LP2-KT1 t/m KT3
LP2-C-Geschiedenis I: 04-11
Leerdoelen:
- Na het college kan je als student de ontwikkeling van de verpleegkunde door de eeuwen
heen beschrijven.
- Je kan benoemen welke elementen bijdroegen aan de professionalisering van het beroep van
verpleegkundige.
- Je kan de verpleegkunde zoals we die nu kennen verklaren vanuit het historisch perspectief.
Geschiedenis en ontwikkeling van de verpleegkunde:
Tot 1880: Wie vroeger ziek was had pech. Je werd thuis verzorgd door familie. Iedereen die het kon
betalen zich thuis verplegen. Dit gebeurde door liefhebbende familie, buren of religieuze zusters.
1837: Vier katholieke zusters kwamen per koets naar de hoofdstad en gaven het startsein voor
verpleging aan huis. Zij verpleegden uit roeping en naastenliefde.
1843: Vereeniging voor Ziekenverpleging werd opgericht. Er kwamen nu ook neutrale pleegzusters.
1844: Het eerste diaconessenhuis in Utrecht opende.
1857: Het eerste lekenziekenhuis opende zijn deuren Het Prinsengracht ziekenhuis in Amsterdam
1875: Vanwege besmettelijke ziekten Vereeniging ‘Het Witte Kruis’
1878: Start verpleegstersopleiding na 1-jarige opleiding diploma met wit kruisje
professionalisering van de verpleging begon
1880: Elke stad kreeg zijn eigen ziekenhuis met operatiekamer, verband- en badkamer.
1881: Eerste zeven Witte Kruisverpleegsters rondden de opleiding af. Een van hen was Anna
Reynvaan
1890: Eerste vakblad: ‘Maandblad voor Ziekenverpleging’ Anna Reynvaan en Jeltje de Bosch
Kemper namen initiatief Tegenwoordig Tijdschrift voor Verpleegkundigen
1892: Verpleegsterscongres Jeltje de Bosch Kemper was voorzitter.
1893: Eerste beroepsorganisatie Jeltje en Anna richtten de ‘Nederlandsche Bond voor
Ziekenverpleging’ op. Tegenwoordig V&VN
1900: Vakbond Nosokomos opgericht
1905: Katholieken richtten hun eigen bond ‘Salus Infirmorum’ op om zich af te zetten tegen
lekenverpleging
1906: Nederlandsche Verplegers Vakvereeniging Mannen kwamen moeilijk aan de bak
1914-1918: Nederlandse verpleegkundigen reisden richting het front om gewonde soldaten te
verplegen. Een van hen was Rosa Vecht, die in 1914 sneuvelde.
1921: Wetgeving diploma’s A (algemene ziekenverpleging) en B (krankzinnigenverpleging)
1926: Opleiding kraamverzorgsters
1928: Nationale Bond van Verplegenden kwaliteit van de opleiding verbeteren. specialisaties
1936: Oprichting van Vereeniging van Docenten in Verpleegkunde Onder voorzitterschap van Bets
Bilgen
1961: Verpleegsters-school der Vrije Universiteit gericht op scheiding van ziekenhuis en opleiding
1965: Wet op de Ziekenverzorging moest krapte op arbeidsmarkt oplossen duurde 2 jaar
gericht op het werken met ouderen en chronisch zieken in de setting van het verpleeghuis
1972: Eerste HBO-V
1986: Eerste hoogleraar verplegingswetenschap dr. Anneke van de Bergh-Braam
1989: Verpleegkundigen in opstand
1991: Oprichting NU’91 focus op belangbehartiging en arbeidsvoorwaarden
1996: AVVV (Algemene Vergadering Verpleegkundigen en Verzorgenden) werd de koepel.
Herziening opleidingsstelsel van verpleegkundigen en verzorgenden
2006: AVVV wordt V&VN
2009: Tot de jaren ’80 was verpleegkundig handelen gebaseerd op praktische ervaring.
,Theorievorming kwam nu ook opzetten.
2011: V&VN, LEVV en STING fuseren tot ‘Huis van de verpleging’. Arbeidsvoorwaarden blijven in
handen van NU’91.
2014: Florence Nightingale Instituut (FNI) is nu een online geregistreerd museum.
