100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Zenuwstelsel $5.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Zenuwstelsel

1 review
 609 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting over de neuroanatomie met alle pathofysiologie van het centrale zenuwstelsel, bestaande uit: bewustzijnsstoornissen, fysiologie van slaap, epilepsitische aanvallen, pijn, trauma's, het autonoom zenuwstelsel, neurologische consulten, wegrakingen, vasculaire aandoeningen, neuro-oncologie...

[Show more]
Last document update: 9 year ago

Preview 8 out of 135  pages

  • Unknown
  • September 23, 2015
  • October 8, 2015
  • 135
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: AnnickArns • 7 year ago

avatar-seller
Begrippenlijst 5O209 Zenuwstelsel
1. Neuroanatomie
Centraal zenuwstelsel (CZS): deel van het zenuwstelsel dat de hersenen en het ruggenmerg omvat,
opgedeeld in zes delen; wordt omvat door een benig omhulsel, in de vorm van schedel en ruggengraat
Perifeer zenuwstelsel (PZS): deel van het zenuwstelsel dat de voorhoorncellen, wortel (radix),
dorsale ganglion, zenuw, neuromusculaire overgang en spier omvat

A. Algemene opdeling CZS
Cerebrum: grote hersenen; cortex cerebri is belangrijk voor integratieve functies; bestaat uit zestal
lagen waarin een dicht complex van neuronen voorkomt
Cerebellum: kleine hersenen; speelt belangrijke rol in coördinatie van de houding en beweging van
lichaam (m.b.t. evenwicht), vooral repeterende en gelijktijdige bewegingen, en krijgt alle
proprioceptieve informatie en verwerkt deze informatie zonder bewustwording
Telencephalon (1): eindhersenen; gigantisch uitgegegroeid hersenonderdeel die Ezelsbruggetje:
m.n. bestaat uit twee grote, hoefijzervormige gekromde hemisferen Tel die messen met my!
Diencephalon (2): tussenhersenen; bestaande uit de thalamus (dorsaal), hypothalamus
(ventraal), hypofyse, epifyse en derde ventrikel
Mesencephalon (3): middenhersenen
Metencephalon (4): achterhersenen; wordt voor grootste gedeelte door cerebellum
gevormd en bevat frontaal een verdikking, oftewel de pons
Myelencephalon (5): nahersenen, wat dient als schakelzone tussen de hersenen en
de rest van het lichaam; bestaat uit de medulla oblongata, een deel van het 4e ventrikel en
een aantal hersenzenuwen
Medulla spinalis (6): ruggenmerg; deel van CZS dat is gelegen onder het myelencephalon en wordt
omhuld door de wervelkolom
Medulla oblongata: het verlengde merg, wat dient als schakelzonde tussen de hersenstam en de
medulla spinalis
Encephalon: hersenen, wat een verzamelnaam is voor de prosen-, mesen- en rhombencephalon;
gedeelte van het zenuwstelsel dat gelegen is in de schedel
Prosencephalon: voorhersenen, wat een verzamelnaam is voor de telencephalon en diencephalon
Rhombencephalon: ruithersenen, wat een verzamelnaam is voor pons, metencephalon en medulla
oblongata

a) Diencephalon onderdelen
Thalamus: gedeelte in de hersenen van het diencephalon; verwerkt alle sensibele informatie
(behalve reuk) + motorische informatie vanuit cerebellum en basale ganglia die de cerebrale
hemisferen binnenkomt vanuit de rest van het zenuwstelsel die gericht wordt op ipsilaterale
motorische cortex
Thalamuskernen
Lateraal geniculate Visueel systeem
body (LGB)
Mediaal geniculate Auditief systeem
body (MGB)
VP Sensorische informatie uit lichaam
VPM Sensorische informatie van gelaat
VL Motorische informatie cerebellum
VA Motorische informatie basale ganglia




Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

,Epifyse: pijnappelklier; endocriene klier onder het corpus callosum aan bovenkant van derde
ventrikel, wat het nacht-dag ritme bepaald door afscheiden van melatonine
Hypothalamus: gedeelte in de hersenen van het diencephalon, wat de autonome, endocriene en
viscerale functies reguleert; verantwoordelijk voor synthese ADH, oxytocine en releasinghormonen,
regulatie lichaamstemperatuur, honger, dorst en
cardiovasculairsysteem en hoofd controlecentrum van autonoom ZS;
zendt via axonen vanuit nu. supraopticus en paraventricularis,
signalen naar neurohypofyse voor afgifte ADH en oxytocine en via
releasingfactoren via het poort-aderstelsel naar de adenohypofyse
voor afgifte hormonen
Hypofyse: hersenaanhangsel; hormoonafscheidende klier, gelegen in
sella turcica (Turkse zadel) met de grootte van een bruine boon
(0,5g); achterkwab van hypofyse staat direct in verbinding met de
hypothalamus en de voorkwab indirect via het poortaderstelsel, de
middenkwab is bij mensen bijna niet aanwezig
Adenohypofyse: bestaande uit de hypofyse pars distalis (voorkwab),
pars tuberalis en pars intermedia (middenkwab) die ontstaan vanuit
monddak; maakt ACTH, TSH, GH, FSH, LH en prolactine (PRL) vrij;
hormonen in voorkwab zelf geproduceerd en afgegeven aan
bloedbaan, maar via bloedbaan d.m.v. releasing factoren vanuit
axonen eindigend in hypofysesteel door hypothalamus gereguleerd
(endocriene secretie); ontvangt portaalbloed vanuit hypothalamus
Neurohypofyse: bestaande uit de hypofyse pars nervose (achterkwab) en hypofysesteel, die
ontstaan vanuit diencephalon; maakt ADH en oxytocine; hormonen door hypothalamus
geproduceerd die vervolgens in achterkwab in axonuiteinden worden opgeslagen en direct
afgegeven kunnen worden aan bloedbaan (neurosecretie); behoort functioneel tot hersenen door
aanwezigheid zenuwuiteinden afkomstig van nuclei in supraoptische en paraventriculaire nucleoli
van hypothalamus; ontvangt arterieel bloed

b) Hersenstam
Truncus cerebri: hersenstam, wat een verzamelnaam is voor het mesencephalon, de pons
en de medulla oblongata; verbindt de prosencephalon met de kleine hersenen en het
ruggenmerg; belangrijk doordat 10 van de 12 hersenen hieruit ontspringen, maar
ook door zijn autonome functies, waaronder ademhaling, hartslag/bloeddruk en
mictie
Hersenzenuw kernen in de hersenstam
Mesencephalon - nu. oculomotorius (CN III)
- nu. trochlearis (CN IV)
Pons - nu. trigmenius (CN V)
- nu. abducens (CN VI)
- nu. facialis (CN VII)
- nu. vestibulocochlearis (CN VIII)
Medulla oblongata - nu. hypoglossus (CN XII)
- nu. solitarius (CN VII, IX en X)
- nu. dorsalis vagus (CN X)
- nu. ambiguus (CN X en IX)




Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

,B. Hersenhelften, -kwabben, -gebieden en -vormen
a) Hersenhelften
Hemisphaerium cerebri: grote hersenhelft , waarvan een linker en een rechter worden
onderscheiden; de twee hersenhelften worden met elkaar verbonden via het corpus callosum en
worden anatomisch van elkaar gescheiden door de fissura longitudinalis cerebri
Dominante hersenhelft (meestal links): hersenhelft waarin de functionele aspecten zoals taal,
motorische vaardigheden en intellectuele, rationele en analytische functies zijn gelegen
Niet-dominante hersenhelft (meestal rechts): hersenhelft waarin de functionele aspecten zoals non-
verbale en intuïtieve processen (muzikaliteit, ruimtelijke oriëntatie, interpretatie van complexe
visuele patronen, emotionele effecten op bijv. taal) zijn gelegen
Corpus callosum: hersenbalk; structuur bestaande uit een bundel van witte stof in de hersenen die
de twee grote hersenhelften met elkaar verbindt zodat ze informatie kunnen uitwisselen

