De student is op de hoogte van de organisatie van GGZ zorg in Nederland
De student kent belangrijke wet en regelgevingen binnen de GGZ in Nederland
De student weet hoe een doorverwijzing naar de GGZ tot stand komt
De student kent verschillende behandelopties binnen de GGZ van milde tot zeer
ernstige psychiatrische problematiek
Voorbereiding
Bekijk de bronnen onder 'literatuur'.
Beantwoord de volgende voorbereidende vragen met behulp van de
onderstaande bronnen:
1. Waar kan ik allemaal terecht met psychische klachten in Nederland?
De overheid wil dat mensen met psychische problemen passende geestelijke
gezondheidszorg (GGZ) krijgen op de juiste plaats.
De huisarts is verantwoordelijk voor de behandeling van lichte psychische klachten.
De huisarts kan mensen met matige tot zware psychische problemen doorverwijzen naar
de basis GGZ of gespecialiseerde GGZ.
De huisarts behandelt lichte psychische klachten zelf. Hij doet dat in samenwerking met
een Praktijkondersteuner Huisarts (POH-GGZ).
Hiervoor krijgt de huisarts extra geld van de overheid.
Als een POH-GGZ helpt, blijft de huisarts wel inhoudelijk verantwoordelijk voor de
behandeling.
2. Hoe verloopt de (door)verwijzing naar een GGZ instelling?
De huisarts kan doorverwijzen voor hulp bij psychische problemen naar een
zorgaanbieder binnen de basis GGZ of naar de gespecialiseerde GGZ. Dit is afhankelijk
van de mate van de problemen.
Een behandeling van lichte tot matige psychische problemen gebeurt in de basis GGZ.
Een behandeling binnen de basis GGZ kan bestaan uit gesprekken met bijvoorbeeld een
psycholoog of psychotherapeut.
Ook een internetbehandeling (e-health) is mogelijk.
Bij zwaardere psychische problemen verwijst de huisarts, bedrijfsarts, jeugdarts of
medisch specialist door naar de gespecialiseerde GGZ.
Er is geen doorverwijzing van de huisarts nodig als de patiënt wordt overgedragen van de
basis GGZ naar de gespecialiseerde GGZ en omgekeerd.
Gemeentes, zorgverzekeraars en aanbieders van zorg samenwerken voor ambulante zorg
(zorg dicht bij huis)
, 3. Krijg ik een behandeling binnen de GGZ vergoed?
De basisverzekering vergoed de behandeling in een psychiatrische instelling dus ook voor
de GGZ
Duurt deze opname langer dan 3 jaar dan wordt het vergoed door de Wlz (wet
langdurige zorg)
4. Wie bepaalt of ik onvrijwillig opgenomen mag worden?
De rechter bepaald dit en de burgemeester kan dit besluiten in een crisissituatie
De rechter mag dit alleen opleggen als deze zorg:
- De enige manier is om ernstig nadeel weg te nemen
- In verhouding staat tot het op te lossen ernstig nadeel
- Effectief is
5. Sinds 1 januari 2020 is de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische
ziekenhuizen (Bopz) vervangen door twee wetten: Wet verplichte ggz (Wvggz)
en Wet zorg en dwang (Wzd).
1. Wat is de wet Verplichte GGZ (Wvggz)?
Regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg vanwege een
psychische aandoening waarbij het gedrag ernstig nadeel veroorzaakt voor henzelf of
voor anderen
Patiënt houdt waar mogelijk zelf regie
Deze wet is erop gericht om verplichte zorg zoveel mogelijk te voorkomen
https://www.dwangindezorg.nl/wvggz
2. Wat is de wet zorg en dwang (Wzd)?
Cliënt valt onder de wet zorg en dwang:
Als er een verklaring is van een deskundig arts waaruit blijkt dat hij in verband met een
psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking is aangewezen op zorg
Een persoon beschikt over een indicatie van het CIZ voor langdurige zorg (Wlz) met als
grondslag psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking (dat geld ook voor
Wmo (wet maatschappelijke opvang), Zvw (zorgverzekeringswet))
Bij kinderen tot 12 jaar nemen de ouders/ voogden die het gezag uitoefenen de
beslissing over de zorg van het kind
bij kinderen tussen 12 en 16 jaar neemt het kind gezamenlijk met zijn of haar ouders/
voogden de beslissingen over de zorg
vanaf 16 jaar neemt het kind zelf de beslissing over de zorg
geldt in en buiten instellingen (zorginstellingen, thuissituatie, logeeropvang,
kleinschalige woonvormen)
geldt niet voor ouders die zorg verlenen aan hun kind
, Kern wet zorg en dwang:
Wanneer er onvrijwillige zorg nodig is valt dit onder de Wzd als er een link is tussen
gedrag de verstandelijke beperking en het ernstig nadeel.
