De Kern van het ondernemingsrecht
Hoofdstuk 1 Ondernemingsvormen
De rechtsvormen zijn de juridische jas van een onderneming. Het ondernemingsrecht kent 3
hoofdthema’s:
- De juridische organisatie en inrichting van een onderneming
- Wie vertegenwoordigd de onderneming
- Wie zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor de gang van zaken van een onderneming.
1 BV
Een BV staat voor een besloten vennootschap, art. 2:175 BW. Kenmerkend is dat een BV een in 1 of
meer overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal heeft. Daarom wordt de BV gerekend tot de
kapitaalvennootschappen. Bij oprichting moet minstens 1 aandeel worden uitgegeven. Het aandeel is
een middel voor de BV om vermogen aan te trekken. Daarnaast heeft het aandeel een
zeggenschapsfunctie doordat een aandeel stemrecht oplevert. Tenslotte heeft het aandeel een
winstverdelingsfunctie, art. 2:216 BW.
Een BV is besloten wat betekend dat de aandelen niet vrijelijk verhandelbaar zijn, art. 2:195 BW.
Overdracht kan alleen via notariële akte.
BV bepalingen: art. 2:175-274 BW. Algemene Bepalingen: art. 2:1-25 BW.
2 NV
Een NV staat voor naamloze vennootschap. Deze rechtsvorm is vooral geschikt voor grote
ondernemingen. Het kent een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal, art. 2:64 BW. De
aandelen zijn vrij verhandelbaar. De aandelen hoeven niet op naam te luiden. NV bepalingen: art.
2:64-164 BW.
3 De maatschap en Vennootschap onder Firma
De maatschap is een obligatoire, wederkerige overeenkomst tot samenwerking van 2 of meer
personen. Het sluiten van deze overeenkomst is in beginsel vormvrij. De maatschap heeft een
winstoogmerk. Bij een maatschap wil men samenwerken voor gemeenschappelijke reken tot een
gemeenschappelijk doel. Ieder der vennoten is gehouden iets in te brengen (arbeid, geld). De
maatschap is geregeld in art. 7A:1655-1688 BW.
Een maatschap onder gemeenschappelijke naam wordt een VOF genoemd. Voor de VOF zijn de
vennoten hoofdelijk verbonden maar de maatschap kent een minder streng
aansprakelijkheidsregime.
Een Vof en maatschap kennen een samenwerkingsvereiste: de vennoten dienen op gelijke voet
samen te werken. Daarnaast is er een verschil tussen beroeps- en bedrijfsuitoefening.
Beroepsuitoefeningen zijn persoonlijke dienstverrichtingen: advocaat, chirurg etc.
Bedrijfsuitoefening is al het andere. De 2 grote verschillen tussen een maatschap en VOF zijn:
- Een VOF heeft iedere vennoot vertegenwoordigingsbevoegdheid en kan dus namens de VOF
handelen. Bij een maatschap mag een vennoot in beginsel slechts namens andere vennoten
optreden als deze hem hiervoor een volmacht hebben gegeven, art. 7A:1679 BW.
- Voor schulden van de VOF zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden. Bij een maatschap zijn de
vennoten in beginsel voor gelijke delen verbonden aan de schulden.
4 Verschillen tussen NV/BV enerzijds en de Maatschap en VOF anderzijds
Bij een NV/BV zijn aandeelhouders niet aansprakelijk voor wat in naam van de NV/BV is verricht. Bij
een maatschap of VOF gelden strengere aansprakelijkheidsregels. De NV/BV moeten jaarrekening
,opstellen en de maatschap en de VOF niet. Een aandeelhouder kan de kapitaalvennootschap niet
opzeggen; een vennoot van een PV heeft wel een mogelijkheid de vennootschap te verlaten. Bij een
NV/BV moet er sprake zijn van een duale organisatiestructuur terwijl bij de PV de vennoten ook
mogen besturen.