b) Hersenkwabben
Lobus frontalis: voorhoofdskwab, gelegen aan de voorkant en gescheiden van de
lobus parietalis door de sulcus centralis en van de lobus temporalis door de
sulcus lateralis; functies zijn primaire motore cortex (gyrus precentralisch),
taalexpressie (Broca), hoofd- en oogbewegingen (supplementaire cortex),
persoonlijkheid en initiatief (prefrontaal) en corticale inhibitie van blaas en
darmfuncties (paracentraal)
Lobus parietalis: wandbeenkwab; functies zijn somatosensore cortex (gyrus
postcentralisch), gyrus supramarginalis en angulairs (deel van Wernicke),
rekenen en getalverwerking (dominante kwab), visuoconstructie en
lichaamsschema’s (niet-dominante kwab) en bevat vezels van radiatio optica
Lobus temporalis: slaapkwab; functies zijn taalbegrip via gebied van Wernicke
(dominante kwab), muziek en ritme (niet-dominante kwab), auditieve cortex,
geheugen en leervermogen (mediaal en inferior) en het limbische systeem
Lobus occipitalis: achterhoofdskwab; functies zijn perceptie van visus (visuele
cortex) en de visuele associatiecortex (betrokken bij geheugen en interpretatie)
Limbische “kwab”: vijfde hersenkwab, gelegen rondom laterale ventrikels;
functies zijn emoties, leren en gedrag
Insula: laterale en diepe kwab, gelegen achter de lobus frontalis, parietalis en
temporalis; onderdeel van het emotionele systeem

c) Hersengebieden
Kaart van Brodman: gebieden in de grotenhersenschors, gebaseerd op de cytoarchitectuur




Ariel van Wernicke (gebied 22): hersengebied verantwoordelijk voor de sensorische spraak; visuele
en auditorische gegevens worden naar de gyrus angularis geleid waar het wordt omgevormd tot een
neurale representatie , waarna het naar het Ariel van Wernicke wordt gebracht, waar het wordt
waargenomen als taal en word begrepen; gegevens worden vervolgens via fasciculus arcuatus door
gegeven aan het gebied van Broca; ligt in de lobus temporalis in de gyrus temporalis superior naast
de primaire auditieve cortex


Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

,Gebied van Broca (gebied 44 en 45): hersengebied
verantwoordelijk voor de motorische spraak; gegevens over taal
en spreken worden vanuit het Ariel van Wernicke naar het gebied
van Broca geleid via de arcuata fasciculus, waar het kan worden
omgezet in motor presentatie, die praten mogelijk maakt
Gyrus angularis: hersengebied in de lobus parietalis die visuele
en auditorische gegevens ontvangt en omzet tot een neurale
representatie die vervolgens naar het Ariel van Wernicke wordt
gebracht
Fasciculus arcuatus: bundel zenuwvezels die het gebied van
Wernicke met het gebied van Broca verbindt

d) Hersengroeven, -vouwingen en -kloven
Gyri: vouwingen van de hersenen
Fissura: kloven in de hersenen
Fissura longitudinalis cerebri: kloof die de hersenen in de twee hersenhelften opdeelt
Sulci: groeves in de hersenen
Sulcus centralis (Rolandische fissuur): groeve in de hersenen, loodrecht op de
fissura longitudinalis cerebri; scheidt de frontaal- van de
pariëtaalkwab door een scheidingslijn te vormen tussen de
motorische gyrus precentralis en de sensorische gyrus postcentralis
Sulcus lateralis (Fissuur van Sylvius): laterale, groeve in de hersenen, die de
temporaalkwab scheidt van de pariëtaal- en frontaalkwab
Sulcus parietooccipitalis: groeve in de hersenen die de pariëtale en
occipitaal kwab van elkaar scheidt; ontstaat uit de upper rim van de
mediale oppervlakte van de hemisfeer
Sulcus calcarinus: ontspringt uit de upper rim van de mediale
oppervlakte van de hemisfeer
Sulcus cinguli: scheidt de limbische kwab van de frontale en
pariëtale kwab

