College aantekeningen Bloed En Bloedvormende Organen (2t/m16)
5 views 0 purchase
Course
Bloed En Bloedvormende Organen (DB1BBB)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Complete aantekeningen van de hoorcolleges 2t/m16 van het vak Bloed en Bloedvormende organen. Dit vak wordt gegeven in het 1e jaar van de Bachelor Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht. De aantekeningen zijn gemaakt in het jaar 2021.
Hoorcolleges Bloed en Bloedvormende organen
Hoorcollege 2
Anemie
Probleemstelling: Anemie (bloedarmoede)
• Wat is anemie?
• Hoe herken je anemie?
• Hoe bevestig je of er sprake is van anemie?
• Hoe stel je de oorzaak vast van anemie?
• Diagnostisch pad recht naar de diagnose
Je ziet op de afbeelding een van de belangrijkste verschijnselen van een patiënt met anemie: de
blekere slijmvliezen. Mensen krijgen een bleker gezicht, maar bij huisdieren, die haar hebben, zie je
het aan de slijmvliezen.
Anemie, definitie en verschijnselen
Onvoldoende erytrocyten (rode bloedcellen) om adequate oxygenatie (zuurstofvoorziening) van de
weefsels te verzorgen. Verschijnselen van zuurstofgebrek zijn snel “buiten adem” of te wel
verminderd uithoudingsvermogen, vermoeid, compensatoir verhoogde adem- en hartfrequentie en
bleke slijmvliezen.
Bleke slijmvliezen
Niet iedere patiënt met bleke slijmvliezen heeft Anemie (bloedarmoede). Op
het moment dat er een patiënt komt met de verschijnselen van bloedarmoede
en je ziet dat de lichamelijke bevindingen ook passen bij bloedarmoede. Je
neemt dan ook de bleke slijmvliezen waar, dan moet je onderscheidt maken of
de bleke slijmvliezen komen door de bloedarmoede --> minder hemoglobine
die doorschijnt door de mucosa, of dat het komt doordat er minder bloed stroomt --> verminderde
circulatie.
• Verminderde circulatie
- Snelle, zwakke, slecht gevulde pols, hypotherm, koude extremiteiten, matige tot slechte
turgor (normaal= binnen een seconde), lage venueze druk, verlengde CRT
• Anemie
- Adem- en polsfrequentie gestegen, slagkracht is groter dan normaal (verschil tussen
uitslag van diastolische- en systolische druk is groter--> door dunner bloed) dit voel je als
een steile pols, extremiteiten warm, systolische souffle (ruis door het dunnere bloed bij
samentrekken van het hart)
Anemie
- Adem- en polsfrequentie gestegen, echter pols steil, extremitieiten warm, systolische
souffle
- Ernst symptomen afhankelijk van snelheid ontstaan anemie!
- Snel ontstaan --> dier snel buiten adem
- Langzaam ontstaan --> lichaam kan er beter mee omgaan
Anemie, differentiële diagnose
Anemie is geen ziekte maar een symptoom. Van belang is de oorzaak op te spoten. Anemie wordt
,veroorzaakt door bloedverlies, afbraak van erythrocyten, gestoorde aanmaak van erythrocyten of
combinaties hiervan. Differentiële diagnose = een lijstje met mogelijke oorzaken.
Anemie, diagnostisch pad
Waarneming
anemie
Interpretatie
aanmaak
verlies
afbraak
Plan
anamnese
lichamelijk onderzoek
aanvullend onderzoek ---> bloedonderzoek
Anemie door onvoldoende aanmaak
Een gezonde hond heeft tussen de 40 en 60% rode bloedcellen, kat en paard hebben zo’n 30%. Dit
verschilt dus per diersoort, maar ook de hoeveelheid nieuwe cellen die per dag worden aangemaakt
verschilt per diersoort. Dit is ook afhankelijk van de levensduur van de erythrocyten.
