Deze samenvatting bevat de hoofdstukken: H2, H3, H4, H5 en H7. Daarnaast zijn in deze samenvatting alle wetsartikelen, die van toepassing zijn, vermeld in een onderscheidende kleur. Zelf heb ik dit vak in 1x gehaald doormiddel van deze samenvatting. Succes met leren!
- Wet loonbelasting 1964 bepaalt dat een inhoudingsplichtige (meestal de werkgever van de
werknemer) loonbelasting moet inhouden op het (bruto)loon van de werknemer
, - Als de werknemer ook premieplichtig is voor de volksverzekeringen, moet de
inhoudingsplichtige ook premie volksverzekeringen inhouden
Loonheffing: de gezamenlijke heffing van loonbelasting en premie volksverzekeringen
- Belastingdienst is ook belast met het innen van werknemersverzekeringen en
inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
Loonheffingen: dit bestaat uit de gezamenlijke heffing van loonbelasting, premie volksverzekeringen,
premies werkverzekeringen en de Zvw-bijdrage
- Inhoudingsplichtige moet de door hem ingehouden loonbelasting periodiek afdragen aan de
belastingdienst (art. 27 lid 5 wet LB)
- De werknemer mag de ingehouden loonbelasting in zijn aangifte inkomstenbelasting
verrekenen met de inkomstenbelasting die hij verschuldigd is over zijn totale inkomen
(art 9.2 lid 1 letter a Wet IB) (loonbelasting in beginsel een voorheffing op de
inkomstenbelasting)
Dienstbetrekking 2.2:
Werknemer: belangrijkste belastingplichtige voor de loonbelasting, loonbelasting wordt ingehouden
op zijn loon (art. 1 Wet LB) (art. 27 lid 1 Wet LB)
- ‘Werknemer is een natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in privaatrechtelijke
of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat’ (art. 2 Wet IB)
- Ook diegene die loon geniet uit bestaande of vroegere privaatrechtelijke of
publiekrechtelijke dienstbetrekking
‘Echte dienstbetrekkingen’:
Privaatrechtelijke dienstbetrekkingen
Publiekrechtelijke dienstbetrekkingen
Privaatrechtelijke dienstbetrekkingen:
= ‘De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij,
de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.’ (art. 7:610 BW)
Omschrijving begrip arbeidsovereenkomst bevat 3 essentiële voorwaarden:
Er moet sprake zijn van een gezagsverhouding tussen de werkgever en de werknemer
De werknemer is verplicht om gedurende zekere tijd persoonlijk arbeid te verrichten voor de
werkgever
De werkgever is verplicht om de werknemer te belonen voor zijn arbeid
Gezagsverhouding:
- Werknemer is verplicht om opdrachten en aanwijzingen van de werkgever uit te voeren
- Als de werkgever bevoegd is om de werknemer opdrachten en aanwijzingen te geven, is er
sprake van een gezagsverhouding
Persoonlijke verrichten van arbeid:
- Werknemer is op grond van art. 7:659 lid 1 BW verplicht om de arbeid (persoonlijk) zelf uit te
voeren
- De werknemer mag zich niet zonder voorafgaande toestemming van de werkgever laten
vervangen bij de uitvoeringen van zijn werkzaamheden (mocht dit wel het geval zijn, dan is
er geen sprake van een privaatrechtelijke dienstbetrekking)
Loon:
= een vergoeding voor de verrichte arbeid
Vergoeding kan in allerlei vormen voorkomen:
, Geld
Verstrekkingen (conciërge die op het schoolterrein in een woning van school mag wonen)
Aanspraken (pensioentoezegging)
Als iemand een vergoeding voor de werkelijke gemaakt kosten ontvangt, wordt dit niet aangemerkt
als loon (vrijwilligers). (Art. 2 lid 6 Wet LB)
Publiekrechtelijke dienstbetrekking
- Deze berust niet op een arbeidsovereenkomst, maar op een aanstelling of benoeming
Voorbeelden hiervan zijn:
Burgermeester
Commissaris
Koning
- Drie voorwaarden van de privaatrechtelijke dienstbetrekking zijn bij publiekrechtelijke
dienstbetrekkingen niet van belang
(Bij gekozen ambten bijv. het ambt van gemeenteraadslid of tweede kamerlid, is er geen sprake
van een aanstelling of benoeming, maar van een op democratische wijze gekozen ambt. Hierdoor
is er dus geen sprake van een publiekrechtelijke dienstbetrekking)
Fictieve dienstbetrekking (art 3 en 4 Wet LB)
Aanneming van werk
Stagiairs
Meewerkende kinderen
Aanmerkelijkbelanghouder
Aanneming van werk (art. 3 lid 1 letter a en b Wet LB)
= Bij aanneming van werk komt de aannemer met de opdrachtgever overeen dat hij een bepaald
‘werk’ persoonlijk en tegen een bepaalde prijs tot stand zal brengen
- Het moet hierbij gaan om werk van stof
- Een ondernemer en een thuiswerker vallen niet onder deze regeling
- Geldt ook niet als de overeenkomst van aanneming van werk rechtstreeks is aangegaan met
een natuurlijk persoon, ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden
Stagiaire (art. 3 lid 1 letter e Wet LB)
- Bedoeling om vakbekwaamheid op te doen en die hiervoor een stagevergoeding ontvangen
die niet uitsluitend bestaat uit het ontvangen van onderwijs
Meewerkende kinderen (art 3 lid 1 letter F wet LB)
- Wanneer een kind van 15 jaar en ouder is en meewerkt in de onderneming van zijn ouders, is
er altijd sprake van een dienstbetrekking
- Is het kind werkzaam onder dezelfde arbeidsvoorwaarden als het overige personeel, dan is er
sprake van een echte dienstbetrekking
- Is de kind ondernemer, dan moet het kind het resultaat als winst uit de onderneming
aangeven in zijn aangifte inkomstenbelasting
Aanmerkelijkbelanghouder (art 4 letter d Wet LB en art. 2h Uitv.besl. LB)
= degene die arbeid verricht voor een lichaam waarin hij of zijn partner (als bedoeld in art. 12a lid 7
letter a Wet LB) een aanmerkelijk belang heeft is voor de wet LB altijd in dienstbetrekking
- Dit kan een echte dienstbetrekking zijn (de bestuurder is formeel immers, onderworpen aan
het gezag van de algemene vergadering van aandeelhouders)
- Kan ook een fictieve dienstbetrekking zijn (kijk wetsartikel in titel)
Aanmerkelijk belang: Iemand bezit een aanmerkelijk belang als hij minimaal 5% van het geplaatste
aandelenkapitaal van een vennootschap bezit of een recht (optie) heeft om minimaal 5% van het
geplaats aandelenkapitaal te kopen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JannaStudie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.