100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Humane evolutie cursusdeel 2 $4.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Humane evolutie cursusdeel 2

 25 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting die de stof bevat uit het tweede deel van de cursus. Let op; voor deeltentamen 2 dient ook de stof van het eerste deel van de cursus geleerd te worden! Ik raad je daarom aan om de bundel te kopen, dat is nog voordelig ook. Ik heb de cursus uiteindelijk afgerond met een 8 doo...

[Show more]

Preview 3 out of 20  pages

  • Yes
  • April 22, 2022
  • 20
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Humane evolutie Deeltentamen 2

Hoofdlijnen van de evolutie van dieren
Wat maakt ons mens
Hox genen zijn evolutionair goed bewaard
gebleven. Veel orthologe en paraloge
genen worden gedeeld met
modelorganismen. Hox genen spelen een
belangrijke rol bij o.a. het ontwikkelen van
het zenuwstelsel. De meeste HOX genen stimuleren de formatie van
bepaalde lichaamsdelen. 3’ zorgt voor anteriore deel, 5’ posterior.
De arrangement van de Hox genen is dus gexonderveerd over een lange tijd; co-linearity/
synteny; genoom evolutie. De conservatie van genen en de volgorde van genen tussen
verschillende uiteenlopende taxa. Chromosomale herschikkingen leiden tot goed
detecteerbare tekens in het genoom. De sporen van evolutionaire events kunnen getraceerd
worden in een synthetic map. De concervatie is waarschijnlijk ontstaan door de
noodzakelijkheid van preciese regulatie en gen expressie in bepalde plekken en op bepaalde
tijden. De synteny is voornamelijk alleen behouden gebleven in vertebrates
**synpolydactyly: te veel vingers. Wordt veroorzaakt door mutatie in hoxgenen

Kenmerken van dieren (metazoa)
• Alle dieren zijn multicellulair
• Alle dieren hebben een ontwikkelingsprogramma
• Alle dieren zijn heterotroof
• In tegenstelling tot schimmels wordt voedsel intern
verteerd
• (De meeste) dieren kunnen bewegen en hebben spieren
Dieren (en dus mensen) zijn onderdeel van de unikonta,
stamboom van de eukaryoten. We zijn verwant aan schimmels
(niet aan planten).
Choanoflagellata: de protisten die meest verwant zijn aan de dieren. Gekraagde cellen,
voortbeweging met een flagel, zijn heterotroof, lijken op choanocyten van sponzen, leven
solitair of kolonievormend

Hoe zijn dieren ontstaan
• De planula-hypothese:
 Eerst een massief, een plat meercellig organisme (planula)
➢ Lijkend op de larve van neteldieren (cnidaria)
• De placula-hypothese:
 De eerste dieren waren platte ‘blob’s (Placozoa)
• De gastraea-hypothese (Haeckel):
 De eerste dieren vertoonden gastrulatie tijdens Figuur 2. Lijkt op de
planula-larve
ontwikkeling Figuur 1 Trichoplax
 De eerste dieren waren sponsen adhaerens
(placozoa)




Figuur 3 Amphimedon
queenslandica (spons)

,Wat zegt DNA




Conclusies uit genoom analyses
• De oorsprong van de dieren is niet duidelijk!
• Snelle radiatie direct na het ontstaan van de eukaryoten
• Klassieke opvatting: sponzen zijn de zustergroep van alle andere dieren

Fylogenie
• Protista (geen dieren): Eencellige en meercellige “algen”
(eukaryotisch)
• Sponzen: Dieren zonder symmetrie
• Radiata: Poliepen, kwallen, zeeanemomen, koralen
• Protostomia: Bijna alle ongewervelde dieren
geleedpotigen, weekdieren, wormen
• Deuterostomia: Enkele ongewervelde groepen
plus gewervelde dieren
• Bilateria; de orgaandieren. Hiertoe behoren bijna alle diersoorten (wormen,
weekdieren, geleedpotigen en chordadieren. Bilateria zijn een monofyletische groep)

