,INHOUDSTAFEL
1 H1: INLEIDING..............................................................................................5
1.1 De ondernemer = de entrepreneur.............................................................5
1.2 Ondernemer = waarden creeren.................................................................7
1.3 Churchill en lewis beschreven de 5 groeistadia van onderneming..............8
1.3.1 Stadium 1: bestaansopbouw.......................................................................10
1.3.2 Stadium 2: overleven.................................................................................10
1.3.3 Stadium 3: succes......................................................................................10
1.3.4 Stadium 4: expansie..................................................................................10
1.3.5 Stadium 5: optimale verhoudingen...............................................................10
1.4 Ondernemersval........................................................................................10
2 H2: BUSINESS-IDEE NAAR ONDERNEMINGSPLAN........................................11
2.1 De 6 shocken van Geert Noels...................................................................11
2.1.1 Schok 1 financiële schok.............................................................................11
2.1.2 Schok 2 ICT-schok.....................................................................................11
2.1.3 Schok 3 Demografische schok.....................................................................11
2.1.4 Schok 4 groeilanden schok..........................................................................11
2.1.5 Schok 5 energie schok................................................................................11
2.1.6 Schok 6 klimaat schok................................................................................11
2.2 Business-inspiratie...................................................................................11
2.2.1 Eerste emancipatiegolf = opkomst van de digitale wereld...............................12
2.2.2 Tweede emancipatiegolf = fysieke grenzen worden vervangen........................12
2.2.3 Derde emancipatie golf = iedereen kan berichten verspreiden.........................12
2.2.4 Vierde emancipatie golf = info is (door internet) overal toegankelijk................12
2.3 Digitale transformatie...............................................................................12
2.4 golven van digitale ontwrichting...............................................................13
2.5 digitale transformatie modeling................................................................13
2.6 Hoe werk je je idee verder uit?.................................................................14
2.7 Hoe bescherm je de uitwerking van je idee?.............................................20
2.8 Hoe schrijf je een ondernemingsplan?......................................................23
3 H3: EEN ONDERNEMING OPRICHTEN...........................................................24
3.1.1 De nieuwe naam van rechtbank van koophandel............................................24
3.1.2 De afkorting WVV.......................................................................................24
3.1.3 Kenmerken van een zelfstandige..................................................................24
3.1.4 Zelfstandige is altijd een natuurlijk persoon...................................................24
3.1.5 De afkorting KBO.......................................................................................24
3.1.6 Wat is KBO................................................................................................24
3.1.7 Hoe kom je aan een inschrijving in de KBO...................................................24
3.1.8 Wat is een natuurlijk persoon? Wat is een rechtpersoon?................................24
3.1.9 Hoe kom je als zelfstandige aan een ondernemingsnummer............................25
3.1.10 Waarom is de handelshuurwet gunstig voor handelaars?...............................25
3.1.11 Wat is het pop-up decreet?........................................................................25
3.1.12 Wat is het participatiefonds Vlaanderen kan betekend voor startende
ondernemers.......................................................................................25
3.1.13 Wat is een achtergestelde lening?..............................................................25
3.1.14 De 4 delen van een waaruit een handelsfonds bestaat, opsommen.................25
, 3
3.1.15 Verschillende rechtsvormen waaruit een ondernemer kan kiezen....................25
3.1.16 De volgende afkortingen voluit uitschrijven.................................................25
3.1.17 Wat is een belanstest................................................................................26
3.1.18 Wat is een liquiditeitstest..........................................................................26
4 H4: BOEKHOUDING......................................................................................27
5 H5: COMMERCIEEL BEHEER..........................................................................38
5.1.1 Wat bedoeld men met commercieel beheer?..................................................38
5.1.2 Waarvoor staat B2B? en geef een voorbeeld..................................................38
5.1.3 Waarvoor staat B2C? en geef een voorbeeld..................................................38
5.1.4 Je kunt een markt typeren, waarbij je gebruik maakt van
de dichotomieën nieuw/verzadigd – B2B/B2C – permanent/seizoensgebonden
en van de woorden lokaal/regionaal/nationaal/globaal om de omvang van de
markt te beschrijven............................................................................38
5.1.5 Wat zijn complimentaire goederen? Geef een voorbeeld..................................38
5.1.6 Wat zijn substitutie goederen? Geef een voorbeeld.........................................38
5.1.7 Markt met marktleider en de uitdager...........................................................38
5.1.8 Het verschil tussen afzet en omzet...............................................................38
5.1.9 Geef van een gekende markt indirecte concurrenten......................................39
5.1.10 Voor een gekende markt absoluut niet-verbruikers en relatief niet-verbruikers
opsommen..........................................................................................39
5.1.11 Wie is de bedenker van de 4p’s..................................................................39
5.1.12 De 4P’s van McCarthy...............................................................................39
5.1.13 leg uit wat de marketing mix.....................................................................39
5.1.14 leg 3 verschillende prijsstrategieën uit en illustreer met voorbeelden..............39
5.1.15 Je kunt 4 aanvullende P’s die aan het oorspronkelijke model van McCarthy
zouden toegevoegd kunnen worden, opsommen en uitleggen....................39
5.1.16 Leg uit wat a-, b-, c- en huismerk is met een voorbeeld................................40
5.1.17 Waarvoor staat BCG.................................................................................40
5.1.18 Leg uit waarvoor de BCG-matrix bedoeld is en wat je kunt weergeven in zo’n
BCG-matrix.........................................................................................40
5.1.19 Je kan de BCG-matrix tekenen en verduidelijken..........................................40
5.1.20 Je kan voorbeelden geven van elk kwadrant................................................41
5.1.21 Je kunt de horizontale en verticale indeling benoemen van de BCG-matrix......41
5.1.22 Je kunt de metaforen in de BCG-matrix benoemen en uitleggen.....................41
5.1.23 Je kunt een ingevulde BCG-matrix beoordelen en investeringsadvies geven.....41
5.1.24 Waarvoor staat de afkorting SBU...............................................................41
5.1.25 Wie is de bedenker van de productlevenscyclus...........................................41
6 H6: BELANGRIJKE ASPECTEN VAN DE WETGEVING......................................41
6.1.1 Leg uit: wat is handelingsbekwaamheid........................................................41
6.1.2 Waarvoor staat de afkorting WMPC..............................................................41
6.1.3 Wat regelt WMPC.......................................................................................41
6.1.4 Je kunt uitleggen hoe de prijsaanduiding moet gebeuren en daarbij onderscheid
maken tussen de prijsaanduiding voor goederen, voor homogene diensten en
voor niet-homogene diensten................................................................41
6.1.5 Je kan opgegeven reclame beoordelen of die misleidend is of niet....................42
6.1.6 Onder welke voorwaarde is vergelijkende reclame toegestaan?........................42
6.1.7 Je kunt voor een opgegeven vergelijkende reclame beoordelen of deze
vergelijkende reclame toegestaan is of niet.............................................42
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ianbusschots1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.