Begrippenlijst anatomie &
fysiologie
Hoofdstuk 2:
Actieve plek Specifiek gebied ter hoogte van het enzym
waarop het substraat gaat vinden, deze
verbinding kan alleen plaatsvinden als twee
moleculen een complementaire vorm hebben
Adenine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
RNA & DNA
Adenosine Nucleoside dat bestaat uit adenine en een
suiker met 5 koolstof atomen
Adenosinedifosfaat Nucleotide dat bestaat uit adenine samen met 2
fosfaatgroepen
Adenosinemonofosfaat Nucleotide dat bestaat uit adenine samen met 1
fosfaatgroepen
Adenosinetrifosfaat Nucleotide dat bestaat uit adenine samen met 3
fosfaatgroepen
Afbraakreactie Chemische reactie waarbij een molecule in
kleinere fragmenten wordt gesplitst
Anabolisme Synthese van complexe organische
verbindingen van het enkelvoudige bouwstenen
Anion Ion met negatieve lading
Atoom Kleinste stabiele eenheid van materie
Atoom getal Aantal protonen in de kern
Atoomgewicht Gemiddelde van totaal aantal protonen en
neutronen die de atomen van bepaald element
bevat
Base Verbinding die bij dissociatie een hydroxide ion
afsplitst of een waterstofion uit oplossing
verwijdert
Carbonzuurgroep Een zure groep -COOH die zich gaat verbinden
in onder andere vetzuren & aminozuren
Cholesterol Steroïde bouwsteen van celmembraan & een
substraat die voor synthese van steroïde
hormonen & galzure zouten
Concentratie Hoeveelheid in gram/aantal atomen, ionen of
moleculen in Mol per volume-eenheid
Covalente binding Chemische binding tussen atomen waarbij
elektronen worden gedeeld
Cytosine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
RNA & DNA
Denaturatie Onomkeerbare veranderingen in de
driedimensionale structuur van een eiwit
Desoxyribonucleïnezuur Nucleïnezuur dat bestaat uit keten van
DNA nucleotiden die de suiker & desoxyribose en
stikstofhoudende bazen (adenine, guanine,
cytosine, tymine)
,Desoxyribose Suiker met 5 koolstofatomen die op ribose lijkt,
maat 1 zuurstofatoom minder heeft
Disacharide Verbinding die wordt gevormd door de
koppeling van twee enkelvoudige suikers via
condensatie reactie
DNA-molecule Twee ketens van nucleotiden die tot een
dubbele helix worden opgerold & bij elkaar
worden gehouden door waterstofbruggen
Eiwit Groot polipeptide met complexe structuur
Elektrolyten Oplosbare anorganische verbinding waarvan
ionen in oplossing van elektrische stroom
geleiden
Elektron Subatomaire deeltje dat negatieve lading krijgt
en zich steeds rond protonen van kern beweegt
Element Alle atomen met zelfde atoomgetal
Enzym Specifieke biomedische reactie katalyseren +
chemische reacties versnellen
Fosfolipide Belangrijk vet in de celmembraan en waarvan
de moleculen uit hydrofiele & hydrofobe delen
bestaat
Fructose Enkelvoudige suiker met 6 koolstofatomen,
bevindt zich in voedingsmiddel en zaadvacht
Globulaire eiwitten Eiwitten die door hun tertiaire structuur
bolvormig & compact gebouwd zijn
Glucose Enkelvoudige suiker met 6 koolstofatomen,
voornaamste energiebron
Glyceriden Bestaat uit glycerol dat aan 1-3 vetzuren is
gebonden
Guanine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
RNA & DNA
Hydrolyse Afbraak van chemische binding door toevoegen
van een watermolecule, het omgekeerde van
condensatie reactie
Ion Atoom/molecule positief/negatief geladen is
doordat het één of meerdere elektronen heeft
afgestaan
Ionenbinding Moleculaire verbindingen door de aantrekking
tussen ionen met tegenovergestelde lading
Ionisatie Dissociatie, de splitsing van een molecule een
oplossing onder vorming van ionen
Isotopen Vormen van element waarin de atomen
hetzelfde aantal protonen, maar verschillende
aantal neutronen bevat
Katabolisme De afbraak van complexe organische moleculen
toe eenvoudigere bouwstenen, gepaard met
vrijmaken van energie
Katalysator Stof die specifieke chemische reactie versnelt,
maar NIET wijzigt
Kation Ion met positieve lading
Kinetische energie Bewegingsenergie
