De aanslag (4)
Samenvatting
Proloog:
De Steenwijks wonen in een kleine villa waarvan er vier dicht bij elkaar aan een kade staan. In de
meest links gelegen huis “Welgelegen” woont de gepensioneerde procuratiehouder Beumer met zijn
vrouw. Dan volgt “Buitenrust”, waar Anton woont, daarnaast in “Nooitgedacht” wonen een
stuurman op de grote vaart, Korteweg, en zijn dochter Karin,
die verpleegster is. En in "Rustenburg” woont het echtpaar Aarts, dat heel uitgezonderd leeft.
De vier huizen liggen heel geïsoleerd, alleen aan de overkant van het water liggen wat boerderijen
en huisjes. Anton speelt vaak op de braakliggende grond achter de huizen of kijkt naar de schepen
die door het kanaal varen.
Eerste episode: 1945
Het is avond. Vader, moeder, Peter en Anton Steenwijk zitten bij het licht van een carbidlantaarn
kleumend bijeen in de enige kamer die nog af en toe verwarmd wordt. Moeder haalt een trui uit, de
zeventienjarige Peter maakt huiswerk, vader en Anton lezen. Af en toe beginnen ze een gesprek dat
niet wordt afgemaakt, over een artikel dat Anton leest of over de vertaling die Peter gemaakt heeft.
Peter plaagt Anton met zijn naam (Anton Mussert). Voor ze naar bed gaan, beginnen ze een spelletje
mens-erger-je-niet. Het is bijna acht uur, spertijd, en buiten is het stil.
In die stilte vallen zes schoten. Peter gaat eerst kijken in de voorkamer en rent daarna naar buiten:
er is iemand neergeschoten. Als Anton door het raam kijkt, ziet hij voor het huis van Korteweg een
bewegingloze man liggen naast een fiets. Peter komt terug met de mededeling dat het Ploeg is. Fake
Ploeg is hoofdinspecteur van politie en een berucht verrader. Zijn zoon, die ook Fake heet, zit bij
Anton in de klas.
Dan zien ze dat meneer Korteweg en Karin het lijk van Ploeg voor hun huis neerleggen. Peter vreest
represailles en wil het lijk terugleggen of bij Beumer voor de deur deponeren. Het lukt moeder en
Anton niet hem tegen te houden. Vader blijft gedurende de hele scène machteloos aan tafel zitten.
Peter probeert het lijk alleen te verslepen, maar hij wordt gestoord door een gewapende patrouille.
Met het pistool van Ploeg vlucht hij achter het huis van Korteweg. Hij komt niet terug en ze durven
hem niet te gaan zoeken. Vooral vader is verlamd van angst. De Duitsers rammen hun deur. Dat de
Steenwijks schuldig zijn staat meteen al voor hen vast, omdat vader in een boek van Spinoza, een
jood, zat te lezen. Bovendien ontbreekt Peter.
Ze worden naar buiten gevoerd, waar Anton wordt gescheiden van zijn ouders. Hij moet wachten in
een auto. Hij ziet hoe ze hun huis vernielen en het ten slotte met handgranaten en een
vlammenwerper in brand steken. In een vrachtauto worden geboeide mensen aangevoerd. Even
meent hij de schim van zijn moeder te zien. Korte tijd later hoort hij het ratelen van een mitrailleur.
Anton wordt naar het politiebureau van Heemstede gebracht, dat tjokvol is. Een menselijke brigadier
sluit hem op in een cel waarin al iemand zit. In de cel is het aardedonker. Hij merkt dus pas dat het
een vrouw is, als die vraagt wat er gebeurd is. Hij begint te huilen en ze troost hem, maar overtuigt
hem er ook van dat de Duitsers de schuld zijn van zijn ellende en niet de illegaliteit. Anton vertelt
haar dat hij het slachtoffer en diens zoon kent. Ze wil hem uitleggen dat de illegaliteit die man wel
moest doden, maar dan barst zij in snikken uit. Als hij op zijn beurt een troostend gebaar maakt, legt
, ze zijn hand tegen haar borst en tast daarna zijn gezicht af om hem te kunnen ‘zien’. Hij heeft het
gevoel dat het een soort inwijding is. Ze vertellen elkaar over een angstige belevenis in het duister.
