100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie In Balans VWO Alle domeinen - examenstof $9.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie In Balans VWO Alle domeinen - examenstof

 19 views  2 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van 122 blz van de lesgeving In Balans, Domein B, C, D, E, F, G. Alle examenstof is samengevat In mijn samenvatting vat ik altijd gegarandeerd de kernbegrippen samen met daarbij informatie dat mij belangrijk lijkt. Heb je vragen of wil je wat inzien van mijn samenvattingen en/of ...

[Show more]

Preview 6 out of 122  pages

  • Yes
  • April 26, 2022
  • 122
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
DOMEIN B:
Hoofdstuk 5: Verzekeren, studeren, sparen en lenen
Paragraaf 1, Soorten verzekeringen
Bij een verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van een premie de
verzekerde schadeloos te stellen wegens een verlies, schade, of gemis van verwacht
voordeel door een onzeker voorval.

Een schadeverzekering is een verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar
afhankelijk is van de geleden schade.
Een sommenverzekering is een verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar
afhankelijk is vanaf het moment dat verband houdt met het leven of sterven van een
bepaalde persoon.

De polis is een akte waarin de verzekeringsovereenkomst wordt opgenomen. De
verzekerde som is het maximumbedrag dat de verzekeraar uitkeert.


Paragraaf 2, Schadeverzekeringen en -regelingen
Er zijn verschillende schadeverzekeringen die erg vaak voorkomen.
★ De brandverzekering is een verzekering, tegen de schade die ontstaan door brand.
Vaak valt ook schade door inbraak, storm, water en diefstal hieronder.
★ Een transportverzekering is voor de schade ontstaan tijdens het transport van
goederen.
★ Imaginaire winst is te verwachten winst op goederen. De te verwachten winst op
goederen gaat verloren als de goederen door schade waardeloos worden.
★ De bedrijfsschadeverzekering is een verzekering, tegen de schade ontstaan door
tijdelijke stilstand van een bedrijf door brand, stormschade enzovoort.
★ De kredietverzekering biedt dekking tegen de schade ontstaan door het niet kunnen
innen van uitstaande vorderingen. De kredietlimiet is een maximum kredietbedrag
waarvoor de kredietverzekeraar garant staat.
★ Een exportkredietverzekering is een verzekering tegen de schade door het niet
kunnen innen van uitstaande vorderingen bij afnemers in het buitenland. Het
commercieel risico bij exportkredietverzekering is voor een onderneming/exporteur
dat de onderneming of importeur niet betaalt door de schuld van laatstgenoemde.
Het politiek risico is bij exportkredietverzekering het risico voor een
onderneming/exporteur dat de onderneming/importeur niet betaalt door de schuld
van de overheid in het importland.
★ Herverzekering is het opnieuw geheel of gedeeltelijk herverzekeren van een door
een verzekeraar afgesloten verzekering.
★ De productaansprakelijkheidsverzekering is voor de schade die kan ontstaan door
het gebruik van een bepaald product door een afnemer.
★ Bij een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering dekt de verzekering de schade
die een persoon kan toebrengen aan een andere persoon of een zaak van een
andere persoon.




1

, ★ Bij een rechtsbijstandverzekering staat de verzekeraar, een persoon of een
onderneming bij met juridische geschillen.
Om een schade-uitkering te berekenen heb je de volgende gegevens nodig: schadebedrag
(waarde van de goederen die verloren zijn gegaan), gezonde waarde (waarde van alle
verzekerde goederen op het moment juist voordat de schade ontstaat) en verzekerde som.
De verzekeringsbreuk is de verhouding tussen de verzekerde som en de gezonde waarde.
De schade-uitkering is de uitkomst van de vermenigvuldiging van verzekeringsbreuk en
schadebedrag.

Bij oververzekering is de verzekerde som hoger is dan de gezonde waarde. Bij
onderverzekering is de verzekerde som lager dan de gezonde waarde. De verzekeraar
keert nooit meer uit dan de geleden schade. Bij een onderverzekeringsbreuk met een
uitkomst lager dan 1 keert een verzekeraar bij een premier-risqueverzekering – ondanks
onderverzekering – de geleden schade geheel uit, met als maximum de verzekerde som.