Eigenschappen die nuttig zijn voor de indeling
• Symmetrie van het lichaam
 Niet-symmetrisch (zoals sponsen)
 Radiair (ronde vormen, de radiata) is kenmerkend voor sessiele levenswijze (kan
zich niet voorbewegen0, ook bij niet-radiata
 Bilateraal symmetrisch (tweezijdig) (van kop tot staart splitsen) (bilateria)
• Segmentatie
 Gesegmenteerd (wormen, geleedpotigen, gewervelden)
 Niet gesegmenteerd (platwormen, weekdieren,
zeesterren)
• Voedingswijze
 Filtratievoeding: flamingo, kokerworm
 Herbivorie: plateneter
 Predatie; vangen doden en opeten van een prooidier. Kunnen zowel carnivoor
als omnizvoor zijn
 Ominvoor: alleseter, zowel plant als dierlijk voedsel
 Parasitisme: een organisme of een virus dat zich ten koste van een ander
organisme waarmee hij samenleeft in stand houdt en vermenigvuldigt. De
schade aan de gastheer is niet zo groot dat deze aan de relatie ten onder gaat.
 Detritivoor: detritus eter
• Larvale ontwikkeling
 Kiembladen

,  Diploblastisch: bestaande uit 2 kiembladen; ectoderm en endoderm
 Triploblastisch: bestaande uit 3 kiembladen; ecto-, meso- en endoderm
 Lichaamsholte
 Coeloomvorming: Het coeloom is de secundaire lichaamsholte die
voorkomt bij bijna alle triblastische dieren (Bilateria). Ze wordt gevormd
tijdens de embryonale ontwikkeling uit het middelste kiemblad, het
mesoderm. In het menselijk lichaam is het coeloom te herkennen als de
borstholte en buikholte.

Belang van larvale stadia
Bij veel dieren heeft de larve een andere gedaante dan het volwassendier.
Volwassen dier: doel is dispersie (op zoek naar eigen leefgebied) en voorplanting.
Larve: doel is om te groeien. Larvale kenmerken geven vaak het beste inzicht in de
evolutionaire positie van een dier. Secundair verworven (specialistische) kenmerken zijn nog
niet zichtbaar in de larve.
Ernst Haeckel: biogenetische grondwet: is achterhaald, maar
onderstaande is belangrijk
Fylotypisch stadium: een ontwikkelingsstadium die kenmerkend is
voor het bouwplan van een fylum. Gelijkenis is het hoogst in de
fylotypische stadium. Beperkingen tijdens de ontwikkeling zorgen
voor sterke gelijkenis tussen dieren. Ontwikkelingsproces is
extreem complex, dieren met hetzelfde ontwikkelingspatroon
behoren evolutionair bij elkaar. De processen in de
embryologische ontwikkeling hebben een grote onderlinge
afhankelijkheid. Mutaties die optreden in de vroege embryonale
ontwikkeling zijn haast niet levensvatbaar → principes van de
vroege ontwikkeling (het fylotypische stadium) blijven behouden
**Larvaal/embryonaal stadium van alle chordata vertoont gelijkenis met chorda (voorloper
van de wervelkolom) en kieuwbogen

Evolutionairy developmental biology
Heterochronie: evolutie door verandering van de
timing van de ontwikkeling, vooral de reproductieve
ontwikkeling t.o.v. de somatische ontwikkeling
Neotenie: Somatische ontwikkeling wordt vertraagd
terwijl reproductieve ontwikkeling doorgaat. Dit is
terug te zien in de kenmerken van de schedel:
chimpansee en mens verschil→ foetusmens lijkt nog
wel op de volwassene (ontwikkeling van neotenie
gaat langzamer dan bij chimpansee). Dit is het gevolg
van selectiedruk: Seksuele selectie heeft hier voor
gezorgd d.m.v. partnerkeuze en door seksuele
voorkeur; schedel is geëvolueerd omdat mensen kinderlijker uiterlijk hebben verkregen
Pedomorfose: somatische ontwikkeling wordt stopgezet, terwijl reproductieve ontwikkeling
doorgaat.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninawesterman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.41  1x  sold
  • (0)
  Add to cart