<--- Beenmerg, de witte vlekken zijn vetcellen en daar
tussen zitten cellen. De voorloper cellen maken uiteindelijk
jonge rode bloedcellen die ze afleveren in de bloedbaan. Als
de aanmaak van rode bloedcellen niet goed functioneert
dan krijg je een langzaam ontstaan van anemie. Dat komt
doordat als een cel 120 dagen leeft dan moet hij op dat
moment worden vervangen door een nieuwe cel. Als die
nieuwe aanmaak er niet is dan zal je zien, dat
langzamerhand de cellen aan het einde van hun levensduur
raken en dat er langzamerhand anemie ontstaat.
Dat is in de anamnese een heel ander verhaal dan wanneer een patiënt ineens heel veel bloed
verliest, die heeft binnen een dag gigantische bloedarmoede.
- Erytropoiesis vindt continu plaats in het beenmerg
- Onvoldoende erytropoiese leidt tot een chronische niet-regeneratieve anemie
Melena = bloedverlies in het voorste gedeelte
van het maagdarmkanaal, waardoor het
bloed er verteert uitkomt --> zwarte
ontlasting
Hematochezia = bloed verlies in het laatste
gedeelte van het maagdarmkanaal --> rood
bloed in de ontlasting
, Hematurie = bloed in de urine
Bloed in de buikholte --> bolle buik als de patiënt staat. Als je er tegen aan tikt voel je dat je de vloeistof golf in
beweging kan zetten.
Bloed in de thorax --> thorax percuteren, er wordt geklopt van dorsaal naar ventraal. Dan merk je dat de long
toon die hol is wordt vervangen door een doffe toon.
Je kan ook anemie hebben door afbraak van rode bloedcellen. Afbraak van rode bloedcellen gebeurt in de
patiënt en dan kan je ook tijdens de anamnese en lichamelijk onderzoek symptomen/verschijnselen van
vinden/tegenkomen. Ten eerste vindt je een bleke
patiënt, de eigenaar zal je vertellen dat hij slapte
vertoont en bij inspanning snel moe is. Bij het
lichamelijk onderzoek zal je zien dat de patiënt
buiten adem is en een versnelde hartslag heeft.
Door de bloedafbraak ontstaat er bloedarmoede en
komt er hemoglobine vrij uit de rode bloedcellen.
De hemoglobine die wordt of in lever en milt
opgeruimd en afgebroken of komt vrij in de
bloedbaan en dan zal de patiënt het uitplassen. Op
dat moment wordt de ontlasting van de hond geel.
Hemoglobine wordt bilirubine en dat zorgt voor de
gele kleur.
Anemie, laboratorium onderzoek
De bevestiging en ernst van anemie kan aangetoond worden door de hoeveelheid erythrocyten te
bepalen in een bloedmonster. Dit kan direct door erythrocyten te tellen (n x 1012/l), of indirect door
de hoeveelheid hemoglobine te bepalen (mmol/l), of indirect door het hematocriet, het
volumepercentage erythrocyten (het hematocriet, l/l) te meten. Andere veelgebruikte testen zijn de
bepaling van de osmotische fragiliteit van de erytrocyten, het aantonen van sferocyten en de
Coombstest.
Bepalen Hematocriet
Je doet bloed in een buisje, je centrifugeert het af en dan
splits je het bloedplasma, rode bloedcellen en witte
bloedcellen (buffy coat). Je berekent dan het percentage
rode bloedcellen van het geheel.
, Normaal bestaat de helft van het bloed uit rode
bloedcellen. Bij anemie heb je dus minder rode
bloedcellen. Bij een patiënt met dehydratie is de
hematocriet valselijk verhoogd. Ook bij acuut
bloedverlies is de hematocriet niet representatief
voor het gehele bloedvolume van de patiënt.
Bij Erytropoiesis rijpen de erytroblasten uit tot
basofiele erytroblasten die wordt een
polychromatofiele erytroblast. Deze wordt een
ortochromatische normoblast, dit is het laatste
stadium in het beenmerg waar nog een kern in
zit. Deze cel stoot die kern uit dan is het een
erytrocyt. De jonge erytrocyten zijn iets
blauwer dan de volwassen erytrocyten dit
komt doordat er nog RNA in de cel zit. Je kan
heb daarnaast ook herkennen aan de grootte,
hij is namelijk nog iets groter dan de uitgerijpte
erytrocyt. Macrocytose= grotere cel en
Polychromasie= aanwezig van RNA, daar kan je
de jonge cellen aan herkennen. Als je in een
bloeduitstrijkje van een patiënt veel jonge
erytrocyten ziet dan betekent dit vaak dat er
een verhoogde aanmaak van erytrocyten is en dan weet je dat het beenmerg waarschijnlijk niet de
oorzaak is van de bloedarmoede.