Anton wordt in zijn verhaal gestoord door geluiden van mishandeling. Ze leidt zijn gedachten af door
te vertellen over licht en liefde, waarover ze eens een gedicht heeft willen schrijven. Hij begrijpt haar
niet, maar is trots dat ze zo tegen hem praat.
Ze vertrouwt hem toe dat ze houdt van een getrouwde man die dat zelf niet weet. En zo komt het
gesprek weer op Antons ouders en op Peter. Tenslotte valt hij in slaap.
Na ruim een uur wordt hij uit de cel gesleurd door een SS’er, die woedend is dat ze hem bij die
‘terroriste’ hebben opgesloten. Anton blijkt bloed van haar op zijn gezicht te hebben. De officier
komt dat ‘vervloekte communistenwijf’ halen om haar naar de Euterpestraat te brengen. Anton
wordt op een motorfiets naar de Ortskommandantur gebracht, waar hij even meneer Korteweg ziet.
De volgende morgen wordt hij gewekt door de vriendelijke Feldwebel. Hij krijgt te eten en heeft een
gesprek met een even vriendelijke en bovendien Nederlands sprekende Ortskommandant. Deze
omzeilt het antwoord op Antons vraag naar zijn vader en moeder.
Feldwebel Schulz zal hem begeleiden naar zijn oom en tante Van Liempt in Amsterdam. Hij wordt in
dikke legerkleren gepakt en mag meerijden in een klein konvooi vrachtwagens. Dit wordt kort voor
Amsterdam beschoten door een spitfire. Er zijn slachtoffers, waaronder Schulz, die gruwelijk gewond
raakt in een poging Anton te redden.
In Amsterdam ontfermt een Duitse generaal zich over hem. De man is verbijsterd over de
behandeling die Anton heeft ondervonden. Er zijn zelfs geen papieren, want die had de Feldwebel.
Korte tijd later haalt oom Peter hem op. Anton voelt dat hij de dobbelsteen van het mensen-erger-
je-niet-spel nog in zijn zak heeft.
Tweede episode: 1952
Het eerste hoofdstuk is een terugblik naar mei 1945. Oom Peter hoort kort na de bevrijding in
Haarlem dat Antons ouders op de rampavond in januari zijn doodgeschoten, tegelijk met
negenentwintig gijzelaars; meneer Beumer heeft het gezien. In juni komt het bericht dat ook Peter
die avond is doodgeschoten. Voor Anton komen beide mededelingen dan al als een ‘boodschap uit
voorhistorische tijden’. Hij doorloopt het gymnasium en gaat medicijnen studeren. Over de oorlog
leest hij nooit meer iets: ‘het gezin, waarvan hij deel had uitgemaakt, was onherroepelijk uitgeroeid,
en aan die wetenschap had hij genoeg’.
Pas in 1952 gaat hij weer naar Haarlem, als hij een uitnodiging krijgt voor een feestje van een
medestudent. Het feestje wordt voor hem een teleurstelling, omdat een paar flauwe studenten
kwetsende opmerkingen maken. Anton wordt hierdoor herinnerd aan hetgeen hij in de oorlog heeft
meegemaakt.
Hij gaat naar de kade. Als hij staat te mijmeren voor de lege plek waar zijn huis heeft gestaan, roept
mevrouw Beumer hem binnen.
Meneer Beumer is een demente, oude man geworden. Mevrouw Beumer vertelt dat er wel eens een
onbekende man heeft staan kijken naar de plek waar ‘Buitenrust’ heeft gestaan. De Kortewegs zijn
vlak na de bevrijding vertrokken, zonder iets te zeggen.
Mevrouw Beumer kent de rol van de Kortewegs in het drama niet en dat zijn moeder een Duitser is
aangevlogen en dat zij en Antons vader daarna zijn neergeschoten als beesten. Voordat ze er meer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjavdwind. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.