Organisatie: is een menselijke samenwerking die doelgericht is en als blijvend doel bedoeld
is.
Bedrijf: is een organisatie die goederen en/of diensten voortbrengen of handeldrijven met
het doel deze op een afzetmarkt te verkopen.
We onderscheiden bedrijven met en zonder winstoogmerk:
- Bedrijven zonder winstoogmerk: (non-profitinstellingen) streven naar levering van
goederen en/of diensten voor algemeen nut tegen de laagst mogelijke offers à
ziekenhuis.
- Bedrijven met winstoogmerk streven naar winst à onderneming. Een onderneming
streeft op eigen kracht naar opbrengst voor hun product en/of dienst. Ze proberen
eraan te verdienen.
Een organisatie is alleen een bedrijf als zij goederen of diensten produceert. Je kunt een
bedrijf ook zien als een menselijk samenwerkingsverband dat doelgericht en blijvend is. De
omschrijving omvat vier belangrijke kenmerken, die exact aangeeft waar het in een
organisatie om draait:
1. De mens in de organisatie: we bestuderen bedrijven en organisaties waarin mensen actief
zijn.
2. De samenwerking in een organisatie: in een samenwerkingsverband kan je meer bereiken
dan individueel. Samenwerken loont omdat het synergie-effect optreedt: dit wil zeggen dat
het resultaat van het totale samenwerkingsverband groter is dan een optelling van de
resultaten van de individuele prestaties.
3. Doelgerichtheid binnen een organisatie: ieder bedrijf heeft een doel. Organisatiedoelen
kunnen veranderen, maar om de eenheid binnen de organisatie te bewaren zullen er altijd 1
of meer gezamenlijke doelen aanwezig moeten zijn.
4. Continuïteit in een organisatie: het blijvende karakter van de organisatie. Een
onderneming blijft investeren om in de toekomst te blijven bestaan. De bedrijfskunde gaat
meestal uit van going-concern-gedachte: je gaat bij het nemen van managementbeslissingen
uit van de continuïteit van het bedrijf.
Het overgrote deel van bedrijfskunde gaat over het organiseren van bedrijven die blijven
bestaan. Als interne hoofddoelstelling voor bedrijven geldt: het voortbestaan van het
bedrijf. De externe hoofddoelstelling van bedrijven: is het voorzien in een
(maatschappelijke) behoefte.
Bedrijven worden opgericht met een bepaalde doelstelling. Om die doelstelling te realiseren
zal input veranderd moeten worden in output.
Transformatieproces: het omzettingsproces in organisaties van input (via transformatie)
naar output. Wanneer er niet wordt aangegeven hoe de input tot de juiste output wordt
,getransformeerd spreek je van blackboxbenadering. Het bedrijf wordt dan beschouwt als
een zwarte doos waarbij alleen gezien kan worden wat er ingaat en wat er uitgaat.
Bedrijfskundige kengetallen:
Nettowinstmarge: geeft de mate aan waarin je van de omzet nog winst overhoudt.
Berekening: nettowinst ÷ omzet ´ 100%
We gaan de volgende stellingen uitwerken:
1. Bedrijfskunde gaat over bedrijven.
2. De bedrijfsomgeving is belangrijk in de bedrijfskunde.
3. Bedrijfskunde is multidisciplinair.
4. Bedrijfskunde is interdisciplinair.
5. Bedrijfskunde is een wetenschap en een kunde.
1. Bedrijfskunde gaan over bedrijven: de bedrijfskunde is het vakgebied dat zich bezighoudt
met het op de juiste wijze organiseren, in elkaar zetten en regelen van bedrijven.
2. De bedrijfsomgeving is belangrijk in de bedrijfskunde: met omgeving wordt gedoeld op
elementen buiten het bedrijf die echter wel van invloed zijn op de werking van het bedrijf à
klanten, de overheid, vakbonden. Voor bedrijfskunde geldt: ‘Als je het deel in het geheel niet
ziet, zie je het geheel niet.’
3. Bedrijfskunde is multidisciplinair: de bedrijfskunde brengt staande vakken
(monodisciplines) samen omdat een op te lossen bedrijfsprobleem vaak niet toe te splitsen is
op 1 vakgebied. Daarom spreek je van het multidisciplinaire karakter van bedrijfskunde. De
volgende vakgebieden spelen binnen de bedrijfskunde een rol:
,De bedrijfskundige moet de invloed van de belangrijkste vakgebieden oplossen door
problemen in bedrijven te kennen en dat hij zich moet realiseren dat de genoemde
disciplines elk hun eigen oplossing zullen aandragen die soms tegenstrijdig zijn.
De vakgebieden toegelicht:
- Bedrijfseconomie: hierbinnen komt de werking van financiën binnen bedrijven aan
de orde.
- Bedrijfspsychologie: dit bestudeert het gedrag van mensen binnen een bedrijf en
geeft adviezen over effectieve inzet van de menselijke factor.
