100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
AFP4 samenvatting $6.93   Add to cart

Class notes

AFP4 samenvatting

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Duidelijk document met plaatjes Alle theorie verwerkt

Preview 4 out of 71  pages

  • April 25, 2022
  • 71
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Christa
  • All classes
avatar-seller
Afp4 les 1
- Vat de basale opbouw van het zenuwstelsel samen
- Legt uit wat een neuron is en deelt deze in naar functie
- Legt uit wat het verschil is tussen grijze stof en witte stof
- Benoemt de verschillende gliacellen en hun functies.


Regeling activiteiten van alle orgaanstelsels:

Zenuwstelsel Hormoonstelsel
Via zenuwbanen Via bloedcirculatie
Reageert snel op binnenkomende Reageert langzamer op binnenkomende
informatie informatie
Korte prikkels Langere prikkels
Reguleren van lichaamshouding, Reguleren va energiegebruik, groei en het
oogbewegingen, reflexen en waarneming volwassen worden


Functies:
- Meet interne en externe milieu
- Integreert informatie van zintuigen
- Coördineert gewilde en ongewilde reacties van orgaanstelsels
 Gewilde reactie: bewuste beweging, iets oppakken
 Ongewilde reactie: niet bewust van bent, na het eten gaan je darmen werken




Perifeer zenuwstelsel:
= verbinding tussen het centrale
zenuwstelsel, de spieren en de organen.
Bestaat uit zenuwen en kleine
concentraties grijze stof
 Al het zenuwweefsel buiten de
CZS
 Zorgt voor de communicatie
tussen het CZS en de rest van het
lichaam
 Plexus, ganglia, zenuwbanen en
de hersenzenuwen


Centrale zenuwstelsel:
= hersenen en ruggenmerg
 Verwerkt en coördineert de sensorische informatie
 Geeft impulsen door aan de spieren
 Gaat over de hogere functies als intelligentie, het geheugen en emoties

,Onderdelen encephalon:
- Cerebrum: grote hersenen
- Cerebellum: kleine hersenen
- Diëncephalon: tussen hersenen
- Mesencephalon: midden hersenen
- Trunncus cerebri: hersenstam


Fysiologische indeling:
Afferente banen: informatie gaat naar het zenuwstelsel toe
 Sensorisch
 Somatische zintuigen ( extern)
 Viscerale zintuigen ( intern)
 Geeft sensorische informatie die wordt geregistreerd door de zintuigen (receptoren)
in het PZS door aan het CZS. Hier wordt de informatie pas verwerkt
 Zenuwcellen die iets doorgeven, er komt iets binnen. Die geven aan het CZS door


Efferente banen: informatie van zenuwstelsel gaat naar de periferie/ doelorganen toe
 Motorisch
Het efferente gedeelte bestaat uit:
Somatische zintuigen:
- Registeren gewaarwordingen van de buitenwereld.

, - Reguleren de bewuste processen
- Aansturen van skeletspieren
- Externe receptoren, proprioceptie
- Druk, tempratuur, tast, zien, horen, ruiken, voelen, houdingsregulatie


Viscerale zintuigen:
- Inwendig
- Reguleert de onbewuste, automatische processen
- Interne receptoren
- Bloeddruk, CO2 gehalte, zuurgraad


Het zenuwweefsel:
Neuronen:
= zenuwcellen
= prikkelgeleiding
 Prikkelopvang uit de periferie-> naar het centrale systeem
 Prikkels generen in centrale deel -> doelorgaan
 Prikkels doorschakelen




Neuroglia/ Gliacellen:
= ondersteunde cellen ( steunweefsel)
= zorgen voor voeding, bescherming en steun van neuronen

, Bouw van neuron:
Cellichaam ( perikaryon) met kern ( nucleus)
 Kan zich niet delen
 Cytoplasma heeft ruw, korrelig uiterlijk
 Lichaampjes van nissl -> grijze kleur
Dendriet:
 Grote aantallen
 Nemen prikkels op en sturen ze door naar de kern
 Prikkel + transport na overschrijding drempelwaarde
Simpel gezegd heeft een neuron twee uiteinden: het dendriet en de het axon. Dendrieten zijn
de vertakking rondom de celkern ( dendriet betekend letterlijk boom). Op het oppervlak van
het dendriet bevinden synaptische receptoren. Via deze receptoren ontvangt het dendriet
informatie van de axonen van andere neuronen. De dendrieten geven deze prikkels door aan
de celkern, terwijl de axonen juist prikkels van de celkern af geleiden. Hoe groter het dendriet
oppervlak, hoe meer informatie van andere neuronen het dendriet kan ontvangen.
Dendrieten kunnen ook stekels bevatten. Dit zijn kleine knopen die met een smal buisje aan
het oppervlak van het dendriet verbonden zijn. op deze dendritische stekels bevinden zich
ook synapsen.
Axon:
 Geeft signaal door naar de volgende cel of einddoel ( van de cel af) ->
synapsknoppen
 Gemyeliniseerde/ ongemyeliniseerde
 Met myelineschede, isolatielaag, rijk aan vetten-> witte kleur
 Op regelmatige afstand insnoeringen ( van ranvier)
Het begint bij de axonheuvel, een bultje op het cellichaam. Het axon komt uit bij de synaps,
waar communicatie met een andere cel mogelijk is door middel van overdracht van
neurotransmitters. Soms moeten er veel axonen richting hetzelfde gebied in de hersenen, ze
bundelen dan samen. Deze bundels van axonen staan bekend als zenuwen, behalve in de
hersenen, want daar noemen we een bundel axonen een tractus.
De belangrijkste functie van het axon is het geleiden van een actiepotentiaal. Dit is een
elektrische impuls die wordt verplaatst doordat geladen ionen het axon binnenkomen en
uitgaan. Een axon kan op deze manier signalen over een hele lange afstand vervoeren.
Sommige axonen zijn dan ook meer dan een meter lang. Om een actiepotentiaal snel over
zo’n lange afstand te versturen werken neuronen samen met gliacellen. Deze cellen
omhullen het axon met een stofje dat myeline wordt genoemd en zorgt voor isolatie. Hierdoor
kan de elektrische lading in het axon niet weglekken. Om het toch mogelijk te maken dat de
ionen het axon binnengaan is de myeline- schede soms onderbroken. Deze onderbrekingen
worden de knopen van ranvier genoemd. Bij de knopen van ranvier kunnen positieve inonen
de cel instromen en een actiepotentiaal voortzetten. De piekspanning die hierbij verspreid
zich vervolgend door met het myeline omhulde gedeelte van het axon, tot het bij de volgende
knoop aankomt. Daar begint het hele verhaal weer opnieuw. Een actiepotentiaal springt dus
als het ware van de ene opening in de myeline- schede naar de volgende ( saltatoire
impulsgeleiding). Door dit systeem kan een actiepotentiaal wel een snelheid van 150 meter
per seconde bereiken.
Mylelineschede:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indypeters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.93
  • (0)
  Add to cart