5 Tussenvormen: CV en coöperatie
Een CV staat voor commanditaire vennootschap. Het is een samenwerkingsverband tussen een of
meer gewone vennoten (hoofdelijk aansprakelijk) en een of meer commanditaire vennoten. Een
commanditair vennoot is tot niet meer gehouden dan het bedrag van zijn inbreng, art. 20 lid 3 K. Een
commanditair vennoot deelt mee in de winst en kan maximaal zijn inbreng kwijtraken. In de WvK
gaan art. 19, 20 en 21 over de CV. Een commanditair vennoot mag geen bestuurshandelingen
verrichten maar mag zich wel bemoeien met het uitstippelen van het beleid.
De coöperatie is opgezet als een vereniging. De meeste artikelen van BW 2 inzake vereniging zijn ook
op coöperatie van toepassing. Het verschil is dat de coöperatie wel winstuitkeringen mag doen aan
haar leden maar verenigingen niet. Art. 2:53 gaat over de mogelijkheid om contracten met andere
dan leden te sluiten. Het aansprakelijkheidsregime staat in art. 2:55 BW.
6 Concern
Soms worden verschillende rechtsvormen gecombineerd om samen een onderneming te drijven,
bijvoorbeeld NV heeft meerderheid aandelen in BV. Dit is een concern.
7 Rechtspersoon
Privaatrechtelijke rechtspersonen staan in art. 2:3 BW. Doormiddel van rechtspersoonlijkheid kan de
rechtspersoon zelf de drager van rechten en plichten zijn en staat daarmee gelijk met een natuurlijk
persoon.
8 Eenmanszaak
Een natuurlijk persoon kan ook een onderneming drijven zonder dat hij gebruik maakt van
ondernemingsvormen. Hij drijft dan zijn eigen onderneming en is aansprakelijk voor schulden die
namens of door hem zijn aangegaan. Er is geen onderscheid tussen privé- en zakelijke schulden.
9 Vereniging en stichting
Deze zijn niet geschikt als ondernemingsvorm omdat ze geen winstuitkering mogen doen aan haar
leden respectievelijk aan hun oprichters en personen die deel uitmaken van hun organen, art. 2:26
en art. 2:285 BW. De stichting kent een ledenverbod, art. 2:285 lid 1 BW.
10 Handelsregister
Dit is een burgerlijke stand voor ondernemingen en rechtspersonen. Om in de handelsregisterwet te
staan moet je aan het ondernemingsbegrip voldoen, art. 2 Hrgb 2008.
11 Wet op de ondernemingsraden
Iedere ondernemer die 50 of meer werknemers in dienst heeft, moet een ondernemingsraad
instellen, art. 2 lid 1 Wet op Ondernemingsraden. Het begrip onderneming is veel ruimer dan in art. 2
Hrgb 2008.
12 Verschillende typen nv’s en bv’s
Allereerst is er het gewone regime van de NV en BV. Onder dit regime berust het recht om
bestuurders te benoemen en te ontslaan bij de AV, art. 2:132/242 BW respectievelijk art. 2:134/244
BW. De raad van commissarissen is bij een gewone NV of BV geen verplicht orgaan. Als een NV of BV
aan bepaalde grootte criteria voldoet (meer dan 100 werknemers, verplicht ingestelde
ondernemingsraad en geplaatst kapitaal + reserves van 16 miljoen) geldt een bijzonder regime. Dit
,heet een structuurregime. De raad van commissarissen is dan een verplicht orgaan. Een ander
bijzonder type is de eenpersoons NV of BV. Hierbij heeft 1 persoon alle aandelen. De naam van deze
enige aandeelhouder moet in het handelsregister worden opgenomen en transacties tussen de NV of
BV en de aandeelhouder moeten schriftelijk worden vastgelegd.