’Nee, tenzij’
de zorg voor ouderen met dementie en mensen met een beperking moet zoveel
mogelijk op vrijwillige basis plaatsvinden
zorgverleners helpen bij keuzes maken
onvrijwillige zorg wordt niet toegepast, tenzij het niet anders kan
Wat regelt de WZD:
in welke situaties onvrijwillige zorg en/ of opname aan de orde kan zijn
hoe een besluit tot onvrijwillige zorg genomen wordt
wanneer onvrijwillige zorgverlening geëvalueerd moet worden
Locatieregister:
zorgaanbieders die ervoor kiezen om onvrijwillige zorg te kunnen verlenen, moeten
zich registeren in het openbaar locatieregister
3. Wanneer krijg je met bovenstaande wetten te maken?
Zie hierboven beschreven wetten
Maak met je verpleegkundig team een korte presentatie over bovenstaande
vragen. Gebruik daarbij onderstaande bronnen en eventueel zelf gevonden
bronnen.
Bedenk samen met je verpleegkundig team team één ethisch dilemma in de
GGZ en verantwoord waarom jullie dit onderwerp gekozen hebben.
Bedenk 1 prikkelende stelling over de GGZ voor je medestudenten waar we
over in debat kunnen gaan
Week 1 AF
Doelen
De student:
kan het begrip angst en angststoornis uitleggen.
kan verschillende angststoornissen onderscheiden en de daarbij horende symptomen
benoemen.
kan uitleggen wat een paniekstoornis en paniekaanval is en kan symptomen van een
paniekaanval benoemen.
Paniekstoornis:
Bij een paniekstoornis heb je regelmatig last van paniekaanvallen: een korte, hevige
angst die vaak onverwachts optreedt. Je hebt naast het angstige gevoel ook lichamelijke
klachten waar je inéén keer en tegelijk last van krijgt:
- Hartkloppingen
- Ademnood
- Zweten
- een beklemmend gevoel op de borst
, - trillen of beven
- duizeligheid
- misselijkheid en opvliegers
- of koude rillingen
Soms zijn al deze klachten zo intens dat je bang bent om de controle over jezelf te
verliezen, gek te worden, flauw te vallen of zelfs dood te gaan. Hierdoor ontstaat angst
voor angst.
Een belangrijk kenmerk van de paniekstoornis is de conditionering voor angst: iemand
met een paniekstoornis ‘leert’ zichzelf onbewust de eerste paniekaanval steeds te
herinneren.
Elke volgende situatie die lijkt op de omstandigheden van de eerste aanval (een
onbewuste associatie kan daarbij al genoeg zijn) wordt direct ‘herkend’ als ‘gevaar’,
waarna een volgende aanval ontstaat.
Omdat de patiënt zelf deze conditionering vaak niet doorziet, lijkt het alsof de aanvallen
zonder directe aanleiding plaatsvinden, terwijl de aanleiding meestal wel aanwezig is.
Paniek aanval:
- Die eerste paniekaanval is als het ware uit het niets gekomen.
kan verschillende verklaringsmodellen voor angststoornissen benoemen en
uitleggen.
Angststoornissen behoren, net als de meeste psychiatrische aandoeningen, tot de
´complexe aandoeningen´
oorzaak is multifunctioneel
erfelijke factoren, omgevingsfactoren
Erfelijke factoren:
30 tot 40 % is erfelijk in de familie stamboom als iemand het al had in de familie
Temperament:
patiënten met angststoornissen blijken als kind al vaak angstiger te zijn, aarzelender in
nieuwe situaties (gedragsinhibitie genoemd)
In moeilijke situaties reageerden zij vaak al met arousal-klachten (hartkloppingen)
internaliserend temperament (neuroticisme genoemd), kan vooraf gaan aan een
angststoornis
niet ieder kind met gedragsgeïnhibeerde en angstsensitieve en hoge
neuroticimescores krijgt op volwassen leeftijd een angststoornis ontwikkeld
Psychologische factoren, voeding:
In retrospectief onderzoek bleken patiënten met angststoornis hun ouders vaker dan
gemiddeld als over beschermend en controlerend ervaren te hebben
angststoornissen ontstaan meestal niet na een angstwekkend incident in een bepaalde
situatie.
Levensgebeurtenissen:
- Relatie tussen aanleidingen en ontstaan van angststoornis is aspecifiek:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yvonneschimmer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.