Koolhydraat Organische binding die bestaat uit koolstof &
, waterstof & zuurstof
Kracht Spanning
Lipide Organische verbinding die bestaat uit koolstof &
waterstof & zuurstof in verhouding die niet
gelijk is aan 1-2-1
Meervoudige verzadigde vetten Vetzuren die koolstofatomen bevatten door
dubbele bindingen zijn gebonden
Melkzuur Verbinding onder anaerobe omstandigheden uit
polydruivenzuur
Metabolieten Verbinding bij stofwisselingsreactie in het
lichaam
Molecuul Een chemische structuur die 2 of meer atomen
bevat die door chemische bindingen bij elkaar
gehouden worden
Monoglyceride Vet dat bestaat uit één vetzuur dat aan een
glyceride gebonden is
Monosacharide Enkelvoudige suiker
Glucose
Ribose
Neutron Subatomaire deeltje dat neutrale lading krijgt
Nucleïnezuur Keten van nucleotiden die een suiker van
( koolstofatomen, fosfaatgroep en één van de 4
stikstofhoudende base bevat
Nucleotide Verbinding die bestaat uit stikstofhoudende
bazen, een enkelvoudige suiker en een
fosfaatgroep
Oplosmiddel Vloeistofgedeelte van oplossing
Oplossing Vloeistof van opgeloste deeltjes
Organische binding Verbinding die koolstof & waterstof & zuurstof
bevat
pH Negatief logaritme, oplossing kan zuur of base
zijn
Polaire covalente binding Covalente binding waarbij de elektronen
ongelijk zijn verdeeld tussen de atomen
Polypeptide Keten van aminozuren die door peptide
bindingen zijn gebonden, meer dan 100
aminozuren = eiwit
Proton Subatomaire deeltje dat positieve lading krijgt
Ribonucleïnezuur Nucleïnezuur dat bestaat uit een keten van
RNA nucleotiden, elke nucleotide bestaat uit suiker
(ribose) en de stikstofhoudende gassen
(adenine, guanine, cytosine en uracil)
Ribose Suiker met 5 koolstofatomen, onderdeel van
RNA
Signaalstof Hormoon dat zich bind op receptor
Steroïde Ringvormige vetachtige stof die wat bouw
betreft verwant is aan cholesterol
Substraat Stof die deelneemt aan een door enzym
gekatalyseerde reactie
Synthese Opbouw
Thymine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
fysiologie
Hoofdstuk 2:
Actieve plek Specifiek gebied ter hoogte van het enzym
waarop het substraat gaat vinden, deze
verbinding kan alleen plaatsvinden als twee
moleculen een complementaire vorm hebben
Adenine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
RNA & DNA
Adenosine Nucleoside dat bestaat uit adenine en een
suiker met 5 koolstof atomen
Adenosinedifosfaat Nucleotide dat bestaat uit adenine samen met 2
fosfaatgroepen
Adenosinemonofosfaat Nucleotide dat bestaat uit adenine samen met 1
fosfaatgroepen
Adenosinetrifosfaat Nucleotide dat bestaat uit adenine samen met 3
fosfaatgroepen
Afbraakreactie Chemische reactie waarbij een molecule in
kleinere fragmenten wordt gesplitst
Anabolisme Synthese van complexe organische
verbindingen van het enkelvoudige bouwstenen
Anion Ion met negatieve lading
Atoom Kleinste stabiele eenheid van materie
Atoom getal Aantal protonen in de kern
Atoomgewicht Gemiddelde van totaal aantal protonen en
neutronen die de atomen van bepaald element
bevat
Base Verbinding die bij dissociatie een hydroxide ion
afsplitst of een waterstofion uit oplossing
verwijdert
Carbonzuurgroep Een zure groep -COOH die zich gaat verbinden
in onder andere vetzuren & aminozuren
Cholesterol Steroïde bouwsteen van celmembraan & een
substraat die voor synthese van steroïde
hormonen & galzure zouten
Concentratie Hoeveelheid in gram/aantal atomen, ionen of
moleculen in Mol per volume-eenheid
Covalente binding Chemische binding tussen atomen waarbij
elektronen worden gedeeld
Cytosine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
RNA & DNA
Denaturatie Onomkeerbare veranderingen in de
driedimensionale structuur van een eiwit
Desoxyribonucleïnezuur Nucleïnezuur dat bestaat uit keten van
DNA nucleotiden die de suiker & desoxyribose en
stikstofhoudende bazen (adenine, guanine,
cytosine, tymine)
,Desoxyribose Suiker met 5 koolstofatomen die op ribose lijkt,
maat 1 zuurstofatoom minder heeft
