Huiswerk
ASSIGNMENT 1: Check your comprehension
a) De tak van psychologie die zich bezig houdt met de ontwikkeling en het gebruik van
psychologische tests
Alle wetenschap die betrokken wordt bij meetkunde in de psychologie. Definiëren van
psychologische fenomenen, variabiliteit, datgeen meten met een test (die test
ontwikkelen), kwaliteit van die test.
b) Intelligentie Direct
Dwangmatig gedrag Direct
Depressie Niet direct
1
, Geluk Niet direct
Direct vs niet-direct observeerbaar gedrag. Maar bijna alles is niet direct observeerbaar, je
kan het niet zien aan iemand, maar je moet het weten.
c) Dimensies zijn content, response (open-ended vs closed-ended), administration method
(individual vs group), purpose (criterion referenced vs norm referenced), time pressure
(speeded test vs power test)
Een psychologische test is een systematische verzameling van gedrag. Systematische
procedure voor het vergelijken van gedrag tussen twee of meer mensen. A.d.h.v.
observeerbaar gedrag, iets zeggen over niet-observeerbaar gedrag.
WAIS – open-end test; norm referenced; speeded test.
MMPI – closed-end test; criterion referenced; power test
d) Differential psychology – individuele verschillen tussen personen
Experimental psychology – focus op de “gemiddelde” persoon. Individuele verschillen is ruis.
e) Meetniveau – het toekennen van numerieke waarden aan objecten/gebeurtenissen adhv
regels.
Scaling – toekennen van numerieke waarde aan psychologische eigenschappen en ingedeeld
adhv psychologische fenomenen.
f) We hebben normen nodig om een betekenis te geven aan een score. Een geïsoleerd getal
betekent niets.
Relatieve normen – testscore vergeleken met anderen Goed nadenken hoe je iemand matched,
dit kunnen onderbouwen.
Absolute normen – testscore vergeleken met een vaste waarde.
g) Mean - x=
∑ Xi
N
sum of squares SS=∑ ( xi−x )2
variance σ = ∑
(xi−x )2
n
standard deviation s=
√ n
∑ ( xi−x)2
cross product (and sum) CS=∑ ( xi− x)( yi− y)
∑( xi−x )( yi− y )
covariance Sxy=
N
product-moment correlation? ρ=
∑ ZxZy ρ= Sxy
N −2 SxSy
h) Mean - x=
∑ Xi =p
N
sum of squares N ∙ p(1− p)
variance σ = p ∙(1− p)
standard deviation s= √ p∗(1−P)
Mean - x=0
sum of squares SS=∑ z2 =N
variance σ =1
standard deviation s=1
ASSIGNMENT 2: A new scale for necrophilia
2
, 1) Iets is nominaal wanneer het uitputtend (elke mogelijke optie moet er bij staan, maar moet
daadwerkelijk voorkomen) en mutually exclusive (wederzijds uitsluitend = je valt maar in een
categorie). Kijken of je een combinatie kan vinden die niet uitsluitend is. Dus nee, want de
onderzoekspersoon valt wellicht in meerdere categorieën.
2) Nee, want het moet eerst nominaal zijn. Moet een rangorde in zijn. En de rangorde moet duidelijk
genoeg zijn.
3) Moet eerst ordinaal zijn. Maar, de stappen zijn niet even groot. Maar, misschien kunnen experts
dit wel bepalen.
ASSIGNMENT 3: computing norm scores for a mathematics test
Dit is een binaire score, want je hebt het goed of fout.
a) 0 – 8
Ten minste ordinaal, maar hopelijk interval (zonder de vragen te zien, kunnen we dat niet
weten).
b) all possible raw scores, in ascending order
z-scores (standardized scores)
T-scores (converted standardized scores with a mean of 50 and a standard deviation of
10) worden vaak afgerond naar hele getallen. Als je deze goed gebruikt, dan betekent
hij hetzelfde als de z-score.
percentile ranks
Ruwe score Z-score T-score Percentiel ranks Cijfer
0 -2,86 21 0 1
1 -2,344 26,556 3,4 1
2 -1,826 31,73 9,1 1
3 -1,307 36,929 16,9 2,5
4 -0,788 42,116 29,4 4
5 -0,270 47,303 43,1 5,5
6 0,249 52,490 61,3 7
7 0,768 57,676 85,0 8,5
8 1,286 62,863 100,0 10
c) Dit zijn relatieve norm scores, want de scores zijn vergeleken met (gemiddelde van) andere
scores.
d) Absolute norm score, want er is een vaste waarde waarmee vergeleken wordt. Dit hangt niet
af van wat andere mensen doet.
e)
f) Relatieve norm – 43,1% van alle leerlingen halen dezelfde score als Lionel of lager, de score
ligt net onder het gemiddelde.
Absolute norm – Lionel haalt een 5,5 op het examen.
Werkgroep
ASSIGNMENT 4: Measuring Depression
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nononoootje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.