100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Werkgroepopdrachten Schenk- Erf- En Overdrachtsbelasting (JUR-3SCHERFOV1) Wegwijsserie - Wegwijs in de Successiewet, ISBN: 9789012406970$8.40
Add to cart
werkgroepopdrachten schenk erf en overdrachtsbelasting
schenk erf en overdrachtsbelasting
ru
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Notarieel Recht
Schenk- Erf- En Overdrachtsbelasting (JUR3SCHERFOV1)
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
s-kers
Reviews received
Content preview
WG Schenk-, erf- en overdrachtsbelasting.
WG 1:
Theorie
Is er een belastbaar feit?
- Erfbelasting -> art. 1 lid 1 sub 1 SW.
- Een verkrijging krachtens erfrecht.
- Boek 4 BW.
- Fictiebepalingen -> geen verkrijging o.g.v. boek 4, maar wel belast.
- Erflater woonde ten tijde van het overlijden in NL.
- Waar verkrijger woont is irrelevant.
- Verkrijgingsbelasting en tijdsbelasting.
- Verkrijger wordt belast, het moment van overlijden bepaald de
belastingplicht.
- Schenkbelasting -> art. 1 lid 1 sub 2 SW.
- Een verkrijging krachtens schenking.
- Schenker woonde ten tijde van schenking in NL.
Vraag 1
A. Wat is naar civiel recht het verschil tussen een schenking en een gift?
Bij schenking altijd een ovk om niet (nooit sprake van een tegenprestatie), bij gift hoeft geen
sprake te zijn van een ovk en ook niet per se om niet.
Antwoord:
Schenking civiel -> art. 7:175 BW:
1. Ovk
2. Om niet
3. Verarming schenker
4. Verrijking verkrijger
5. Beoogde bevoordeling.
Gift civiel -> art. 7:186 lid 2 BW:
1. Bevoordeling
2. Verarming schenker
3. Verrijking verkrijger
Verschil gift met schenking:
- Geen ovk.
- Hoeft niet om niet.
B. Wordt dit onderscheid naar fiscaal recht ook gemaakt?
Art. 1 lid 7 SW -> in successiewet betekent schenking ook een gift.
- Onder schenking moet worden verstaan de gift als bedoeld in art. 7:186 lid 2 BW en
de voldoening aan de natuurlijke verbintenis.
- De natuurlijke verbintenis = vrijstelling o.g.v. art. 33 onder 12 SW. Het is dus een
schenking die helemaal is vrijgesteld -> dit doen ze voor omkering van de bewijslast.
Als begiftigde moet je bewijzen dat het een natuurlijke verbintenis betreft.
Vraag 2
, A. Anton overlijdt. Hij heeft zoon Jan tot enig erfgenaam benoemd en aan zoon Bas
100.000 gelegateerd. Zijn Jan en/of Bas erfbelasting verschuldigd?
Ja, o.g.v. art. 1 lid 1 onder 1 SW. Al dat wat krachtens erfrecht wordt verkregen -> hier valt
het legaat en dat Jan als enig erfgenaam is benoemd onder.
Antwoord:
Vereisten:
1. Een verkrijging krachtens erfrecht.
a. Erfstelling en legaat vinden we in boek 4 BW.
2. Erflater woonde ten tijde van het overlijden in NL.
a. Als dit niet in de casus staat mag je ervan uitgaan.
3. Verkrijgingsbelasting en tijdsbelasting.
a. Art. 5 SW -> wat ten laste van de erfgenaam komt mag er vanaf worden
getrokken.
b. Art. 20 SW -> aftrek kosten van lijkbezorging en schulden die rechtens
afdwingbaar zijn.
Jan is erfbelasting over erfstelling verschuldigd. Jan moet legaat aan Bas uitkeren. Dit legaat
komt in mindering op verkrijging (art. 5 SW).
B. De wettelijke verdeling is van toepassing en de zoons Jan en Bas verkrijgen een
niet-opeisbare vordering op moeder Cora. Zijn Jan en Bas erfbelasting verschuldigd?
Ja, maar die wordt betaald door moeder Cora want zij is de langstlevende.
Antwoord:
Ja, het is een verkrijging krachtens erfrecht. Niet opeisbare vordering = verkrijging krachtens
erfrecht. Cora moet de erfbelasting voor Jan en Bas betalen -> alle schulden komen voor
haar rekening (art. 4:13 lid 2 en 14 BW). Erfbelasting -> art. 4:7 lid 1 sub e BW. Dat wat door
Cora is betaald aan erfbelasting komt in mindering op de vordering van Jan en Bas.
C. Jan en Bas hebben op grond van de wettelijke verdeling een niet opeisbare
vordering op moeder Cora. Cora treedt opnieuw in het huwelijk met Gerard. Jan doet
een beroep op zijn wilsrecht ex art. 4:19 BW. Is Jan erfbelasting verschuldigd?
Ja verkrijging krachtens erfrecht, want art. 4:19 BW, maar nee, want verkrijging krachtens
wilsrecht is uitgezonderd, art. 1 lid 5 SW.
D. Zoon Jan is onterfd en doet een beroep op zijn legitieme portie. Is hij erfbelasting
verschuldigd?
Ja verkrijging krachtens erfrecht, art. 4:63 BW. Zelfde geldt voor andere wettelijke rechten
(4:28 BW e.v.).
E. Zoon Jan verkrijgt een legaat van 100.000 onder de last 20.000 aan kleinzoon Kurt te
geven. Zijn Jan en/of Kurt erfbelasting verschuldigd?