2015: Wijkverpleging terug door wijkverpleging op te nemen in de Zorgverzekeringswet
Geschiedenis van de verpleegkunde
Vroeg Christelijke tijd:
Verpleging stond in het teken van naastenliefde en het verlichten van lijden door liefdevolle
verzorging. De eerste wijkverpleegkundigen waren diaconessen die in opdracht van de kerkgemeente
thuis zieken bezochten. Bisschoppen gaven onderdak aan hulpbehoeftigen waarvoor zij later
gasthuizen bouwden. Elke kathedraal diende een gasthuis te hebben voor armen, zieken en
vreemdelingen.
Middeleeuwen 500-1100:
In de vroege middeleeuwen waren de centra voor de gezondheidszorg aan de kloosters verbonden.
Zo bouwden de Benedictijnen direct buiten de kloostermuren een hospitium. De zorg die zij boden is
van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de verpleegkunde.
Middeleeuwen 1100-1500:
Verplegersorde door niet geestelijke ontstonden. Ook werd bepaald dat geestelijken geen medische
handelingen meer mochten verrichten. Daardoor verschoof de ontwikkeling van de medische
wetenschap naar de gasthuizen in de stad.
Renaissance 1500-1600:
Boekdrukkunst is belangrijk geweest voor verspreiding van medische wetenschap waardoor de
werken van Andreas Vesalius m.b.t. anatomie verspreid werden. In die tijd ging Europa gebukt onder
vele oorlogen met een toename van de zorgvraag en overvolle gasthuizen als gevolg.
De donkere tijd 1700-1800:
Bij welgestelde zieke mensen vond de zorg veelal thuis plaats en soms werden zelfs operaties thuis
uitgevoerd. In de gasthuizen was de zorg zeer slecht omdat de maatschappij weinig geld overhad
voor zieken en hulpbehoeftigen. Ook was er gebrek aan persoonlijke hygiëne en was er een gemis
aan schoon water. Het personeel was er slecht. De sterfte in de gasthuizen was zeer groot.
Medische ontdekkingen 1800-1950:
Er waren belangrijke ontdekkingen op medisch gebied die grote invloed hadden op het
verpleegkundig handelen. Rond 1875 werd verpleegkundige een volwaardig beroep met als
bekendste persoonlijkheid Florence Nightingale naast Theodor Fliedner en Frederika Fleidner en
werden opleidingen voor verpleegsters ingericht.
Verpleegkunde vanaf 1950:
Het idee verdween dat verpleegkundige een roeping is waardoor de afstand tot de patiënt enigszins
werd vergroot en de verpleegtechniek meer centraal kwam te staan. Het aantal mannen in de
verpleging groeide. Vanaf 1966 werden het verpleegkundigen genoemd. In 1972 startten de eerste
middelbare en hogere beroepsopleidingen en in 1977 verscheen de Wet tot bescherming van het
diploma van verpleegkundige. In de jaren tachtig ontstond het methodische en patiëntgericht
verplegen. Uiteindelijk fuseerden een groot aantal van de vakverenigingen tot de V&VN
(Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland) wat een beroepsvereniging is van zorgprofessionals.
LP2-C-Geschiedenis II
Leerdoelen:
- Na het college kan je benoemen welke rol zowel Florence Nightingale als Mary Seacole
gespeeld hebben in de ontwikkeling van het verpleegkundig beroep.
- Bovendien kan je de belangrijkste rolmodellen pioniers van de Nederlandse verpleegkunde
benoemen.
, Florence Nightingale en Mary Seacole
Mary Jane Seacole (Kingston, 1805 - Londen, 14 mei 1881):
Ze was een Jamaicaanse schrijfster en verpleegkundige tijdens de Krimoorlog.
Mary Jane Seacole werd geboren als de dochter van de Schotse militair James Grant en een vrije
Jamaicaanse vrouw. Haar moeder was een genezeres die bekend was met de Caribische en
Afrikaanse geneesmethodes. Van haar moeder leerde ze dan ook het vak van verplegen.
In 1851 reisde Mary Seacole naar Panama. Kort na aankomst werd de plaats getroffen door een
epidemie van cholera. Ze wist daar met veel succes de zieken te verplegen.
Ze hoorde het nieuws over de uitgebroken Krimoorlog en besloot ze om zich als vrijwilliger op te
geven om daar als verpleegster te werken. Met behulp van drijfhout en ijzeren platen bouwde ze te
Kadikoi, op vijf kilometer afstand van Sebastopol, haar British Hotel. Vanuit deze plek behandelde
Seacole haar patiënten. Ook ging ze vaak naar het front om spullen aan de soldaten te verkopen.
Mary Seacole was de laatste die de regio verliet. Ze had gedurende haar periode op de Krim veel van
haar financiële middelen verbruikt. Na de oorlog keerde ze terug naar London waar ze failliet werd
verklaard. Er werd vervolgens een fonds voor haar opgezet waarop velen doneerden ook werd er een
groot festival in de Royal Surrey Gardens gehouden om geld op te halen. In 1860 bekeerde Mary
Seacole zich tot katholicisme en keerde ze terug naar Jamaica. In 1872 werd ze de persoonlijke
masseuse van de prinses van Wales, Alexandra van Denemarken, die aan onder meer aan reuma
leed.
Florence Nightingale (Florence, 12 mei 1820 — Londen, 13 augustus 1910):
Ze was een Brits verpleegkundige, sociaal hervormer, statistica en mystica.
Florence was intelligent en goed opgeleid en kwam uit een zeer welgestelde Engelse familie. Als
tiener hoorden ze de ‘stem van God’ die vertelde dat ze het lot van de armen, zieken en gewonden
wilden verbeteren. Als protest tegen de beperkingen die daartegen gesteld werden als vrouw,
schreef ze Cassandra. Ondanks het verzet van haar familie, deed Florence ervaring op in het
verzorgen van zieken. Korte tijd bracht ze door in het diaconessenhuis in het Duitse Kaiserswerth en
bij de zusters van St. Vincent de Paul in de buurt van Parijs. Na haar terugkomst in Engeland legde zij
zich toe op de reorganisatie van een klein ziekenhuis in Londen.
Toen tijdens de Krimoorlog het nieuws melding maakte van zieke en gewonde Britse soldaten, bood
Florence, haar diensten aan. Met geduld, tact en vooral veel organisatievermogen wist zij orde in de
hospitaalafdeling te scheppen en bereikte dat de verzorging van gewonden aanmerkelijk verbeterde.
Toch stierven juist in haar ziekenhuis relatief de meeste soldaten. Ze drong aan op een onderzoek,
waaruit bleek dat een defecte riolering de oorzaak was. Hier heeft ze haar leven lang een sterk besef
van het belang van hygiëne aan overgehouden.
Ze werd de uitvindster van het pooldiagram, introduceerde het gebruik van statistieken in de
gezondheidszorg en werd het eerste vrouwelijke lid van de Royal Statistical Society.
Na haar terugkomst in Engeland richtte ze in 1856 een verpleegstersschool op in het St.
Thomashospitaal in Londen, een van de eerste opleidingen op dit gebied en de invloedrijkste. In 1859
schreef ze Notes on Nursing, What It Is, and What It Is Not, het eerste moderne handboek voor de
verpleging van zieken. Haar opvatting dat gezondheid niet slechts de afwezigheid van ziekte is, maar
de situatie waarin een mens al zijn of haar talenten kan ontplooien, heeft de definitie van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bepaald.
Door haar inzet voor gezondheidszorg, onderwijs en inkomenszekerheid voor iedereen is ze een
belangrijke grondlegger van de moderne verzorgingsstaat geworden. Nightingale had een holistische
visie; een ziekte of misdaad is altijd ook een symptoom van een tekort in de maatschappij.
Door haar baanbrekende werk werd er ook in de toenmalige kolonie Brits-Indië (nu India) een
departement van Gezondheid in het leven geroepen. Ze kwam op voor de arme, onderdrukte boeren
daar, onderstreepte als een van de eersten het belang van irrigatie om misoogsten te voorkomen en
suggereerde een vorm van microkrediet.
Lijden is de prikkel om tot vooruitgang te komen. Zo vond ze oorlog 'afschuwelijk' maar stelde
tegelijk vast dat de Krimoorlog tot een enorme verbetering van de verpleging had geleid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotteluttik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.