Er zijn regels nodig anders kiest iedereen voor zichzelf —> chaos
Het zorgt voor een geordende samenleving.
Radicale anarchisten en marxisten:
Staat is niet de oplossing voor geweld, maar juist de oorzaak.
Shared space: minder regels, meer eigen verantwoordelijkheid —> zo let je
meer op inplaats van blind vertrouwen (minder chaos)
Je spreekt van een staat als:
1. Grondgebied, met begrenzing
2. Bevolking
3. Gezag, soevereiniteit (zelfstandig bestuur)
Na de Tweede Wereldoorlog meer staten
Circa van 50 naar 200, komt door dekolonisatie.
Soorten staten:
• Dictatuur (oligarchie) vs democratie
• Nachtwakersstaat (weinig bemoeienis overheid, zorgen alleen voor
veiligheid), verzorgingsstaat, totalitaire staat (geen eigen keuzes)
• Eenheidsstaat (centraal + onderliggend bestuur, maar de centrale beslist
voorbeeld land = NL) vs federale staat (een centrale overheid
bijvoorbeeld VS)
• Republiek (aangewezen) vs monarchie (één hoofd vaak door terreur)
Plato —> weinig mensen in staat voor politiek leiderschap, lange scholing
nodig.
Aristoteles —> zoveel mogelijk mensen bemoeien met bestuur.
Hobbes —> eerste taak staat is orde handhaven, 1 absolute heerser nodig.
Rousseau —> directe democratie, eigen regels bepalen
,• Omschrijving van de belangrijkste staatsorganen en hun onderlinge
verhoudingen.
• Klassieke grondrechten (‘’vrijheidsrechten’’).
• Sociale grondrechten.
Constitutie is basis van de rechtsstaat:
Een staat waarin ook de overheid aan regels gebonden is.
Ontstaan en kenmerken van de Nederlandse staat
Bevolking
De eerste ‘’bewoners’’ 250.000 - 400.000 jaar geleden.
Nu wonen er 17 miljoen mensen (2016), groei naar mogelijk 18,4 miljoen in
2060. Dit zal voornamelijk komen door migratie.
Diversiteit: zuilen, multiculturalisme.
—> altijd al geweest in Nederland. Dit komt door toevluchtsoord voor
gelovige (vrijheid), dekolonisatie, arbeid en politieke vluchtelingen.
Circa 20% allochtonen (circa 10% niet-Westerse).
Samenstelling bevolking religie:
• niet kerkelijke 51%
• Katholieke 24%
• Protestant 15%
• Islamitisch 5%
• Overige 5%
Nederland vergrijst dus politiek moet stelsel hierop aanpassen.
Grenzen en soevereiniteit
Het Heilige Roomse Rijk
—> West, Oost, Midden
Alleen in West centraal gezag vanuit Parijs.
Veel kleine staten —> De Nederlanden
Middeleeuwen: versnipperende macht
• Lappendeken van rivaliserende graafschappen, heerlijkheden, hertogen
• Zelfstandige positie van steden
• Feodalisme, op grondbezit gebaseerde macht
• Kerkelijk gezag: kloosters, abdijen (die kregen geld van boeren)
, • Privileges voor de standen: adel en geestelijkheid, later ook de burgerij
14e/15e eeuw—> beperkte centralisatie. (Ontstaan Bourgondische
Rijk)
Vorst breiden zijn macht uit en kreeg hier alles over te zeggen, maar zo’n
groot rijk kan je niet in je eentje besturen. (Filips de Goede, Karel De Stoute)
Ontstaan van eerste overkoepelende staatsinstellingen:
• Hofraad (adviesraad, later Raad van Staten), ambtenarij
• Stadhouders en landvoogden (vertegenwoordigers van de vorst in een
gewest of deel van het rijk)
• Gewestelijke standenvertegenwoordigers (‘’Provinciale Staten’’)
• Centraal overleg van de staten (‘’Staten Generaal’’)
Uitbereiding Bourgondische Rijk
—> Door twee huwelijken komen Rijken bij elkaar onder gezag van Karel V.
De breuk met Spanje
1579
Unie van Atrecht: zuidelijke gewesten verklaren zich loyaal aan Filips II en
aan het katholicisme.
Unie van Utrecht: noordelijke gewesten sluiten defensieverdrag tegen
Spanje.
1581
Plakkaat van Verlating: definitieven breuk met Filips II.
Republiek der Zeven Provinciën
Na de breuk met Filips II wordt geen geschikte nieuwe vorst gevonden.
—> ze gaan verder als een verbond van soevereine gewesten.
Kenmerken van de Republiek
Statenbond met gedeelde soevereiniteit:
• Macht bij de provincies (Provinciale Staten) en de steden.
• Staten-Generaal verantwoordelijk voor:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalievanzijp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.23. You're not tied to anything after your purchase.