,Jan verkrijgt krachtens erfrecht en Kurt ook dus o.g.v. art. 1 lid 1 onder 1 SW erfbelasting
verschuldigd.
Antwoord:
Testamentaire last -> art. 4:130 BW, verkrijging krachtens erven.
Lastbevoordeelde is erfbelasting verschuldigd.
Onderscheid: onpersoonlijke lasten en persoonlijke lasten.
Jan is erfbelasting verschuldigd over 100.000 - 20.000 = 80.000 (art, 5 SW).
Kurt is erfbelasting verschuldigd over 20.000.
F. Zoon Jan verkrijgt een legaat van 100.000 onder de last om de hond van de erflater
te verzorgen. Is Jan erfbelasting verschuldigd?
Jan verkrijgt krachtens erfrecht dus o.g.v. art. 1 lid 1 onder 1 SW erfbelasting verschuldigd.
Antwoord:
Onpersoonlijke last = bijv. de hond te moeten verzorgen. Deze hebben geen invloed op de
heffing. Een last komt alleen in mindering als dit bij een lastbevoordeelde in de heffing kan
worden betrokken. Dit betekent dat Jan over zijn verkrijging krachtens erfrecht uit hoofde
van het legaat van 100.000 erfbelasting is verschuldigd, zonder aftrek van de last.
Vraag 3
A. Ferdinand woont in Nederland en schenkt 100.000 aan zijn zoon Bert in Frankrijk. Is
Bert in Nederland schenkbelasting verschuldigd?
O.g.v. art. 1 lid 1 onder 2 SW schenkbelasting verschuldigd over de waarde van al wat
krachtens schenking wordt verkregen van iemand die ten tijde van de schenking in NL
woonde.
Lid 7 -> is er sprake van een schenking? Gift als in art. 7:186 BW. I.c. sprake van een
schenking zoals gesteld dus over 100.000 moet schenkbelasting worden betaald.
Antwoord:
Art. 1 lid 1 sub 2 SW.
1. Een verkrijging krachtens schenking.
2. Schenker woonde ten tijde van schenking in NL.
Ferdinand is schenker en hij woont in NL.
Woonplaatsbegrip, art. 4 AWR:
- Feitelijke omstandigheden.
- Middelpunt van zijn levensbelangen.
- Puerto Rico arrest (hof Den Bosch 19 nov 2015).
Woonplaatsfictie -> art. 3 SW:
- Lid 1
- Bij vertrek uit NL had deze persoon de NL nationaliteit.
- Bij overlijden of schenking had deze persoon ook de NL nationaliteit.
- Binnen tien jaar nadat hij uit NL is vertrokken is deze persoon overleden of
doet deze een schenking.
- Lid 2 -> geldt alleen voor schenkbelasting.
- Eenieder die binnen Nl heeft gewoond.
, - Binnen een jaar na het verlaten van NL.
- Een schenking doet.
- NB: nationaliteit niet van belang.
- Dubbele heffing -> verdragen of besluit ter voorkoming van dubbele belasting.
Ferdinand = schenker en woont in NL. Verkrijger Bas hoeft niet in NL te wonen. Bert is in NL
schenkbelasting verschuldigd.
B. Cor woont in Nederland als hij de postcodeloterij wint. Hij verhuist naar het zonnige
Spanje. Vijf jaar later besluit hij zijn neef Dirk een Ferrari te schenken. Is Dirk in
Nederland schenkbelasting verschuldigd?
Verkrijging krachtens schenking, Cor woont in Spanje.
Art. 3 lid 1 SW -> schenking gedaan binnen 10 jaar na verhuizen dus schenkbelasting
verschuldigd.
Cor heeft de NL nationaliteit.
Dirk is in NL schenkbelasting verschuldigd.
C. De Duitser Evert heeft jaren in Nederland gewoond voor zijn werk. Als hij met
pensioen gaat, verhuist hij terug naar zijn geboortestad in Duitsland. Binnen drie
maanden schenkt hij aan zijn neef die in Nederland woont een bedrag van 50.000. Is
de neef in Nederland schenkbelasting verschuldigd?
Art. 1 lid 1 onder 2 SW gaat niet op want Evert woont niet in NL, ook de fictie van art. 3 lid 1
Sw gaat niet op want Evert is geen Nederlander.
Art. 3 lid 2 SW -> schenking binnen 1 jaar gedaan dus Evert wordt geacht in NL te wonen
dus wel schenkbelasting betalen.
D. Stel dat de Duitser Evert, uit vraag C, binnen elf maanden na zijn terugkeer naar
Duitsland overlijdt. Zijn de erfgenamen erfbelasting verschuldigd in Nederland?
Evert woont op moment van overlijden in Duitsland dus art. 1 lid 1 onder 1 Sw gaat niet op.
Fictie van art. 3 lid 1 SW gaat niet op. Erfgenamen zijn dus erfbelasting verschuldigd.
Antwoord:
Evert woont in Duitsland. Ever heeft Duitse nationaliteit, dus art. 3 lid 1 SW gaat niet op.
Art. 3 lid 2 SW geldt alleen over schenkingen. Dus geen erfbelasting verschuldigd.
E. Welke andere aanknopingspunten voor de heffingsbevoegdheid worden er
gehanteerd in het buitenland?
Vraag 4
A. Wie wordt in de Successiewet als partner aangemerkt? Waarom kan het zijn van
partner fiscaal gunstig of fiscaal nadelig zijn?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.40. You're not tied to anything after your purchase.