13 Belangenpluralisme
De Nederlandse wetgeving gaat ervan uit dat een NV of BV bij haar handelen het belang van alle bij
de vennootschap betrokkenen in aanmerking dient te nemen. Een Nederlands vennootschap bij
handelen dus niet alleen het belang van de aandeelhouders behartigen. Hierin komt de regulatieve
kant van het ondernemingsrecht tot uiting. In het idee van belangenpluralisme zijn bestuur en
aandeelhouders gebonden aan allerlei normen en dienen uiteenlopende belangen in aanmerking te
nemen.
Hoofdstuk 2 Oprichting
De kern is dat privaatrechtelijke rechtspersonen in beginsel bij notariële akte moeten worden
opgericht. Alleen de vereniging heeft geen notariële akte nodig. In dat geval ontstaat er een
informele vereniging. Een PV kan zonder notariële akte opgericht worden.
1 NV en BV
Deze worden per notariële akte opgericht. Zij kunnen worden opgericht door 1 of meer personen,
art. 2:64/175 lid 2 BW. In de akte van oprichting moeten de statuten worden vastgelegd. Men noemt
het in de akte van oprichting creëren van verplichtingen voor de op te richten NV of BV directe
binding. De vennootschap wordt immer direct aan bepaalde verplichtingen gebonden. Als niet aan
bepaalde voorwaardes voor oprichting zoals een bankverklaring, niet het vereiste minimumkapitaal
of statuten niet in overeenstemming met wet, voldaan is dan ontstaat een oprichtingsgebrek. De
rechtbank kan de onderneming dan ontbinden. Bij een oprichtingsgebrek bestaat de NV of BV wel, zij
is niet nietig of vernietigbaar, maar wel voor ontbinding vatbaar. Het komt voor dat de oprichters
voor de oprichting van de vennootschap handelen in naam van de NV en BV in oprichting. Dit is
preconstitutief handelen. Na oprichting kan de vennootschap de vertegenwoordigingshandelen
bekrachtigen. Tot het moment van bekrachtiging is degene die namens de nog op te richten
vennootschap handelt hoofdelijk verbonden. Na de oprichting moeten de bestuurders de
vennootschap inschrijven in het handelsregister. De bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor
verbintenissen waarmee de vennootschap wordt verbonden voor de periode dat inschrijving heeft
plaatsgevonden.
2 Coöperatie
Een coöperatie moet worden opgericht door een meerzijdige rechtshandeling bij notariële akte, art.
2:53 lid 1 BW. Het kan daardoor niet door 1 persoon worden opgericht. Moet in het handelsregister
worden ingeschreven.
3 Vereniging en Stichting
Stichting dient bij notariële akte opgericht te worden. De akte bevat de statuten waarin onder
andere het doel van de vereniging staat. Een vereniging hoeft niet per notariële akte opgericht te
worden. Een vereniging kan bij een vormvrije, meerzijdige rechtshandeling tot stand worden
gebracht, art. 2:26 lid 2 BW. Dit kan ontstaan door een samenwerkingsverband van personen die als
eenheid aan het rechtsverkeer deelnemen. Een vereniging die bij notariële akte is opgericht heet een
formele vereniging. Een informele vereniging kan minder dan een formele verenging, er kunnen
namelijk geen registergoederen worden verkregen.
4 Niet-bestaande rechtspersonen
Als een groep personen de naam van een rechtspersoon gebruikt maar heeft deze rechtspersoon niet
, per notariële akte opgericht dan bestaat er geen rechtspersoon volgens art. 2:4 lid 1 BW. Er is een
verschil tussen een oprichtingsgebrek en een bestaansgebrek. Bij een oprichtingsgebrek ontstaat er
een geldige, maar voor ontbinding vatbare rechtspersoon, art. 2:21 lid 1 sub a BW. Art. 2:4 heeft
betrekking op een ontstaansgebrek, de rechtspersoon bestaat dan niet.
