7 Achieved with only this sv and did not attend a lesson,
Seller
Follow
ascheppink2000
Reviews received
Content preview
Lesweek 1
Hoorcollege AFP – COPD + astma bronchiale
Klinische pathologie – H7.1
Het ademcentrum in de hersenstam reguleert de ademhaling automatisch. De
kooldioxidespanning en de PH van het bloed worden gemeten in de hersenen, aortaboog en
halsslagaders. Een grote daling van de zuurstofspanning geeft een ademprikkel.
Bij de inademing (inspiratie) wordt het middenrif (diafragma) afgeplat door het aanspannen
van de middenrifspieren en russenribspieren (musculi intercostales externi).
De uitademing (expiratie) gebeurt passief door de elasticiteit van de longen en de
zwaartekracht op de ribben.
De thoraxwand is bekleed met pleura pariëtalis (borstvlies).
De longen zijn bedekt met pleura visceralis (longvlies)
De functie van de luchtwegen is het aanvoeren van O2 naar de longblaasjes en het afvoeren
van CO2 naar buiten. Trilharen zorgen ervoor dat slijm (met stofdeeltjes/ziekteverwekkers)
naar de keel (pharynx) gaat. Deze worden opgehoest of gaan dood in maagzuur.
Hoge/bovenste luchtwegen Functies
- Mond/neus - Verwarmen
- Keel (pharynx) van de lucht
- Strottenhoofd (larynx) - Bevochtigen
van de lucht
- Reinigen
Lage/onderste luchtwegen - Waarschuwe
n voor
- Luchtpijp (trachea) gevaar
- Luchtpijptakken (bronchi)
- Luchtpijptakjes (bronchioli)
Vooral neus, niet
mond!
Glad spierweefsel zorgt voor bronchoconstrictie (vernauwing) en bronchodilatatie
(verwijding) om lucht te verdelen over de longen.
Longdiffusie gebeurt tijdens de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide, wat gebeurt in de
longblaasjes (alveoli). Optimale diffusie komt tot stand door:
Een groot oppervlak Longemfyseem Zuurstof toedienen
(veel alveoli)
Een dun oppervlak Gezwollen longblaasjes Zuurstof toedienen
(dunne wandjes)
Concentratieverschil
(van hoog naar laag)
, Longslagadertjes zijn verdeeld over de
longcapillairen, waardoor de
longperfusie (doorbloeding) komt.
Zuurstof bindt zich aan hemoglobine in
het bloed, waardoor het bloed
helderrood wordt. Zuurstofarm bloed is
dus blauwer/donkerrood.
Hartminuutvolume (cardiac output) is de
hoeveelheid bloed die per minuut door
één harthelft wordt gepompt (5L / min).
Bij inspanning is er meer cardiac output
nodig, waardoor er extra ademarbeid
nodig is.
De zuurstofsaturatie is 100% als alle
hemoglobine-moleculen volledig
verzadigd zijn met zuurstof.
Inspiratoire stridor is een hoorbare, bemoeilijkte inademing door vernauwingen in keel
(pharynx) of strottenhoofd (larynx), hoge luchtwegen.
Expiratoir piepen komt door vernauwingen in de lagere luchtwegen.
Perifere saturatie meet je aan de vinger of oorlel.
Vitale capaciteit (VC) Het aantal liters dat iemand 4-7 liter, residu van 1 liter
kan uitademen na maximale
inademing
Teugvolume (tidal volume) De hoeveelheid lucht die je 0.5 liter per ademhaling
inademt of uitademt
Ademminuutvolume Ademfrequentie X 5 liter
teugvolume
Inspiratoire reserve (IR) De hoeveelheid die je geforceerd nóg meer kan inademen
Expiratoire reserve (ER) De hoeveelheid die je geforceerd nóg meer kan uitademen
Peakflow De krachtigste luchtstroom bij uitademen
Één-seconde-waarde De hoeveelheid lucht die je maximaal kan uitademen in één
seconde
Ademfrequentie 10-19 keer per minuut
Dyspnoe Het gevoel van ademnood, kortademigheid
Tachypnoe Hoge ademfrequentie door een luchtwegobstructie of
diffusieprobleem, veranderingen in zuurstofspanning geeft
een extra ademprikkel
Bradypnoe Lage ademfrequentie, kan komen door morfine/fentanyl
omdat die de ademprikkel onderdrukken
Respiratoire insufficiëntie komt door het onvoldoende functioneren van de
ademhalingsorganen. Volledige insufficiëntie wanneer de zuurstofspanning te laag is EN de
kooldioxidespanning te hoog. Bij gedeeltelijke insufficiëntie is er één afgewijkt.
Mogelijke afwijkingen
, Afgenomen pO2-daling
zuurstofspanning
Afgenomen sO2-daling
zuurstofsaturatie
Toegenomen pCO2-
kooldioxidespanning stijging
Acidose, verzuring PH-daling
Cyanose, 2 soorten Perifere Alleen uitstekende Kou, hartfalen, shock
cyanose lichaamsdelen blauw
Centrale Overal blauw Meer dan 3 mmol/l hb zonder
cyanose zuurstof
Klinische pathologie – H7.5
Bij astma bronchiale krijg je aanvallen met vernauwde luchtwegen door bronchospasme
(aanspannen van de bronchioli) en slijmvlieszwelling. Kan komen door allergische reacties of
hyperreactiviteit op roken/luchtweginfecties/kou/mist. Specifieke prikkels ; allergie voor iets.
