Ontwerpen Van Leersituaties - Gevorderd (201400048)
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
LouiseB
Reviews received
Content preview
Ten Steps to Complex Learning
Van Merriënboer & Kirschner, 2017, 3e editie, Ch. 1-16
Ch. 1 A New Approach to Instruction
Definitie complex leren
Complex leren gaat om 3 factoren:
- Het integreren van kennis, vaardigheden en attitudes;
- Het coördineren van samenstellende vaardigheden;
- Het creëren van een zo groot mogelijke transfer.
Complex leren heeft vooral betrekking op complexe vaardigheden.
Er zijn verschillende modellen en theorieën die zich bezighouden met complex leren. Deze
hebben gemeen dat de focus ligt op real-life, authentieke taken. Juist dit type taken
stimuleert de drie factoren van complex leren.
Met de ontwikkelingen van afgelopen jaren wordt er een groter beroep gedaan op het
probleemoplossend vermogen en het maken van beslissingen. De toekomstige generatie
wordt daarom opgeleid met ‘adaptive expertise’.
Waarom een holistische benadering?
De atomistisch benadering stelt dat complexe taken moet worden opgedeeld in kleinere,
simpelere elementen die door middel van presentatie of oefening worden overgebracht aan
de lerenden. De holistische benadering is hiervan het tegenovergestelde: daarbij ligt de
focus op het trainen van complexe taken zonder dat daarbij de interactie tussen
verschillende elementen wordt overgeslagen (‘the whole is more than the sum of its parts’).
Alleen op deze manier kan complex leren plaatsvinden.
Bij de atomistische benadering is er risico op drie problemen:
● Compartimentalisatie
○ Kennis, vaardigheden en attitudes worden niet geïntegreerd. Het geheel
wordt verdeeld in onderdelen. Een chirurg moet bijv. niet alleen kennis, alleen
vaardigheden, of alleen een goede attitude hebben om goed te kunnen
opereren. Een holistische taakbenadering richt zich op alle drie de
componenten en de integratie van declaratief leren, procedureel leren en
affectief leren (up-to-date houden).
■ Dit ondersteunt de cursist bij de professionalisering. In de praktijk is
alleen kennis of zijn alleen vaardigheden niet voldoende. Dit versterkt
ook de kans op een grote transfer.
■ Leertaken worden onderverdeeld in samenhangende vaardigheden.
Deze kunnen sequentieel (na elkaar) of simultaan (tegelijkertijd)
uitgevoerd worden. Wanneer vaardigheden van een bepaald niveau
uitgevoerd kunnen worden, kan de lerende naar het volgende niveau.
De vaardigheden op het laagste niveau zijn nodig om op het hoogste
niveau te kunnen presteren. Om deze vaardigheid uit te voeren zijn
ook kennis en attitude nodig.
○ Oplossingen:
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
1
, ■ Bij het definiëren van authentieke leertaken wordt per definitie de
kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd. Daarbij moet de
real-life situaties zo veel mogelijk worden nagebootst. Dit voorkomt
dus compartimentalisatie, omdat in deze situaties ook kennis,
vaardigheden en attitudes nodig zijn.
■ Door variatie in de leertaken te brengen op aspecten die ook in het
echte leven variëren. Hiervoor zijn kennis, vaardigheden en attitudes
nodig, en voorkomt daarmee compartimentalisatie. Dit heeft vaak ook
een hogere transfer als gevolg.
● Fragmentatie
○ Wanneer een complexe vaardigheid wordt opgedeeld in deelvaardigheden,
die apart van elkaar worden getraind (gaat dus alleen om vaardigheden, niet
kennis en attitudes zoals bij compartimentalisatie). Bijv. alleen leren sturen,
daarna alleen leren schakelen, daarna alleen leren kijken. Maar deze
deelvaardigheden moeten met elkaar gecombineerd en geïntegreerd
worden zodat de complexe leertaak uitgevoerd kan worden. De holistische
benadering stelt dat deze deelvaardigheden zo veel mogelijk in 1x moeten
worden getraind. Coördinatie van deze vaardigheden is nodig.