C. Basale ganglia
Basale ganglia/extrapyramidaal systeem: de grijze stof binnen in het witte stof, waarin vele axonen
zich verzamelen; betrokken bij initiëring (in gang zetten) van bewuste bewegingen, onderdrukken
van niet-gewilde bewegingen en faciliteren van de complexe motoriek; bestaande uit corpus
striatum, aangevuld met nucleus subthalamus en substantia nigra; hemiparese uit zich contralateraal
door kruising van corticospinalis (pyramidebaan) in pyramide, waar het nauw mee samenwerkt




Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

,Nucleus caudatus: C-shaped structuur gelegen langs de laterale ventrikel;
ontvangt informatie uit grote delen ipsilaterale cortex
Putamen: basale ganglia wat een grote structuur is die wordt gescheiden van
de nucleus caudatus door de anterior limb van de capsula interna; ontvangt
informatie uit grote delen ipsilaterale cortex vanuit de nu. caudatus
Globus pallidus (interna en externa): basale ganglia die bestaat uit een
internal en external segment, mediaal gelegen van het putamen, naast de
capsula interna
Nucleus subthalamus: basale ganglia die een gedeelte is van het
diencephalon, gelegen onder de thalamus
Substantia nigra: basale ganglia gelegen in mesencephalon tussen de rode
nucleus en crus cerebri op ventrale gedeelte van de hersenen
Corpus striatum: verzamelnaam voor de basale ganglia in de frontale kwab,
de nucleus caudatus, putamen en globus pallidus
Striatum: verzamelnaam voor de nucleus caudatus en putamen
Nucleus lentiformis: verzamelnaam voor de putamen en globus pallidus
Capsula interna: belangrijke baan van axonen (witte stof) die langs de basale
ganglia afloopt met zowel stijgende en dalende banen; alle motorische
informatie (piramidebaan) gaat via capsula interna en geeft daarna ook weer
informatie terug aan motor cortex

D. Cerebellum
Cerebellum: kleine hersenen, speelt belangrijke rol in
coördinatie van de houding en beweging van lichaam
(m.b.t. evenwicht), vooral repeterende en gelijktijdige
bewegingen, en krijgt alle proprioceptieve informatie en
verwerkt deze informatie zonder bewustwording; bestaat
uit diepe cerebrale nuclei (nu. fastigeus, interpositus en dentatus)
+ cerebrale cortex; wordt anatomisch opgedeeld in een anterior en
posterior lobe door de primaire fissura en de flocculonodulaire
lobe door de fissura posterolateralis; kan saggitaal worden
ingedeeld in de vermis, intermediate zone en de laterale
hemisfeer; verbinding cerebellum en cortex kruisen niet óf dubbelzijdig waardoor uitval altijd
ipsilateraal is; alle informatie concentreert zich op Purkinje-vezels die niet direct met hun axonen
naar de hersenstam projecteren, maar door overschakeling in diepe cerebrale kernen o.a. nucleus
denatus
Vermis: middelste gedeelte van cerebellum; coördineert bewegingen van hoofd, ogen en romp
Cerebellaire hemisferen: buitenste gedeelte van het cerebellum; coördineert bewegingen van de
extremiteiten
Intermediaire hemisfeer: binnenste hemisfeer van het cerebellum, verantwoordelijk voor de tonus
en coördinatie van bewegingen van de romp, proximaal armen en benen
Vestibulocerebellum: onderdeel van cerebellum dat verbonden is met het vestibulaire systeem en
gebruik maakt van inferior pedunkel; betrokken bij oogbewegingen en evenwicht (oriëntatie ruimte)
Spinocerebellum: onderdeel van cerebellum dat verbonden is met het ruggenmerg, bestaande uit
lobus anterior en caudale deel vermis en gebruik maakt van de nu. denatus en de superior pedunkel;
coördineert bewegingen van proximale spiergroepen
Pontocerebellum (cerebro-/neocerebellum): onderdeel van
cerebellum dat verbonden is met het cerebrum, bestaande uit de
laterale hemisferen en gebruik maakt van medius pedunkel;
coördineert bewegingen van distale spiergroepen van de
extremiteiten en spraak



Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

,Pedunculi: vezel bundels die het cerebellum aan de hersenstam
verbinden, waardoor in- en output mogelijk is
Superior cerebrale pedunkel/branchium conjunctivum:
bevat efferente vezels van centrale cerebellaire kernen
(naar hersenstam vestibulaire kernen) en thalamus (en
dan naar contralaterale cortex)
Medius cerebrale pedunkel/ brachium pontis: bevat
afferente pontocerebellaire vezels (informatie
over geplande beweging); pons vormt
verbinding tussen cortex cerebri en cerebellum
Inferior cerebrale pedunkel/restiform body:
bevat afferenten uit ruggenmerg en hersenstam met
proprioceptieve informatie (reticulocerebellair en
olivocerebellair)

E. Hersenvliezen
Meninges: hersenvliezen, onder te verdelen in de dura
mater, arachnoides en pia mater
Dura mater: harde hersenvlies; buitenste vlies van
collageen direct gelegen tegen het binnenste periost van
schedel, bestaande uit de periosteale (geheel met
schedelbotvlies) en meningeale laag; tussen de periosteale
en meningeale laag liggen op bepaalde plekken
bloedbanen, de bloedsinussen
Arachnoides: spinnenwebvlies; middelste hersenvlies
tussen dura en pia mater, dat direct tegen het dura mater
aanligt, maar niet direct tegen het pia mater waardoor de
subarachnoïdale ruimte wordt gevormd
Pia mater: zachte hersenvlies; buitenste hersenvlies rijk
aan bloedvaten dat tegen het hersenweefsel aanligt zonder
direct in contact te komen met zenuwcellen of vezels
Epidurale ruimte: ruimte tussen de schedel en dura mater die onder normale omstandigheden niet
aanwezig is in de hersenen, maar wel in het ruggenmerg
Subdurale ruimte: ruimte tussen de dura mater en arachnoides die onder normale omstandigheden
niet aanwezig is in de hersenen, maar wel in het ruggenmerg
Subarachnoïdale ruimte: ruimte tussen het arachnoïd en de pia mater waarin cerebrospinale
vloeistof, axonen en cerebrale arteriën lopen
Falx cerebri: inkeping van de dura mater, dat verticaal afdaalt in de fissura longitudinalis cerebri
Falx cerebelli: inkeping van de dura mater, dat verticaal afdaalt vanuit de falx cerebri en het
cerebellum in twee hemisferen opsplitst
Tentorium cerebelli: inkeping van de dura mater, dat horizontaal het cerebellum van het cerebrum
scheidt




Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

,F. Ventriculaire systeem en cerebrospinale vloeistof
a) Ventriculaire systeem
Ventriculi cerebri: onderling verbonden holtes in de hersenen, die door het
bevatten van plexus chorioides verantwoordelijk zijn voor de productie van
cerebrospinale vloeistof
Ventriculi lateralis (1 + 2): de grootste ventrikels zijn van het ventriculair systeem,
gelegen in de linker- en rechterhersenhelft, die een groot oppervlak van de
hemisphaerium cerebri innemen; openen door de interventriculaire foramen in
het derde ventrikel; bestaan uit een frontale (voor)hoorn, corpus, occipitale
(achterhoorn) en temporale (onder)hoorn
Ventriculus tertius (3): slit-like ventrikel tussen de rechter en linker kant van het
diencephalon, die overgaat in de cerebrale aqueduct
Aqueductus mesenchephali/aqueduct van Sylvius (A): narrow channel ventrikel
in het mesencephalon dat het derde en vierde ventrikel met elkaar verbindt
Ventriculus quartus (4): pyramidevormige ventrikel in het posterior gedeelte van
de pons en medulla die inferoposterior verlengt; inferior wordt het een smal
kanaal dat in het cervicale gebied van het ruggenmerg doorgaat als centrale
kanaal