A-specifieke prikkel ; bronchiale hyperreactiviteit. Dan ontstekingsreactie, slijmproductie,
zwelling.
Symptomen zijn prikkelhoest, piepende expiratie, dyspnoe en hulpademhaling.
Onderzoek is observeren op symptomen, allergietest en verlaagde peakflow.
Behandeling is
- Preventie
- Bèta-2-sympathico-mimetica luchtwegverwijdend (ontspant glad spierweefsel)
- Anticholinergica blokkeert receptoren die glad spierweefsel laat
aanspannen
- Corticosteroïden ontstekingsremmend
- Antibiotica bij luchtweginfectie
- EVT. zuurstoftoediening
Luchtwegverwijders of ontstekingsremmers inhaleren, of desensibilisatie bij een allergie waar
je dan steeds ongevoeliger voor wordt.
Bij status astmaticus is de vernauwing zo ernstig dat bovenstaande niet werkt en er zuurstof
moet worden toegediend of er is beademing nodig. Patiënt komt dan met cyanose binnen.
Klinische pathologie – H7.6
Met chronic obstructive pulmonary diseases (COPD) worden twee ziektebeelden bedoeld.
Chronische bronchitis, waarbij de luchtwegen elk jaar een paar weken ontstoken zijn, en
longemfyseem, waar de alveoluswandjes onherstelbaar aangetast zijn met gevolg
elasticiteitsverlies. Oorzaken zijn erfelijke factoren of prikkels ((mee)roken, smog).
Chronische bronchitis kan overgaan op longemfyseem als iemand niet stopt met roken.
Chronische bronchitis komt vooral door hyperreactiviteit. Tijdens exacerbaties (verergerde
periodes) veel hoesten en soms kortademig. Productieve hoest (met veel slijm) of juist een
prikkelhoest omdat iets vast zit. Er kan pneumonie ontstaan waarbij de infectie zich uitbreidt
van de luchtwegen naar de longen. Behandeling is allergische triggers vermijden, antibiotica
bij infectie of slijmverdunner.
Bij longemfyseem zijn de alveoliwandjes verdwenen, waardoor er grote bullae (blazen) zijn
ontstaan, en dus een kleiner diffusieoppervlak (-verstoorde gaswisseling). De uitademing
, wordt belemmerd door minder elasticiteit. Symptomen zijn dyspnoe, perifere cyanose en
centrale cyanose. Complicaties zijn een pneumonie (uitbreiding van de infectie),
pneumothorax (blaasje is gebarsten onder de pleura visceralis), pulmonale hypertensie
(verhoogde bloeddruk in longen) of cor pulmonale (overbelasting rechterharthelft door
longafwijkingen). Vanuit bloedanalyse komen de volgende metingen:
- Daling zuurstofspanning (pO2)
- Stijging kooldioxidespanning (pCO2)
- Acidose, verzuring (PH-daling)
- Stijging bicarbonaat (HCO2)
Behandeling is zuurstoftoediening, maar dat kan weer ademremming veroorzaken.
Residu wordt steeds groter (rode ballon)
Behandeling COPD (college)
- Preventie
- Bèta-2-sympatico-mimetica luchtwegverwijdend (ontspant glad spierweefsel)
- Anticholinergica blokkeert receptoren die glad spierweefsel laat
aanspannen
- Corticosteroïden ontstekingsremmend (slijmvlies wordt dunner)
- Antibiotica als luchtweginfectie is
- EVT. zuurstof de daling van de zuurstofspanning →
ademprikkel (bij zuurstoftoediening kan de
ademhaling dus afremmen, waardoor de situatie
erger wordt) → risico CO2-stapeling
Bij gezonde mensen is de stijging van de kooldioxidespanning hetgeen dat de ademprikkel
stimuleert.
Uitleg sympathicomimeticum en parasympathicolyticum
Het glad spierweefsel in de wand van de bronchioli staat onder invloed van het autonome
zenuwstelsel (sympathicus en parasympathicus). Het zenuwstelsel maakt hierbij gebruik van
“boodschapperstoffen” (neurotransmitters), zoals (nor-) adrenaline en acetylcholine; de
cellen van het weefsel in de luchtwegen bezitten “ontvangers” (receptoren) die gevoelig zijn
voor deze stoffen.
De receptoren die gevoelig zijn voor adrenaline worden β-adrenerge receptoren genoemd
De receptoren die gevoelig zijn voor acetylcholine worden cholinerge receptoren genoemd.
De sympathicus (bij activiteit) maakt gebruik van adrenaline als neurotransmitter en
veroorzaakt verwijding van de luchtwegen.
De parasympathicus (in rust) maakt gebruik van acetylcholine als neurotransmitter en zorgt
voor vernauwing van de luchtwegen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ascheppink2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.