■ De complexiteit van een taak wordt bepaald door het aantal
elementen binnen een taak en de mate van interactie tussen deze
elementen (hoe meer elementen en interactie, hoe complexer). De
complexiteit is niet verbonden aan de moeilijkheidsgraad, omdat dit
afhankelijk is van de voorkennis en expertise van de lerende.
■ Wanneer fragmentatie opgelost wordt, moeten er andere manieren
zijn om de complexe taken behapbaar te maken voor beginners.
○ Oplossingen:
■ Leertaken indelen op niveau van moeilijkheid. Dit geeft de ontwerper
de mogelijkheid om de taakklassen te ordenen van simpel naar
complex, ofwel sequenteren. Beginners kunnen dus beginnen met
klasse 1, waardoor het ook voor hen behapbaar is.
■ Verschillende niveaus van ondersteuning aanbieden. Dit gaat wel
per leertaak, en hier kan ook een sequentie in gemaakt worden.
● Een lage transfer (transfer-paradox)
○ Een efficiënte manier van leren leidt niet altijd tot een hoge transfer: dat wat je
geleerd hebt toepassen in een nieuwe situatie. Inefficiënte manieren van
leren, waarbij er moeite gedaan moet worden om te leren, leidt wel tot een
hoge transfer (=paradox). Er wordt vaak gekozen voor efficiënte manieren
van leren vanwege het limiet aan tijd, geld en motivatie, maar in nieuwe
probleemsituaties schiet de kennis dan tekort door de lage transfer. De
holistische benadering stelt dat er beter meer moeite gestoken kan worden in
het leren, zodat in nieuwe situaties de kennis en vaardigheden kunnen
worden toegepast.
■ Paradox volgens auteurs: de methoden om geïsoleerde, specifieke
doelen aan te leren zijn niet de juiste methoden om geïntegreerde
doelen en transfer te bereiken.
○ Oplossingen:
■ Procedurele en ondersteunende informatie aanbieden.
■ Deeltaakoefeningen in de training aanbieden.
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
2
,Wanneer kies je voor hoge/lage efficiëntie en hoge/lage transfer?
Non-recurrente vaardigheden: vaardigheden die een ander gebruik van dezelfde kennis in
nieuwe probleemsituaties vereisen → algemene cognitieve schemata zijn nodig, waarin
verschillende kennisstructuren geïntegreerd zijn. Dit vereist meer cognitieve processen dan
recurrente vaardigheden (‘ik gebruik deze vaardigheid in die situatie op die manier, maar
hoe kan ik dat in deze situatie doen? Wat is hierbij het probleem?’). Bijv. het opstellen van
een zoekterm binnen een database.
Recurrente vaardigheden: dezelfde kennis op dezelfde manier toepassen in nieuwe
probleemsituaties. Hierbij zijn domeinspecifieke, cognitieve schemata voldoende (‘dit werkt
altijd zo, dus in deze situatie ook). Bijv. het openen van een internet tabblad.
Hiervoor is schema constructie nodig: Hiervoor is schema automatisering nodig:
kennis, vaardigheden en attitudes moeten hoe kan een vaardigheid zo geoefend
in een schema geïntegreerd worden over worden dat dit een automatisme wordt? Dit
hoe de werkelijkheid in elkaar zit, om de is een leerproces.
taak uit te kunnen voeren. Dit is een
leerproces waaraan elaboratie gekoppeld
kan worden.
Uit het 4CID model zijn leertaken hieraan Uit het 4CID zijn deeltaakoefeningen
gekoppeld. Ook de ondersteunende hiaaraan gekoppeld. Ook procedurele
informatie kan hieraan worden gerelateerd. informatie kan hieraan worden gerelateerd.
