100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting History And Social Sciences (CH1106) $3.58   Add to cart

Summary

Samenvatting History And Social Sciences (CH1106)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van tutorials 1-12 van History and Social Sciences in hetr eerste jaar Geschiedenis Bachelor aan Erasmus

Preview 4 out of 35  pages

  • April 20, 2022
  • 35
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING HISTORY AND SOCIAL SCIENCES


TUTORIAL 1
1. Sewell zegt het volgende over de ontwikkeling van de sociale en
historische wetenschappen: 'Geschiedenis en de sociale
wetenschappen zijn gekristalliseerd uit een enkel veld van
discours'. Wat bedoelt hij hiermee?
 Voor 1880: geen duidelijk onderscheid tussen de verschillende disciplines.
- Marx: econoom, socioloog, filosoof of historicus?
- Weber: politieke wetenschapper, socioloog, econoom of historicus?
- Durkheim: antropologist, socioloog of historicus?
 1880-WO1: specialisatie, opbouw ‘disciplines’
 MAAR: geschiedenis en de sociale wetenschappen komen voort uit
hetzelfde veld van sociale studies. Opkomst van ‘het sociale’/’de
samenleving’ ca. 1750.
Mensen waren eerst veel meer interdisciplinair. Je kon niet met zekerheid zeggen
tot welk vakgebied iemand behoorde. Uiteindelijk komen dan social sciences en
historie eruit als twee verschillende manieren om ernaar te kijken.


2. Sewell noemt een aantal specifieke kenmerken van de historische
wetenschap. Noem er 5 van. Geef een concreet voorbeeld om de
betekenis van deze verschillen te illustreren.
 “Time is fateful” – tijd is onomkeerbaar, handelingen kunnen niet
ongedaan gemaakt worden.
 Contingentie – het effect van een handeling hangt af van de
specifieke complexe temporele sequentie waarvan ze deel uitmaakt.
 Historische ‘gebeurtenissen’ (events) – sociaal leven wordt
bepaald door gebeurtenissen, een complex van sociale actie dat de
loop van de geschiedenis verandert.
 Complexiteit – bij historische gebeurtenissen komen er telkens
verschillende sociale processen samen met verschillende
tijdsverlopen (temporalities).
 Heterogene tijd – entiteiten in de sociale wereld veranderen
fundamenteel door de tijd heen.
 Heterogene causaliteit – de gevolgen van een handeling zijn niet
intrinsiek verbonden met de handeling zelf, maar zijn afhankelijk
van de aard van de sociale wereld waarin ze plaatsvindt.
 Historische contextualisering – focus op de specifieke logica van
de sociale wereld waarin de handeling plaatsvindt.
 Chronologie – belang van de precieze plaatsing van een
gebeurtenis in de tijd.


Single field of discours = geschiedenis en sociale wetenschappen zij
geïnteresseerd in zelfde soort vraag: wat zijn de functies van sociale relaties, en
hoe worden ze gereproduceerd en getransformeerd.

, 3. Sewell bespreekt de voordelen van de benadering van de sociale
wetenschappen in vergelijking met de historische wetenschap.
Noem 2 van deze door Sewell genoemde voordelen.
 Zelfbewustzijn over theorie
 Structureel denken – focus op een beperkte set aan doorlopende,
diepgewortelde en causaal krachtige elementen/kenmerken van de
sociale wereld. Social scientists denken met meer structuur. Historici
denken te veel in circumstantial narrative
terwijl de sociale wetenschappers wat gelimiteerder denken.
 Bereidheid om ‘grote historische vragen’ te stellen/ te
beantwoorden (zoals The Rise of Capitalism), terwijl historici te veel
naar de details kijken en niet de bigger picture.




BELANGRIJKE BEGRIPPEN
Holisme = het geheel is meer dan de som der delen. Kijken naar alle variabelen
en perspectieven, zonder zich te limiteren aan één benadering. Kwalitatief,
complex, globaal beeld. (gs)
Reductionisme = één of een paar variabelen die worden bestudeerd.
Kwantitatief, simpel en in delen. De som van de delen is gelijk aan het geheel.
(sw)
Inductie = start vanuit empirisme, dus een waarneming of bronnen.
Observaties, specifiek. (gs)
Deductie = start vanuit een al bestaande theorie. Logica, algemeen. (sw)
Padafhankelijk = het verleden maakt wat in de toekomst gebeurt, vooral
doordat bepaalde keuzemogelijkheden moeilijk of uitgesloten zijn. (gs)
Contingent = tegenovergestelde van noodzakelijkheid. A provision for a
possible event. Toevallig.
Teleologisch = leer dat de schepping en ieder verschijnsel op een doel is
gericht. Doelgericht.




