100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Farmacologie HBO Verpleegkunde $3.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Farmacologie HBO Verpleegkunde

5 reviews
 1154 views  28 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete farmacologie samenvatting van het 2e leerjaar HBO Verpleegkunde.

Preview 3 out of 36  pages

  • Unknown
  • September 16, 2015
  • 36
  • 2014/2015
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: mandydumans • 2 year ago

review-writer-avatar

By: aukjenoldusnoldus • 3 year ago

review-writer-avatar

By: julietriem • 6 year ago

review-writer-avatar

By: Larissaguaita • 7 year ago

review-writer-avatar

By: asafgafni • 8 year ago

avatar-seller
farmacologie
Week A: cellen en hoe werken ze
Medicatie werkt op celniveau maar hebben effect boven celniveau.
Enkele veelgebruikte geneesmiddelen, hun cellulaire aangrijpingspunt en hun
effect:
Geneesmiddel Aangrijpingspun Mechanisme Therapeutisch
t effect
B-blokkers Hartcellen  Voorkomt
toename van
hartfrequentie
Lokale Zenuwcellen  Voorkomt pijn bij
anesthetica kleine ingrepen
Analgetica Immuuncellen  Vermindert
ontstekingspijn
Antidepressiva Zenuwcellen  Verlicht depressie
Statinen Levercellen  Verlaagd
cholesterolgehalte
van bloed

Meeste geneesmiddelen
gaan interactie aan met
de eerste 2 categorieën:
celorganellen en hun
bestanddelen.




Meeste geneesmiddelen
binden zich aan eiwitten
en meeste van deze
eiwitten zitten op de
cellen.

Organellen:
 Celkern
 Endoplasmatisch reticulum betrokken bij productie van eiwitten.
 Golgiapparaat
 Ribosomen
 Mitochondriën  produceren energie voor cel, brandstof (glucose/vet) om
ATP te produceren.

Cellulaire ademhaling




1

,  Cytoplasma  inhoud van cel, bestaat uit organellen en
cytosol, halfdoorzichtige oplossing van enzymen,
voedingsstoffen en elektrolyten.
 Celmembraan  scheidt inhoud van extracellulaire vocht.
Bestaat uit dubbele laag fosfolipiden met cholesterol
Fosfaatkoppen zijn hydrofiel en lipidenstaarten hydrofoob. Hier
verschillende eiwitten met hun functie: enzymen, transporteiwitten,
ionkanalen, receptroren.

Eiwitten vervullen verschillende functies:
 Structuur: eiwitten vormen pezen en ligamenten.
 Beweging: eiwitten in spieren zorgen voor spiercontractie.
 Communicatie: veel hormonen zijn eiwitten.
 Afweer: antilichamen die bacteriën aanvallen en vernietigen zijn eiwitten.
 Zuurstoftransport: hemoglobine in rode bloedcellen in een eiwit.
Eiwitten gemaakt van ketens aminozuren. Code voor eiwitten zit in DNA. 1 DNA
streng = chromosoom. Deel van chromosoom = gen.

Lipiden zijn een energiebron, beschermen tegen kou en zijn bouwstenen voor
sommige hormonen. Twee verschillende lipiden:
 Vetten: zijn vast bij kamertemperatuur.
 Oliën: zijn vloeibaar bij kamertemperatuur.
Triglyceriden = 3 vetzuurketens met een glycerolmolecuul.
3 vetzuren:
 Verzadigde: zitten in dierlijke vetten en bewerkt voedsel..
 Enkelvoudig onverzadigde vetzuren: alleen van plantaardige oorsprong 
olijfolie.
 Meervoudig onverzadigde vetzuren: alleen van plantaardige oorsprong 
zonnebloemolie.

Cholesterol =
 Lipide die in lever gemaakt wordt en via dierlijke producten.
 Stabiliseert celmembraan.
 Bestandsdeel van gal.
 Grondstof voor steroïdhormonen  oestrogeen, testosteron en vitamine D.

Halen energie voornamelijk uit koolhydraten in vorm van zetmeel en suikers.
Koolhydraten in 3 groepen verdelen:
 Monosachariden: enkelvoudige suikers  glucose, fructose, galactose.
 Disachariden: twee monosachariden  maltose, sucrose, lactose.
 Polysachariden: veel monosachariden  zetmeel, glycogeen, cellulose.

In elke cel van lichaam wordt ATP geproduceerd. Bron van energie is glucose of
lipiden. ADP is energie arm en wordt opgeladen tot ATP  cellulaire ademhaling.
Koolhydraat/lipiden + zuurstof  ATP + kooldioxide + water + warmte.




2

, Week A: eiwitten waarop geneesmiddelen aangrijpen
Waarom eiwitten geschikte aangrijpingspunten voor geneesmiddelen:
 Veel verschillende soorten eiwitten.
 Eiwitten spelen belangrijke rol bij fysiologische processen.
 Elke orgaan en elk weefsel heeft een eiwit dat kenmerkend is voor dat
orgaan en weefsel.

Eiwitten waarop geneesmiddelen aangrijpen (1): receptoren
Homeostase = in evenwicht blijven.
Chemische boodschappers worden afgegeven door een cel, binden aan
receptoren op aangrenzende cel en geven in die cel een effect. Chemische
boodschappers binden aan extracellulaire gedeelte van receptoren. Intracellulaire
receptoren zijn aangrijpingspunt van steroïdhormonen en lipofiele mediatoren.
Voorbeelden van geneesmiddelen die aan receptor binden:
 Salbutamol: verwijdt luchtwegen en verlichtsymptomen bij astma.
 Atenolol: verlaagt hartslag en verlicht pijn bij angina pectoris.
 Morfine: remt pijnbanen in ruggenmerg om ernstige pijn te verlichten.
 Doxazosine: verwijdt perifere bloedvaten en verlaagt de bloeddruk.

3 chemische boodschappers:
 Neurotransmitters  komen vrij uit uiteinde neuronen.
- Noradrenaline bindt aan noradrenalinereceptoren op arteriole en zorgt
voor samentrekken van arteriële spiercellen.
 Hormonen  direct afgegeven aan bloedbaan.
- Adrenaline bind aan adrenalinereceptoren en zorgt voor verwijding
bronchiën en verhoging hartslag.
 Mediatoren  plaatselijk werkende stoffen die binden aan nabijgelegen
cellen.
- Histamine bindt aan histaminereceptor op maagwand zorgt dan
maagzuur geproduceerd wordt.

Specificiteit = chemische boodschapper en receptor zijn als een sleutel in een
deur.
Geneesmiddelen binden aan receptoren omdat moleculaire structuur van
geneesmiddel bijna dezelfde vorm heeft als die van de natuurlijke chemische
boodschapper. Bijv. adrenaline bindt aan adrenalinereceptor in de bronchioli met
verwijding van luchtwegen tot gevolg. Salbutamol heeft bijna dezelfde vorm als
adrenaline en bindt dus ook aan adrenalinereceptoren met het zelfde effect als
adrenaline.

Als geneesmiddel aan receptor bindt kunnen 2 dingen gebeuren:


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rosannevl95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77  28x  sold
  • (5)
  Add to cart