Disacharide Verbinding die wordt gevormd door de
koppeling van twee enkelvoudige suikers via
condensatie reactie
DNA-molecule Twee ketens van nucleotiden die tot een
dubbele helix worden opgerold & bij elkaar
worden gehouden door waterstofbruggen
Eiwit Groot polipeptide met complexe structuur
Elektrolyten Oplosbare anorganische verbinding waarvan
ionen in oplossing van elektrische stroom
geleiden
Elektron Subatomaire deeltje dat negatieve lading krijgt
en zich steeds rond protonen van kern beweegt
Element Alle atomen met zelfde atoomgetal
Enzym Specifieke biomedische reactie katalyseren +
chemische reacties versnellen
Fosfolipide Belangrijk vet in de celmembraan en waarvan
de moleculen uit hydrofiele & hydrofobe delen
bestaat
Fructose Enkelvoudige suiker met 6 koolstofatomen,
bevindt zich in voedingsmiddel en zaadvacht
Globulaire eiwitten Eiwitten die door hun tertiaire structuur
bolvormig & compact gebouwd zijn
Glucose Enkelvoudige suiker met 6 koolstofatomen,
voornaamste energiebron
Glyceriden Bestaat uit glycerol dat aan 1-3 vetzuren is
gebonden
Guanine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
RNA & DNA
Hydrolyse Afbraak van chemische binding door toevoegen
van een watermolecule, het omgekeerde van
condensatie reactie
Ion Atoom/molecule positief/negatief geladen is
doordat het één of meerdere elektronen heeft
afgestaan
Ionenbinding Moleculaire verbindingen door de aantrekking
tussen ionen met tegenovergestelde lading
Ionisatie Dissociatie, de splitsing van een molecule een
oplossing onder vorming van ionen
Isotopen Vormen van element waarin de atomen
hetzelfde aantal protonen, maar verschillende
aantal neutronen bevat
Katabolisme De afbraak van complexe organische moleculen
toe eenvoudigere bouwstenen, gepaard met
vrijmaken van energie
Katalysator Stof die specifieke chemische reactie versnelt,
maar NIET wijzigt
Kation Ion met positieve lading
Kinetische energie Bewegingsenergie
Koolhydraat Organische binding die bestaat uit koolstof &
, waterstof & zuurstof
Kracht Spanning
Lipide Organische verbinding die bestaat uit koolstof &
waterstof & zuurstof in verhouding die niet
gelijk is aan 1-2-1
Meervoudige verzadigde vetten Vetzuren die koolstofatomen bevatten door
dubbele bindingen zijn gebonden
Melkzuur Verbinding onder anaerobe omstandigheden uit
polydruivenzuur
Metabolieten Verbinding bij stofwisselingsreactie in het
lichaam
Molecuul Een chemische structuur die 2 of meer atomen
bevat die door chemische bindingen bij elkaar
gehouden worden
Monoglyceride Vet dat bestaat uit één vetzuur dat aan een
glyceride gebonden is
Monosacharide Enkelvoudige suiker
Glucose
Ribose
Neutron Subatomaire deeltje dat neutrale lading krijgt
Nucleïnezuur Keten van nucleotiden die een suiker van
( koolstofatomen, fosfaatgroep en één van de 4
stikstofhoudende base bevat
Nucleotide Verbinding die bestaat uit stikstofhoudende
bazen, een enkelvoudige suiker en een
fosfaatgroep
Oplosmiddel Vloeistofgedeelte van oplossing
Oplossing Vloeistof van opgeloste deeltjes
Organische binding Verbinding die koolstof & waterstof & zuurstof
bevat
pH Negatief logaritme, oplossing kan zuur of base
zijn
Polaire covalente binding Covalente binding waarbij de elektronen
ongelijk zijn verdeeld tussen de atomen
Polypeptide Keten van aminozuren die door peptide
bindingen zijn gebonden, meer dan 100
aminozuren = eiwit
Proton Subatomaire deeltje dat positieve lading krijgt
Ribonucleïnezuur Nucleïnezuur dat bestaat uit een keten van
RNA nucleotiden, elke nucleotide bestaat uit suiker
(ribose) en de stikstofhoudende gassen
(adenine, guanine, cytosine en uracil)
Ribose Suiker met 5 koolstofatomen, onderdeel van
RNA
Signaalstof Hormoon dat zich bind op receptor
Steroïde Ringvormige vetachtige stof die wat bouw
betreft verwant is aan cholesterol
Substraat Stof die deelneemt aan een door enzym
gekatalyseerde reactie
Synthese Opbouw
Thymine Stikstofhoudende base in een nucleïne zuur
