Dit is een samenvatting van de colleges van het vak Bijzonder Bestuursrecht (notariaat). De colleges zijn gegeven door de heer J. Robbe. Alle informatie en/of afbeeldingen opgenomen in de samenvatting zijn ontleend aan de colleges van de heer Robbe.
TENTAMEN VENNOOTSCHAPS- EN RECHTSPERSONENRECHT
31 mei 2021
HC 1 inleiding; vereniging
HC 2 vervolg van de vereniging; stichting, coöperatie en onderlinge
waarborgmaatschappij
HC 3 tegenstrijdig belang
HC 4 inleiding NV/BV; bestuur en vertegenwoordiging
HC 5 bestuur en vertegenwoordiging, Raad van Commissarissen
HC 6 jaarrekeningenrecht
HC 7
HC 8
HC 9
HC 10
HC 11
HC 12
,Door: Nanne Brooimans Studiejaar: 2020/2021
HC 1
Rechtspersonen
Titel 2.1 BW publiekrechtelijk (bijv. overheden)
Titel 2.2 BW kerkgenootschap
Titel 2.3 BW privaatrechtelijk
1. Stichting (art. 2:285 e.v.)
- door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon;
- doelvermogen, opgericht rondom een bepaald vermogen dat bepaalde bestemming
moet dienen;
- die bestemming moet vermeld staan in de akte van oprichting;
- geen leden.
2. Vereniging (art. 2:26 e.v.)
- rechtspersoon met leden;
- gericht op een bepaald doel (anders dan art. 2:53 lid 1 of 2 – coöperatie/onderlinge
waarborgmaatschappij);
- geen winst verdelen onder haar leden.
Soorten verenigingen:
1) “Gewone” vereniging – sport-/studievereniging;
2) Coöperatie (art. 2:53 lid 1) – doelstelling: voorzien in bepaalde stoffelijke
behoeften van haar leden krachtens overeenkomsten anders dan verzekeringen
(bijv. Rabobank);
3) Onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) (art. 2:53 lid 2) – doelstelling: met
haar leden verzekeringsovereenkomsten sluiten (bijv. Univé).
Schakelbepaling: art. 2:53a – bepalingen van titel 2 (verenigingen) zijn van
overeenkomstige toepassing op de coöperatie en OWM, m.u.v. art. 2:26 lid 3 en 2:44
lid 2, voor zover titel 3 niet anders bepaalt.
art. 2:26 lid 3 – een vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen bij een
coöperatie en OWM mag dit juist wel.
Bij een coöperatie ben je niet automatisch lid;
Bij een OWM is dat wel het geval, dit lidmaatschap kun je wel opzeggen.
art. 2:6 – openbaarmaking als er sprake is van een rechtspersoon, is er sprake van
statuten (naam, doel, wijze van totstandkoming besluiten, benoeming bestuur, wie is
vertegenwoordigingsbevoegd, etc.). Hoofdregel: een rechtspersoon kan aan een derde
een regeling tegenwerpen als de regelingen op de juiste wijze bekend zijn gemaakt.
art. 2:7 – doeloverschrijding rechtspersonen moeten binnen hun doel handelen. Bij
doeloverschrijding is de rechtshandeling vernietigbaar, indien de wederpartij dit wist
of dit zonder eigen onderzoek moest weten. Alleen de rechtspersoon kan hier een
beroep op doen.
art. 2:8 – redelijkheid en billijkheid gedragsbepaling over hoe men zich in een
organisatie dient te gedragen. Lid 2: wanneer de regel onaanvaardbaar is naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid, is de regel niet van toepassing.
Taakvervulling en aansprakelijkheid
art. 2:9 lid 1: elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een
behoorlijke vervulling van zijn taak (= interne verhoudingen). Lid 2: bestuurder is
voor het geheel aansprakelijk in geval van onbehoorlijk bestuur, tenzij hij hem geen
ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij ook niet nalatig is geweest om
maatregelen te treffen om onbehoorlijk bestuur te voorkomen.
art. 2:10 – boekhoudplicht het bestuur moet ervoor zorgen dat er een jaarlijkse
balans wordt opgemaakt binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar. Lid 3:
bewaarplicht van 7 jaar. Als er sprake is van een onware balans, is dat strafbaar.
Stel: een bouwbedrijf wordt in de vorm van een BV gedreven. Er is een bestuurder, enig
aandeelhouder en een derde die een contract heeft gesloten met als doel het bouwen
van een woning. Dat gebeurt niet. De derde kan de BV aansprakelijk stellen, krijgt hij dan
zijn geld terug als er te weinig vermogen in zit? Kan je de bestuurder aansprakelijk
stellen?
Hoofdregel: je kunt een bestuurder niet in persoon aansprakelijk stellen, maar het
vermogen van de BV dient uitgewonnen te worden.
art. 2:248 lid 1 – in geval van faillissement van de NV/BV is iedere bestuurder jegens
de boedel hoofdelijk aansprakelijk (voor het geheel), voor het bedrag van de
schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden
voldaan indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en
, Door: Nanne Brooimans Studiejaar: 2020/2021
aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement bewijslast
ligt bij de derde.
lid 2 – indien het bestuur niet heeft voldaan aan de verplichtingen van art. 2:10 en
394 heeft het zijn taak onbehoorlijk vervuld en wordt vermoed dat onbehoorlijke
taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
lex specialis voor lex generalis
art. 2:11 – de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een
andere rechtspersoon, rust tevens hoofdelijk op een ieder die ten tijde van het
ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is je
kunt niet door een structuur van rechtspersonen op te richten voorkomen dat je zelf als
natuurlijk persoon buiten schot blijft.
Stemrecht
bijv. stemmen in vereniging
art. 2:41 lid 1 – het bestuur roept als college de ALV bijeen. Deze bevoegdheid kan ook
aan anderen worden verleend, bijv. de voorzitter en/of secretaris.
lid 2 – het bestuur kan ertoe worden verplicht een ALV bijeen te roepen als 10% van de
stemgerechtigde leden dit wenst.
De statuten bepalen op welke manier bijeenroeping geschiedt. Als regel geldt dat een
elektronische bijeenroeping ook geldt als het schriftelijk bijeenroepen in de zin
van art. 2:41 lid 4.
art. 2:38 lid 2 – de voorzitter en secretaris van het bestuur treden op als zodanig in de
ALV.
Stemmen bij meerderheid
De meerderheid = de helft +1, soms wordt er om een versterkte meerderheid
gevraagd (bijv. statutenwijziging: meerderheid van ⅔).
art. 2:42 – in de statuten van een vereniging kan geen verandering worden gebracht
dan door een besluit van de ALV.
art. 2:43 – hoofdregel: een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste ⅔ van de
uitgebrachte stemmen.
Gedachte is dat de meerderheid van degenen die aanwezig zijn bindt de
vertegenwoordigde minderheid.
Er wordt daarom vaak een quorum ingesteld (= minimale hoeveelheid leden die
moet komen opdagen om rechtsgeldig te kunnen besluiten).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nannebrooimans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.