100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arresten Inleiding strafrecht $3.25   Add to cart

Judgments

Arresten Inleiding strafrecht

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle arresten die behoren tot de tentamenstof van het vak Inleiding strafrecht, gegeven aan de Universiteit Leiden

Preview 2 out of 9  pages

  • April 18, 2022
  • 9
  • 2021/2022
  • Judgments
  • Unknown
avatar-seller
Samenvatting arresten (Inleiding strafrecht)

Week 1
Muilkorf
Feiten:
In de gemeente Bergen op Zoom was het verboden om honden die langer dan 65 cm waren zonder
muilkorf los te laten lopen, vastgelegd in art. 214 lid 1 van de APV van Bergen op Zoom. In het
tweede lid stond vermeld, dat als de politie op straat een hond aan trof waarvan zij het vermoeden
had dat deze langer was dan 65 cm, de hond op aanwijzing van de politie naar het bureau moest
worden gebracht. Een man met een loslopende hond zonder muilkorf, waarvan de politie vermoede
dat hij langer was dan 65 cm werd verzocht om naar het bureau te komen voor een meting. De man
gaf hier geen gehoor aan en werd veroordeeld tot een boete van 1 gulden. De man weigerde het
bedrag te betalen en de zaak kwam voor het recht.
Rechtsvraag:
Mocht de verdachte worden veroordeeld tot het betalen van een boete voor het niet opvolgen van
de aanwijzingen van de agenten?
Overweging:
De Hoge Raad overwoog het volgende: plaatsing van art. 1 Sv aan het begin van het Wetboek van
Strafvordering, bracht met zich mee dat er gesproken moest worden van strafvordering in de ruimste
zin van het woord. De plaatsing van een regeling, om een strafbaar feit op te sporen, in een APV is
derhalve in strijd met de wet, omdat een APV geen wet in formele zin is. De man had dus geen boete
opgelegd mogen krijgen en de Hoge Raad vernietigt derhalve het vonnis van de rechtbank.
Rechtsregel: Op grond van art. 1 Sv mogen regels over strafvordering alleen in formele wetgeving
worden gegeven
Relevante artikelen:
Art. 1 Sv

Onbehoorlijk gedrag
Feiten:
Verdachte wordt op 10 juni 1983 aangehouden op perron 1 van Rotterdam Centraal toen ze haar
geschoeide voeten op een stoel in een restauratie legde. Vervolgens schold ze een agent en aspirant-
agent van de spoorwegpolitie uit voor onder andere klootzakken en hufters. Tevens weigerde zij,
nadat een agent haar de aanwijzing daartoe had gegeven, de restauratie te verlaten.
De verdachte werd aangehouden en haar werd onbehoorlijk gedrag ten laste gelegd, wat in art. 4
ARV strafbaar was gesteld. De verdachts stelt dat de term onbehoorlijk gedrag te vaag is en dus het
legaliteitsbeginsel schendt.
Rechtsvraag:
Was er een schending van het legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr en art. 7 EVRM)?
Overweging:
De Hoge Raad achtte de strafbepaling niet onverenigbaar met art 1 Sr en art. 7 EVRM, omdat de
norm in zoverre is geconcretiseerd dat het gaat om gedrag op stations en in treinen. De Hoge Raad
oordeelt dat er geen sprake is van schending van het legaliteitsbeginsel en verwerpt het cassatie-
beroep van de verdachte.
Rechtsregel:
Volgens het legaliteitsbeginsel is een gedraging alleen strafbaar als het voldoet aan een duidelijke
delictsomschrijving. Volgens de Hoge Raad is het echter onvermijdelijk dat zich soms vage termen
voordoen. Het is soms niet mogelijk om een concretere delictsomschrijving te geven, omdat er velen
gedragingen vallen onder een bepaald begrip, waardoor open formulering noodzakelijk is.
Op basis van wat gebruikelijk is kan met af leiden wat in een bepaalde situatie als onbehoorlijk
gedrag moet worden aangemerkt.
Relevante artikelen:
Art. 1 Sr en art. 7 EVRM

, Runescape
Feiten:
Het slachtoffer (13 jaar), de verdachte en de medeverdachte spelen allemaal Runescape. Op 6
september 2007 fietst het slachtoffer naar huis. De verdachte en medeverdacht komen naast hem
fietsen en dwingen hem mee te gaan naar het huis van de medeverdachte. Het slachtoffer wordt
door de verdachten gedwongen geld en goederen van zijn Runescape-account over te zetten naar
het account van de verdachte. Wanneer het slachtoffer weigert wordt hij geslagen en geschopt,
terwijl een van de verdachten roep: ‘ik maak je dood!’. Het slachtoffer logt in en wordt nogmaals
geslagen. De verdachte zet het geld en de goederen over naar zijn eigen account en gooit het
slachtoffer daarna het huis uit.
Rechtsvraag:
Kan een virtueel object als ‘enig goed’ worden beschouwd in de zin van artikel 310 Sr?
Overweging:
In cassatie voert de verdediging onder meer aan dat een virtueel object niet ‘echt’ bestaat: het is
slechts een weergave van bits en bytes en is dus een illusie. Dit middel faalt, want volgens de Hoge
Raad kunnen de virtuele objecten toch als goederen worden beschouwd omdat de objecten door de
aangever door inspanning en tijdsinvestering zijn verworven, een reële waarde hadden en het bezit
ervan uiterst begrenswaardig was. Daarnaast had het slachtoffer de feitelijke en exclusieve
heerschappij over de goederen. Met andere woorden, de virtuele objecten waren individualiseerbaar
en voor bezit vatbaar.
Ten tweede voerde de verdediging aan dat het ging om gegevens in de zin van art. 80quinquies Sr.
Volgens de Hoge Raad mogen de virtuele objecten als goed worden aangemerkt, dus ook dit middel
faalt.
Tot slot voerde de verdediging aan dat het stelen van virtueel bezit juist het doel is van het spel
Runescape. Relevant is, volgens de Hoge Raad, dat de verwerving van de goederen zoals dat in deze
casu heeft plaatsgevonden niet gedekt wordt door de spelregels van Runescape. Het laatste middel
faalt dus ook.
De Hoge Raad concludeert dus dat het afhandig maken van een virtueel object uit een spel inderdaad
als diefstal kan worden beschouwd. Ook zegt de Hoge Raad nog dat in deze casus art. 6 EVRM is
geschonden, omdat er 16 maanden zaten tussen het instellen van het cassatieberoep en het wijzen
van het arrest. Daarom werd het aantal uren werkstraf verlaagt van 160 uren naar 144 uren.
Rechtsregel:
Virtuele objecten kunnen als ‘goed’ in de zin van art. 310 Sr worden gekwalificeerd en zijn dan ook
vatbaar voor diefstal
Relevante artikelen:
Art. 310 Sr en art. 80quinquies Sr

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunadelange. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart