Boekverslag 'Eric of het klein insectenboek' - Godfried Bomans - Nederlands 2021 (Leeslijst)
2 views 0 purchase
Course
Nederlands
Level
VWO / Gymnasium
Book
Erik Of Het Kleine Insectenboek
In dit document heb ik het boek 'Eric of het klein insectenboek' van schrijver Godfried Bomans uitgewerkt. Het is een goed te lezen boek, maar wel een klein beetje langdradig. Een pluspunt is wel de dikte van het boek. Het document bevat alle aspecten voor je boekverslag.
Succes en veel leesplezi...
ERIC OF HET KLEIN INSECTENBOEK
Godfried Bomans
Nederlands
Jaar: 1941
Niveau: 3
Achtergronden en uiterlijke beschrijving
Na onvoltooide studies in de rechten te Amsterdam en een reis naar Italië gaat
Godfried Bomans (*1913 te Den Haag - † 1971 te Bloemendaal), van de ene op de
andere dag, in 1933 wijsbegeerte en psychologie studeren te Nijmegen. Tijdens deze
studie, die hij ook niet zal afwerken, schrijft hij ten huize van mevrouw H. Sloth-
Blaauwboer te Berg en Dal naar eigen zeggen moeiteloos een gelukkig boek, Erik of
het klein insectenboek, zijn zesde werk. Als kind zou Bomans, die tijdens de
zomermaanden graag insecten observeerde, al meer dan veertig insectenverhaaltjes
hebben geschreven. In 1939 vindt hij ze terug en zou hij het plan hebben opgevat ze
in één groot verhaal te verwerken. De eerste uitgave verschijnt te Utrecht bij Het
Spectrum in 1941, in hetzelfde jaar gevolgd door 10 drukken. De 45e en vooralsnog
laatste druk bij dezelfde uitgeverij dateert van 1986. Het werk is geïllustreerd met
tekeningen van Karel Thole. In 1957 verschijnt te Antwerpen een schooluitgave (12e
en laatste uitgave 1986).
Aan elk hoofdstuk gaat een korte inhoudsopgave vooraf. Het wellicht niet ernstig te
nemen motto bij de aanvang van het boek is ontleend aan Leonardo da Vinci in een
brief aan Gabriele Piccolomini: ‘Wij zijn alle ballingen, levend binnen de lijsten van
een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten’ (p. 15). Het
biedt een eerste aanduiding over de idee en de strekking van het boek. De nu
voorliggende uitgave begint met ‘Woorden vooraf’ bij de 4e, de 8e, de 11e, de 14e en
de 26e druk. De auteur drukt zijn tevredenheid uit over de ‘goede ontvangst, die men
zijn geesteskind bereid heeft’ (p. 5) en over het succes ervan. Op baldadige wijze
hekelt hij bovendien de zogenoemde ‘vlammende verontwaardiging’ (p. 7) van de
waarachtige ‘insectologen’ (p. 13). Bij de 4e druk stelt hij ironisch dat hij ‘dan ook in
dezen druk hier en daar een achterpoot [heeft] geschrapt of een dekschildje
bijgevoegd’ (p. 6), wat bij de 8e druk wordt herroepen, daar heeft hij ‘dan tekst weer
in overeenstemming gebracht met den oerdruk’ (p. 8). Bij de uitgave van de 14e druk
zinspeelt hij op de kleinere Prisma-uitgave. Hij besluit deze voorwoorden
zelfverzekerd met de bedenking dat de insectenkenners vrij zijn om in hun
microscopen te blijven kijken, ‘het enige wat ze erin zien, is een volgende druk’ (p.
14).
In 1979 bewerkt André Kuyten het werk tot een televisieserie waarin hij bijna letterlijk
Bomans' tekst volgt.