- Technologieleer: een modern bedrijf bedient zich van vele soorten techniek.
- Inkoopkunde: voordat een bedrijf iets kan verkopen heeft het eerst goederen en
diensten ingekocht.
- Marketing en sales: geeft inzicht in de wijze waarop bedrijven het meest succesvol
hun producten en diensten verkopen en de vraag naar hun producten kunnen
verhogen.
- Organisatiekunde: concentreert zich op de effectiefste en efficiëntste wijze van het
organiseren van bedrijfsactiviteiten.
- Communicatiekunde: de verschillende manieren van communicatie binnen een
organisatie.
- Management van processen: denk aan productie van producten, vervoer van
producten en het leveren van diensten.
- Rechten: de overheid geeft aan in welke wettelijke kaders het bedrijf moet opereren.
Een internationaal bedrijf moet zich soms richten op van elkaar verschillende
wetgevingen.
- (Bedrijfs)sociologie: de manier waarop mensen met elkaar omgaan in een bedrijf.
- Facility management: dit is het kennisgebied waarbinnen aandacht wordt besteed
aan bouw en het inrichten van afdelingen binnen bedrijven.
- Informatiekunde: beschrijft hoe informatietechnologie kan worden ingezet om
organisatiedoelen te bereiken.
4. Bedrijfskunde is interdisciplinair: bedrijfskunde brengt vakgebieden niet alleen bij elkaar,
maar brengt eerst met eigen bedrijfskundige begrippen een probleem in kaart. Voor een
uiteindelijke oplossing zet de bedrijfskundige de verschillende vakgebieden tegenover elkaar
als er tegenstellingen zijn of hij verbindt ze juist met elkaar als de oplossing elementen uit
verschillende vakgebieden nodig heeft. Vanwege die verbinding van verschillende disciplines
wordt bedrijfskunde interdisciplinair van aard genoemd.
5. Bedrijfskunde is een wetenschap en een kunde: bedrijfskunde is een wetenschap omdat
het geen kritiekloos doorgeefluik van de kennis is uit andere vakgebieden, maar er de eigen
ideeën en definities op los laat. Bij bedrijfskunde gaat het om reële problemen en praktische
vraagstukken die opgelost moeten worden. Bedrijfskunde is toepassingsgericht.
We definiëren bedrijfskunde als volgt: de bedrijfskunde is die tak van de wetenschap die
zich bezighoudt met de organisatie en omgeving van bedrijven. Bedrijfskunde kent een
integrale (veelomvattende), multi- en interdisciplinaire benadering waarin op een
, wetenschappelijke manier aandacht wordt besteed aan praktijkgerichte vraagstukken
binnen bedrijven.
De volgende noodzakelijke competenties (bekwaamheden) voor bedrijfskundigen worden
aangegeven:
- Analytisch inzicht: hij moet de werking van een bedrijf kunnen analyseren zodat hij
verbeteringen in kaart kan brengen.
- Adviseren: een bedrijfskundige heeft een adviserende rol.
- Samenwerken: als bedrijfskundige houd je je bezig met verschillende vakgebieden
dus moet je kunnen samenwerken met specialisten uit die vakgebieden.
- Communiceren: een bedrijfskundige beschikt over goede mondelinge en schriftelijke
communicatievaardigheden.
- Leiding kunnen geven: als bedrijfskundige moet je kunnen plannen, organiseren en
delegeren.
- Stressbestendigheid: een bedrijfskundige heeft te maken met deadlines.
Hoofdstuk 4 Het verkennen van de bedrijfsomgeving
Omgeving van de organisatie: alles wat buiten de organisatie ligt, maar wel invloed heeft op
de organisatie.
1. De vraag aan de omgeving à wie zijn wij en wat doen wij? Op deze vraag zijn drie
antwoorden:
1. De bepaling van de omgeving door te kijken naar het product of de dienst die het
bedrijf levert.
2. De bepaling van de omgeving door te kijken naar de markt waarop het bedrijf
actief is.
3. De bepaling van de omgeving door te kijken naar de door het bedrijf gebruikte
technologieën of processen.
Bedrijven zijn in meer of mindere mate afhankelijk van hun omgeving. De omgeving
waarmee ze te maken hebben, bestaat uit partijen en situaties. De partijen vormen de
transactionele omgeving. Voor de meeste organisaties bestaat de transactionele omgeving
uit de volgende partijen: afnemers, overheid, banken, leveranciers en concurrenten.
De situaties die in de omgeving van organisaties een rol spelen, vormen de contextuele
omgeving. De situaties betreffen ontwikkelingen op het gebied van economie, politiek,
wetenschap en technologie en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen.
Bedrijfskundige kengetallen:
Emissie berekenen: uitstoot in kg (of liters) van stof X ÷ totaal geproduceerde hoeveelheid
geproduceerde stoffen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavandijkk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.