6 Maatschap, Vof en CV
Maatschap, Vof en CV zijn obligatoire, wederkerige overeenkomsten, art. 7A:1655 BW. Obligatoir
betekend dat er een verbintenis is aangegaan door een partij jegens een andere partij, art. 6:213 lid 1
BW. Het overeenkomstenrecht van BW 3 en BW 6 geldt in beginsel voor overeenkomsten van
maatschap, Vof en CV. Het aangaan van de overeenkomst is niet aan vormvereisten gebonden. Het
gevolg van de vormvrijheid is dat er een maatschap of vof kan ontstaan zonder dat betrokkenen dit
doorhebben.
Hoofdstuk 3 Vermogensstructuur
Er wordt ingegaan op hoe een onderneming zijn activiteiten financiert met eigen vermogen.
1 Stortingsplicht op aandelen bij een NV en BV
Het middel waarmee een NV of BV eigen vermogen verkrijgt is het uitgeven van aandelen. Art.
2:80a/191a BW gaat ervan uit dat op in geld wordt gestort maar ook kan een storting in natura
worden afgesproken, art. 2:94a/204a lid 1 BW. Het uitgangspunt is dat bij een storting in geld het
nominale bedrag van het aandeel ter beschikking van de onderneming wordt gesteld. Dit kan ook
meer zijn dan de nominale waarde, dit heet agio. Een nemer van aandelen stort waardoor hij geen
geld leent en ook niet vordering tot terugbetaling.
Het is toegelaten dat wordt afgesproken dat bij het nemen van een aandeel niet het gehele bedrag
wordt gestort. Voor de NV stelt art. 2:80 lid 1 BW dat afgesproken kan worden dat ten hoogste 75%
van het nominale bedrag van het aandeel eerst behoeft te worden gestort nadat de vennootschap
dit heeft opgevraagd. Voor de BV is dit ruimer, art. 2:191 lid 1 BW stelt dat afgesproken kan worden
dat het gehele nominale bedrag eerst behoeft te worden gestort na verloop van een bepaalde tijd of
nadat de vennootschap dit heeft opgevraagd. Een aandeelhouder kan niet door de vennootschap
geheel of gedeeltelijk van zijn stortingsplicht worden ontheven.
2 Ingehouden winst bij de NV en BV
Storting op aandelen is niet de enige bron van eigen vermogen. Een andere bron is het reserveren
van behaalde winsten. De winst blijkt uit de jaarrekening die ieder jaar moet worden opgesteld
volgens de wettelijke vereisten, art. 2:101/210 BW. Art. 2:105 lid 1 BW bepaalt dat de behaalde winst
van een NV aan de aandeelhouders ten goede komt, tenzij statuten anders bepalen. Bij de BV geldt
dat volgens art. 2:216 lid 1 BW de winst niet automatisch aan de aandeelhouders ten goede komt.
Ingehouden winst komt als reserves op de balans te staan
3 Enige Balans en Kapitaalbegrippen
Art. 2:365-372 BW bepalen hoe de bezittingen of de activa van de vennootschap precies moeten
worden opgevoerd. Hierbij is onderscheid tussen vaste activa en vlottende activa.
Art. 2:373-376 BW geven aan hoe de passiva zijde van de balans moet zijn opgebouwd. Het
maatschappelijk kapitaal is het maximum bedrag waarvoor een vennootschap aandelen mag
uitgeven. Daarnaast is er het geplaatste kapitaal: kapitaal waarvoor daadwerkelijk aandelen zijn
uitgeven. Het gestorte kapitaal: het deel van het geplaatste kapitaal dat daadwerkelijk is gestort op
aandelen. Het resterende, nog niet gestorte deel van het geplaatste kapitaal heet het opgevraagd
kapitaal respectievelijk niet-opgevraagde kapitaal. Naast het geplaatste kapitaal vermeldt de balans
ook nog het eigen vermogen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tjaka. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.