, Inhoud
Wollewei (1)
Erik Pinksterbloem herhaalt in bed nog even de leerstof over de insecten uit het
leerboek van ‘Solms' Beknopte Natuurlijke Historie’ (p. 20). Hij kijkt daarbij naar een
schilderij met wolken, schapen, een herder en vele insecten, dat hij Wollewei heeft
genoemd. En dan gebeurt het wonder: de portretten van zijn grootouders komen tot
leven. Hij heeft met hen een leuk gesprek dat uitloopt op zijn wens: ‘lieve
grootmama... laat mij gaan naar het land van Wollewei’ (p. 21). Hij wordt zeer klein,
slaagt erin over de schilderijlijst te komen en met een grote boog valt hij ‘in het frisse,
zachte gras’ (p. 32).
Bij de wespen (2-3)
De eerste die hij ontmoet, is de wesp, mijnheer Van Vliesvleugel. Deze nodigt hem
uit met zijn gezin ‘de lunch te willen gebruiken’ (p. 36). Op zijn rug vliegt Erik naar
diens ‘home’ (p. 38), gevestigd in een ‘rode chrysanth’ (p. 38). Hij ontmoet er
mevrouw en ‘de zeven huwbare dochters’ (p. 38). De wespen hechten zeer veel
belang aan hun adellijke afkomst. Ze hebben nog nooit van mensen gehoord,
mevrouw vraagt meteen of die van adel zijn en dan ‘is dit mijn vraag: dragen zij een
angel?’ (p. 43). Het etentje verloopt ongemakkelijk, vooral ook omdat Erik argwanend
wordt bekeken door de heer P., ‘een der rijkste wespen in den omtrek, zwijgzaam
van aard, en enigszins jichtig in een zijner achterpoten’ (p. 48). De jongen verknoeit
de situatie volledig als hij een loflied zingt op de nijvere bijen, die volgens de
Vliesvleugels echter ‘tot den arbeidenden stand waren afgezakt en daardoor allen
tezamen in één huis woonden’ (p. 51). Het etentje wordt afgesloten met ‘een uurtje
muziek, voor de spijsvertering’ (p. 53). De instrumenten bestaan uit levende
bromvliegen. Eriks bromvlieg zet zich dermate in dat ze sterft. Daarom is het afscheid
‘zeer koeltjes’ (p. 56). Erik vliegt weg op de rug van een hommel.
In het slakkenhotel (4-6)
De hommel bezit het boek Schicksal der Gegenwart, dat ook in de kast van Eriks
vader staat. Het insect kijkt echter alleen af en toe naar de titel en gaat dan vanzelf
‘een beetje dieper denken’ (p. 61). Na de vlucht wenst hij echter betaald te worden.
Erik geeft hem een klompje honing dat hij van de Vliesvleugels heeft gekregen. Erg
inhalig vliegt de hommel er ‘als de wind van door’ (p. 64). Hij leert er veel insecten uit
Solms in levenden lijve kennen. Vol ontzag luisteren ze toe als Erik iets van zijn
kennis te berde brengt. Hij verwerft een grote faam, ook omdat hij hen op de hoogte
brengt van het wonderbaarlijke verschijnsel dat de rups zich inspint tot pop om
vlinder te worden. Toch beseft hij dat de insecten veel knapper zijn dan hijzelf. ‘Ik
leer een helen avond over zo'n hoofdstukje, voor ik het weet, en zij doen precies wat
er in staat, zonder het ooit gelezen te hebben. Het is toch maar een mooi ding, zo'n
instinct. Ik wou dat ik het had’ (p. 80). De dagen in het hotel zijn ‘in den beginne’ (p.
81) erg aardig. Het insectenwereldje is zeer wonderlijk, al moet Erik er soms om
lachen. Als hij 's zaterdags in bad gaat, zijn de insecten erover verwonderd dat hij
zich het vel kan afstropen en er dan nog eentje overhoudt. Voor gesprekken over het
begrip zedelijkheid en over de vraag wie God is, zijn de insecten duidelijk niet
vatbaar. Erik maakt ook kennis met de beperktheden van de insecten en met hun
zelfgenoegzaamheid. Geleidelijk aan voelt hij zich meer en meer alleen en op een
ochtend, als hij toch al besloten heeft te vertrekken, komt de vlinder, ‘de oude rups’
(p. 81), de ontbijtkamer binnen. Erik zal op zijn rug wegvliegen ‘de zon tegemoet’ (p.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daandieteren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.