GESCHIEDENIS SOCIALE WETENSCHAPPEN
Holistisch Reductionistisch

Inductief Deductief

Kwalitatief Kwantitatief

Narratief Verklarend

,Padafhankelijk Wetmatig

Contingent Teleologisch




TUTORIAL 2
1. Wat is het verschil tussen gebeurtenissen en historische
gebeurtenissen volgens Sewell? Wat zijn de drie basiselementen
van een historisch event die Sewell onderscheidt?
 Een wijdvertakte opeenvolging van voorvallen (sneeuwbaleffect)
 Die door tijdgenoten wordt erkend als opmerkelijk (breuk)
 Die resulteert in een duurzame transformatie van sociale/culturele
structuren
Derde punt: het resulteren in een duurzame transformatie van sociale/culturele
structuren
Belang van sociale/culturele structuren:
I. Structuren zijn ‘duaal’
II. Structuren zijn meerduidig, overlappend en relatief autonoom
III. Structuren worden gevormd door culturele schema’s, specifieke
distributies van hulpbronnen en specifieke machtsvormen
Structuren worden op een relatief consistente manier gereproduceerd gedurende
langere periodes.

Tweede punt: het erkend worden als opmerkelijk door tijdgenoten
Sewell: belang van de perceptie van tijdgenoten. Historische gebeurtenissen
introduceren nieuwe conceptualisering van de werkelijkheid (signification
via acts of rearticulation)
VB: gebeurtenissen van 1789 als ‘geboorteplaats’ van de term ‘revolutie’ =
radicale verandering van een politiek systeem via een (gewelddadige) opstand
van het volk (volkssoevereiniteit).


2. Sewell legt de Franse Revolutie op een hele andere manier dan de
sociale wetenschappers:
a. Culturele factoren spelen een veel grotere rol in Sewells
analyse dan in de sociale wetenschappen. Hij noemt de
veranderde betekenis van bepaalde termen, zoals ‘mensen’,
‘natie’ en ‘burger’. Welke andere woorden kregen een andere
betekenis en waarom?

- Revolution
- Le peuple

Voor de Franse Revolutie betekende het woord – het rollen van een wiel en later
nog betekende het mensen die onderdrukt worden. Na de Franse Revolutie kreeg

, het woord de huidige betekenis – uit een opstand komt iets positiefs – een
transformatie (vraag 1).

b. Sociale wetenschappers gaan er meestal van uit dat mensen
rationele keuzes maken (rationele keuzetheorie). Deze was
volgens Sewell niet altijd het geval tijdens de Franse Revolutie.
Leg uit waarom emotionele beslissingen ook belangrijk waren.

Mensen maken niet altijd rationele keuzes. Zo kwam de opstand voor een groot
deel door honger die
mensen hadden. Verder waren emoties ook erg belangrijk bij andere momenten
in de Franse Revolutie, bijvoorbeeld de angst die mensen hadden waardoor de
‘Terreur’ op het platteland kwam.
- Homo economicus = een mensbeeld waarin de mens vooral een
economisch wezen is, gericht op de bevrediging van zijn behoeften op
een efficiente en rationele wijze.
- Belang van gevoel van onzekerheid door de omstandigheden (crises:
staatsbankroept)
- Bestorming van Bastille  belang van een (groepsgebonden)
aanstekelijke emotionele opgewondenheid.


3. In The History Manifesto pleiten historici Guldi en Armitage
dringend voor langetermijndenken. Wat zijn voor hen de
belangrijkste redenen om dit te doen?
 Ten eerste: door grote maatschappelijke uitdagingen (wicked
problems)
MAAR: “A spectre is haunting our time: the spectre of the short
term.”
 Ten tweede: Korte termijn-denken = ingebakken in onze instituties
VB: verkiezingscycli van 4 jaar of kwartaalopbrengsten
Lange termijn-denken is nodig om de problemen echt aan te pakken


4. Hoe beoordelen Guldi en Armitage de rol die universiteiten spelen
bij het bevorderen van langetermijndenken?
 Universiteiten als veerkrachtige/duurzame instellingen
 Universiteiten als diepgeworteld in intellectuele tradities, hoeders
van ‘diepe kennis’
 MAAR: in toenemende mate onder druk
- Korte termijn-denken leidt tot focus op onmiddellijk gebruik
en rendabiliteit, maar dit haalt sterkte van universiteiten om
niet zo te denken onderuit.
- Nood om weer aandacht aan de lange termijn te besteden


5. Historicus David Christian geeft een geschiedenis van het
universum, van de oerknal tot de komst van internet. Hoe
reflecteer je op zijn geschiedenis van het universum in het licht
van de oproep van Guldi & Armitage voor een

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anjadi28. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.58
  • (0)
  Add to cart