Koolhydraten of sachariden (suikers) zijn koolstofverbindingen met de algemene formule Cn(H2O)m.
Ze worden in groene planten onder invloed van zonlicht uit koolstofdioxide en water gevormd,
waarbij ook zuurstof ontstaat.
Formule fotosynthese: 6 CO2 (g) + 6 H2O (l) => C6H12O6 (aq) + 6 O2 (g)
De chemische energie die ontstaat komt weer beschikbaar als we koolhydraten als voedsel
gebruiken.
Ringvormige moleculen met 5 of 6 C-atomen en een O-atoom en op alle C-atomen OH-groepen zijn
suikers, die je monosachariden noemt. Ze hebben een zoete smaak en ze zijn heel goed oplosbaar in
water. De OH-groepen kunnen waterstofbruggen vormen met water.
Een disacharide wordt gevormd uit twee monosachariden. Deze ontstaat door een
condensatiereactie van twee monosacharidemoleculen, waarbij water ontstaat:
2 C6H12O6=> C12H22O11 + H2O
Polysachariden zijn polymeren van monosachariden. Drie voorbeelden van biopolymeren van
glucose zijn:
- Zetmeel: door hydrolyse in het lichaam afbreekbaar waarbij weer glucose wordt gevormd.
- Glycogeen: een netwerk van zetmeelmoleculen dat kan ontstaan door de vorming van crosslinks
wanneer een OH-groep uit een polymeerketen reageert met een van de vele OH-groepen uit een
andere polymeerketen.
- Cellulose: een biopolymeer waarbij de glucosemoleculen op een iets andere manier koppelen dan
in zetmeel. Cellulose is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de vezels in onze voeding.
Om koolhydraten te kunnen gebruiken voor onze energieproductie moeten di- en polysachariden
eerst worden afgebroken tot monosachariden. Dit kan met behulp van biokatalysatoren, enzymen,
door middel van hydrolyse:
(C6H10O5)n + n H2O => n C6H12O6
Hierdoor ontstaan monosachariden, glucose en fructose, die in de darmwand worden opgenomen in
het bloed. Een deel van die glucosemoleculen wordt verbrand: C6H12O6 (aq) + 6 O2 (g) => 6 CO2 (g) + 6
H2O (l)
De glucosemoleculen die niet direct nodig zijn worden door je lichaam omgezet in glycogeen = een
vertakt polysacharide dat wordt opgeslagen in de lever en het spierweefsel fungeert als een
soort energiebuffer. Als er snel behoefte is aan glucose, kan het lichaam glycogeen afbreken tot
glucose. Overtollige suikers worden in het lichaam omgezet in vet.
In je lichaam zijn koolhydraten een bouwstof. Cellulose is een polymeer opgebouwd uit monomeer
glucose. Dit komt het meeste voor op aarde en is bouwstoffen voor celwanden in planten en bomen.
De mens kan cellulose niet afbreken, dus je poept het weer uit.
Cellulose wordt moeilijk afgebroken. Zetmeel en glycogeen zijn goed afbreekbaar. Glycogeen is het
reservevoedsel van mens en dier.
12.2 Vetten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienke312. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.