b) Cerebrospinale vloeistof
Cerebrospinale vloeistof (CSF): vloeistof gelegen in de subarachnoidale ruimte, gesecreteerd door
choroid plexus van de vier ventrikels; beschermt de hersenen door een kussen te vormen en
voorkomt dat het gewicht van de hersenen de craniale zenuwwortels en bloedvezels dicht duwt
tegen het internal oppervlakte van het cranium; gewicht hersenen is groter dan CSF (50g) waardoor
gyri van het basale oppervlakte van de hersenen in contact is met de bodem van de craniale cavity;
per dag wordt ongeveer 500ml liquor geproduceerd en afgevoerd bij een druk die normaal tussen 7 –
20 cm H2O bedraagt
Plexus choroideus: plexus gelegen in de ventrikels verantwoordelijk voor de secretie van CSF,
bestaande uit fringer van vasculaire pia mater, bedekt met choroidal, cuboidal epitheel cellen
(gemodificeerde ependymcellen); invaginated in de top van de derde en vierde ventrikel en in de
bodem van het lichaam van de inferior horns van de laterale ventrikels
Interventriculaire foramina (foramen van Monro): opening waardoor cerebrospinale vloeistof vanuit
de laterale ventrikels het derde ventrikel instroomt
Median aperture (foramen van Magendie): opening waardoor cerebrospinale vloeistof vanuit het
vierde ventrikel naar de subarachnoidale ruimte stroomt naar de achterkant van het hoofd
Lateral aperture (foramina van Luschka): opening waardoor cerebrospinale vloeistof vanuit het
vierde ventrikel naar de subarachnoidale ruimte stroomt naar de voorkant van het hoofd
Subarachnoidale cisternen: reservoir van CSF in de schedelbasis waar het arachnoïd en pia worden
gescheiden
Granulationes/villi arachnoidea: plaatsen waar het arachnoidea zich door de dura mater heen boort
en uitstulpingen vormt die eindigen in de veneuze sinussen van de dura; functie is afvoer van liquor
cerebrospinalis naar het bloed in de veneuze sinussen
Monro-Kelli doctrine: regel die zegt dat de craniale holte een gesloten box is en dat een verandering
in de quantiteit van intracraniaal bloed alleen kan ontstaan door dis- of replacement van CSF




Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

, G. Hersenzenuwen
Hersenzenuwen: twaalf tweetallen zenuwen die rechtstreeks uit de hersenen ontspringen
Ezelsbruggetje 1: Op ons oude tuinterras at Frits verse groente van Albert Heijn
Ezelsbruggetje 2: Some sluts make money, but my brother says “Big boobs make more”


Nr. Zenuw Component Ontstaan Craniale exit Main action(s)
I Olfactorius Sensorisch Cerebrale hemisfeer Foramen in Geur van nasale mucosa
cribriform plate van
etmoid bone
II Opticus Sensorisch Diencephalon Optisch kanaal Visie van retina
III Oculomotorius Motor Mesencephalon Superior orbital fis. Overige oogspieren
IV Trochlearis Motor Mesencephalon Superior orbital fis. M. obliquus sup. (oog)
V Trigeminus
- Ophthalmicus Sensorisch Pons Superior orbital fis. Sensatie voorhoofd
- Maxillair Sensorisch (metencephalon) Foramen rotundum Sensatie bovenkaak
- Mandibulair Beide Foramen ovale Sensatie en motoriek
onderkaak
VI Abducens Motor Junctie van pons en Superior orbital M. rectus lateralis (oog)
medulla fissure
VII Facialis Beide Junctie van pons en Internal acoustic Zie afbeelding (bovenste
medulla meatus gezichtshelft ipsi- en
bilateraal, onderste contra
en uni)
VIII Vestibulocochlearis
Sensorisch Junctie van pons en Internal acoustic Vestibulaire sensatie
- Vestibulair
medulla meatus
- Cochlear Gehoor
IX Glossopharyngicus Beide Medulla Jugular foramen Zie afbeelding
X Vagus Beide Medulla Jugular foramen Zie afbeelding
XI* Accessorius Motor Superior ruggenmerg Jugular foramen Motor sternocleido-
mastoideus + trapezius
XII Hypoglossus Motor Medulla Hypoglossus kanaal Motor tongspieren
* n. accesorius ontsprint uit het ruggenmerg in de hals, maar omdat hij hoog loopt en de schedel samen met CN IX en X verlaat wordt hij toch als
hersenzenuw gerekend




Samenvatting 5O209 – Floor Wilting

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorwilting. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.44  16x  sold
  • (1)
  Add to cart