke doel te komen (=verandering voor kind binnen een contect)

3. Waarom zijn deze problemen met dit kind er nu? Hoe komt het? Wat zijn de oorzaken van de
problematische situatie?
- Verklarende diagnostiek = je wilt weten hoe het komt dat bepaald probleemgedrag
voorkomt, zodat je de problematiek begrijpt en aanknopingspunten hebt voor de
behandeling.
- Je onderzoekt condities of factoren die problemen veroorzaken of in stand houden (kind,
ouders, school) : kunnen ook interpretaties of ideeën zijn
- Wetenschappelijke/parate kennis is hier essentieel om te bepalen welke condities/factoren
relevant zijn
4. Wat is de meest geschikte behandeling of plaatising gezien kind en zijn situatie?
- Indicerende diagnostiek (in enge zin) = je wilt bepalen of een bepaald type
behandeling/plaatsing geschikt is en of hij/zij voldoet aan toelatingscriteria en of er geen
contra-indicaties aanwezig zijn
- Twee typen: 1. Plaatsing = toewijzen aan meest geschikte behandeling: kiezen uit
alternatieven en 2. Selectie = bepalen van geschiktheid voor bijvoorbeeld opleiding: ja of nee
- Let op: kan zijn dat je nog niet van alle indicaties/contra weet of het bij kind past: dan meer
onderzoek nodig. Maar doel is: beslissing maken over plaatsing.
- Let op: bij indicerend in engere zin is je advies slechts een beslissing, niks over hoe
behandeling ingevuld moet worden!!
5. Wat kan er gedaan worden om de problemen te verminderen of te doen verdwijnen?
- Indicerende diagnostiek (in ruimte zin!) = (be)handelingsgerichte diagnostiek
- Je wilt hulpverlening plannen en de kans van slagen van een bepaalde interventie inschatten
behandelingsplanning
taxatie veranderbaarheid (waar liggen de verandermogelijkheden bij cliënt(systeem)
- Je probeert te beoordelen wat kind, ouders en leerkracht nodig hebben om de problematiek
te doen verminderen: welke doelen staan centraal? Welke aanpak is nodig om die doelen te
bereiken?
6. Heeft de geadviseerde behandeling het verwachte en gewenste effect opgeleverd? Zijn de
problemen verminderd of verdwenen?

, - Evaluatieve diagnostiek
- Vindt plaats een tijdje nadat de plaatsing of behandeling is geïndiceerd
- Herhalingsonderzoek
- Je wilt weten of het advies het gewenste effect heeft gehad: moet de behandeling worden
veranderd/bijgesteld? Kan behandeling worden gestopt? Kan behandeling op dezelfde
manier worden doorgezet?
- Monitoring is hierbij van belang = is de interventie uitgevoerd zoals geadviseerd/bedoeld?
Nee: mogelijk ander effect als behandeling beter uitgevoerd wordt Ja: wellicht verkeerde
behandeling gekozen/verkeerde diagnose gesteld

DUS:
onderkennende - probleembeschrijving/niveaubepaling of screening/classificatie

Verklarende – probleemoplossing/advisering

Indicerende in enge zin – plaatsing/selectie

(Be)handelingsgerichte (ruime zin) – (be)handelingsplanning/taxatie veranderbaarheid

Evaluatieve – tussentijdse bijstelling/effectbepaling

Er is vaak sprake van verschillende types vraagstellingen binnen 1 diagnostisch proces

expliciteren om bewust te zijn van alle elementen

niet alle typen zijn nodig: zo kort als mogelijk, zo uitgebreid als nodig!

wenselijk vs. mogelijk




COLLEGE 1B




In praktijk lopen verschillende typen vaak door elkaar en worden er meerdere vragen tegelijk gesteld

, welke vragen je stelt heeft invloed op wat je gaat onderzoeken en welke instrumenten je gebruikt:
dus de vraagstelling stuurt type diagnostiek en procedure en stappen daarna.

VERSCHILLEN TRADITIONELE PSYCHODIAGNOSTIEK EN ORTHOPEDAGOGISCHE DIAGNOSTIEK

1. Doelstelling

Traditionele: constaterend

classificeren / adviseren / beslissen over plaatsing of selectie

Orthopedagoog: behandelings-verbeteringsgericht

preventie : niveaubepaling/screening

interventie: planning cq invulling behandeling/taxatie veranderbaarheid

evaluatie: tussentijdse bijstelling/effectbepaling




2. Diagnose

Traditionele: constaterende uitspraak

Orthopedagogische: uitspraak over wat meest gewenste vorm van interventie is  wat heeft een
kind nodig EN wat hebben ouders en leerkracht/omgeving nodig?

3. Object

Traditionele: individuele cliënt

Orthopedagogische: kind in relatie tot opvoeder(s), context, systeem

cliëntsysteem en onderwijsleersituatie



(BE)handelingsgerichte diagnostiek

Doelen en functies:

1. (be)handelingsplanning: hoe moet de behandeling/begeleiding worden ingevuld?
2. Taxatie veranderbaarheid: wat is de kans van slagen van een bepaalde aanpak of interventie?

4 belangrijke vragen in deze diagnostiek:

1. Wat zijn relevante condities en interpretaties?
- Aandacht voor contextfactoren gezin en school (transactionaliteit) PIJLER 1 HGD
- Aanname: directe link tussen verklarende en behandelingsgerichte diagnostiek = als ik weet
welke factoren spelen weet ik ook hoe ik t moet oplossen. Dit is dus een aanname 

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelwbakker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.90
  • (0)
Add to cart
Added