Hoge transfer is hierbij noodzakelijk: er Hierbij is een lage transfer voldoende,
moet beredeneerd worden hoe kennis, omdat het niet gaat om het toepassen van
vaardigheden en attitudes toegepast bestaande kennis/vaardigheden/attitudes in
nieuwe situaties. Hierbij is in plaats van
kunnen worden in nieuwe situaties.
variëteit juist het herhalen van dezelfde
Hier moet ook aandacht aan gegeven handeling noodzakelijk.
worden tijdens de training door variëteit
aan te brengen.
Het maken van dit onderscheid is van belang om de efficiëntie van de trainingsmethode
te bepalen, afhankelijk van de mate van transfer die nodig is. Het komt ook vaak voor dat
beide vaardigheden tijdens een training beiden worden getraind.
Ch. 2 Four Blueprint Components
Introductie 4C/ID-model
Het Vier-Componenten Instructie Ontwerp (4CID) model is een cognitief model.
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
3
, Toelichting model:
➔ Rondjes: leertaken
◆ Gaat om complexe taken, bijv. autorijden, presenteren, op hoog niveau
koken, lesgeven, organiseren van evenementen, etc.
◆ Dit gaat om vaardigheden die bestaan uit routine en niet-routine
deelvaardigheden.
◆ Deze deelvaardigheden moeten gecoördineerd worden en gecombineerd
worden met de kennis en attitudes (bijv. niet alleen een dokter die kennis
heeft, maar ook de operatie daadwerkelijk kan uitvoeren en een openstaande
en empathische attitude heeft)..
◆ Pijltjes in leertaken: variatie-principe
● Leertaken kunnen variëren. Tijdens de training moeten zo veel
mogelijk situaties voorkomen die in de werkelijkheid ook kunnen
voorkomen.
◆ De opvulling van de bolletjes: ondersteuning / scaffolding-principe
● Van veel naar weinig ondersteuning binnen een taakklasse.
● Support: specifieke, product-georiënteerde instructie die de lerende
helpt van de gegeven informatie tot het doel/uitvoeren van de taak te
komen.
● Guidance: procesgeoriënteerde instructie die helpt bij het vinden van
een oplossing.
→ Beide vormen van ondersteuning worden verminderd op basis van
scaffolding naarmate de lerende meer expertise opbouwt.
◆ Gestippelde lijntjes: taakklassen (simple-to-complex principe)
● Leertaken binnen een bepaalde taakklasse zijn even moeilijk, maar
taakklassen zelf lopen op in moeilijkheidsgraad.
➔ L-vormige grijze blokken: ondersteunende informatie.
◆ Wordt aangeboden voordat iemand aan de training begint.
◆ Gaat over de theorie, het domein onder de leertaak. Die informatie blijft
beschikbaar, blijft om de hele taakklasse heenlopen. Bijv. verkeerstheorie die
nodig is om veilig in het verkeer te rijden.
◆ Het gaat om informatie die o.a. helpt om problemen op te lossen
(niet-routine).
◆ Deze informatie hoort bij een gehele taakklasse, niet bij een specifieke
leertaak. De theorie beweegt mee met de simpel-naar-complex ordening. Het
vormt een brug tussen de voorkennis van de lerende en de informatie die
nodig is om de complexe taak uit te voeren (daarom een L).
➔ Donkergrijze balk onder leertaken: procedurele informatie.
◆ Wordt tijdens de leertaken gegeven.
◆ Het is how-to informatie, die nodig is om een bepaalde vaardigheid (routine)
uit te voeren. Bijv. hoe een bepaald apparaat bediend wordt. Dit gaat om nog
niet complexe taken die na oefening routine kunnen worden.
◆ Is voorwaardelijk voor het leren en uitvoeren van de routine. Stap-voor-stap
instructie. Bijv. hoe de bloeddruk gemeten moet worden.
◆ Wordt just-in-time gepresenteerd tijdens het werken aan de taak en neemt
snel af als de student meer expertise krijgt (fading). Dit is onderdeel van
rule-formation: kennis en vaardigheden worden als een regel in het
cognitieve systeem geïmplementeerd.
Louise Beuze - OvL Gevorderd - Onderwijswetenschappen- UU 2021-2022
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LouiseB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.