,De macrocytair polychrome cellen kan je op een andere manier aankleuren (briljant cresyl blauw
kleuring) dan erytrocyten.
Hemolyse is de afbraak van rode
bloedcellen. Rode bloedcellen kunnen
heel gemakkelijk door de bloedbaan en kleine vaatjes. Ze zijn heel flexibel en buigzaam. Bij heel veel
ziektes van rode bloedcellen zie je dat de kenmerken van de rode bloedcellen veranderen. Ze worden
ronder in plaats van plat, ze worden stijver in plaats van flexibel. Het gevolg hiervan is dat ze sneller
kapot gaan bij laboratorium testen, daarmee kan je waarschijnlijk maken dat de afbraak van rode
bloedcellen ook de oorzaak is in de patiënt bij bloedarmoede. 0.9% NaCl is isotoon, gelijke
hoeveelheid in de erytrocyt als buiten de
erytrocyt, waardoor de cellen heel blijven. Bij
0.6 tot 0.9 % NaCl incubeert blijven de cellen
heel. Bij een lager percentage nemen de
erytrocyten meer water op door de lager
osmotische waarde in de omgeving, hierdoor
gaan de erytrocyten kapot en komt
hemoglobine vrij. Bij een patiënt met
hemolyse verschuift het naar rechts, de cellen
gaan dus eerder kapot.
Bij honden en katten komt dit veel voor, bij
landbouwhuisdieren iets minder en bij paard
als verschil in bloedgroepen. Op de
erytrocyten zit antigeen en in dit geval wordt
dat niet als lichaamseigen herkent, dus maakt
het lichaam antilichamen. Aan het Fc
fragment van de antilichamen kunnen de
macrofagen binden = IgG. Als het gaat om
IgM dan wordt ook het complement
geactiveerd, vervolgens krijg je het
complement attack complex. Dat complex
vormt een soort van ringetje en vormt een
gaatje in de erytrocyten, hierdoor gaan ze
sneller kapot. De macrofagen zorgen ervoor
dat de erytrocyten minder membraan over
,houden. Hierdoor komt dit dus strakker om
de erytrocyt te zitten, waardoor ze bolletjes
worden = sferocyt.
Je ziet de normale erytrocyten,
maar je ziet ook kleiner
erytrocyten, deze missen ook
het witte gedeelte in het midden
van de cel. De witte opheldering
zie je doordat de cel plat is, in
het midden is een heel dun
laagje hemoglobine en aan de
zijkanten zit een dikker laagje
hemoglobine. De cellen die dit
dus niet hebben die zijn bol.
Bij een Coombstest, aan het
sample/monster van de patiënt voeg je
antilichamen toe gericht tegen de
antilichamen aan de erytrocyten.
Waardoor er een matje ontstaat, deze
zakken ook naar beneden in het
reageerbuisje.
,Anisocytose=
grote en kleine
rode bloedcellen
, Verhoogd aantal reticulocyten --> aanmaak nieuwe cellen
Afcentrifugeren --> geen sediment en urine blijft rood--> hemoglobine = bloedafbraak
De slijmvliezen worden naar verloop van tijd steeds geler, dit is een verschijnsel van hemolyse. Als je
hemolyse hebt dan krijg je een hele lage hematocriet. Deze patiënt had een extreem lage
hematocriet, van 9%. Dat betekent dat hij veel zuurstofgebrek heeft voordat hij de transfusie kreeg.
Een orgaan dat daardoor beschadigt is, is met name de lever. De lever heeft namelijk heel veel
zuurstof nodig. De patiënt laat de schade aan de lever duidelijk zien door de verkleuring van de
slijmvliezen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gemmajonker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.