Paragraaf 3, Sommenverzekeringen
Een levensverzekering is een verzekering, waarbij de uitkering afhankelijk is van het in
leven zijn van een bepaalde persoon op een bepaald moment. Bij een koopsom worden de
kosten van de afgesloten verzekering niet betaald via periodieke premies maar door middel
van een bedrag ineens.

Met een lijfrenteverzekering vindt de uitkering van de levensverzekering niet plaats in één
bedrag, maar in periodieke bedragen tot aan het moment van overlijden van de
begunstigde of tot een bepaalde datum.

Vaak wordt een pensioenverzekering als aanvulling op de AOW afgesloten. Vanaf het
moment dat de begunstigde een bepaalde leeftijd bereikt, krijgt hij periodiek een uitkering.

Een compagnonsverzekering wordt afgesloten door de vennoten in een vennootschap
onder firma of maten in een maatschap. De vennoten kunnen in geval van overlijden van
een compagnon met het uitgekeerde bedrag de erfgenamen van de overleden vennoot of
maat uitkopen.


Paragraaf 4, Kiezen voor een opleiding
Een opleiding volgen, is een investering in menselijk kapitaal of human capital.
Permanente educatie is nodig om je vak bij te houden en nieuwe methoden en technieken
te leren.




2

,Paragraaf 5, Sparen en lenen
Sparen is geld niet uitgeven. Met sparen krijg je rente (of interest) als beloning voor het
beschikbaar stellen van je vermogen. De hoogte van je rentepercentage is afhankelijk van
de looptijd, hoogte spaarbedrag en de ontwikkeling op de financiële markten. De risico’s van
sparen zijn koopkrachtvermindering als het inflatiepercentage lager is dan het
rentepercentage en kans op faillissement van de bank.

Als je leent, betaal je financieringskosten.
Financieringskosten bereken je als het jaarlijks effectieve rentepercentage × het
leningbedrag.
Er is een aantal kredietvormen voor particulieren. Deze kredietvormen worden vaak gebruikt
voor duurzame consumptiegoederen waar de consument jaren lang plezier van kan hebben.

Voor consumptieve bestedingen zijn veel voorkomende kredietvormen:
★ Doorlopend krediet: hierbij kan de consument een maximumkrediet opnemen en dit
in een bepaalde periode terugbetalen; deze lening hoeft niet in één keer te worden
opgenomen en de afgeloste bedragen mogen opnieuw worden gebruikt.
★ Persoonlijke lening: de consument neemt het hele bedrag ineens op, deze
aflossingen mogen niet opnieuw worden opgenomen.
★ Koop en verkoop op afbetaling: de koper betaalt de koopprijs van een roerende
zaak in meerdere termijnen: de koper wordt bij levering eigenaar van het goed.
★ Huurkoop: de koopprijs van een roerende zaak wordt ook in meerdere termijnen
betaald, maar de koper wordt pas eigenaar als de laatste termijn betaald is.
Ook rood staan op een bankrekening, klantenkaarten en een schuld van een creditcard
worden gerekend tot de consumptieve kredieten. Dat geldt ook voor bepaalde later te
bespreken vormen van leasing.




Hoofdstuk 6: Enkelvoudige en samengestelde interest
Paragraaf 1, Enkelvoudige en samengestelde interest
Interest (rente) is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van vermogen.
Bij enkelvoudige interest wordt alleen rente berekend over het beginkapitaal.
Bij samengestelde interest wordt niet alleen rente berekend over het beginkapitaal maar
ook over de al eerder bijgeschreven rente. Er is dan sprake van ‘rente over rente’.




3

,Paragraaf 2, Eindwaarde en contante waarde van één bedrag
De eindwaarde van één bedrag is de waarde van een bedrag op een bepaald tijdstip in de
toekomst op basis van samengestelde interest.
We kunnen de eindwaarde met behulp van een formule berekenen.
𝑛
𝐸𝑛 = 𝐾 𝑥 (1 + 𝑖)

Waarbij:
E = eindwaarde
K = kapitaal
i = interestperunage = (interestpercentage/100)
n = aantal perioden

Om de gekweekte interest over een bedrag in een bepaalde periode te berekenen, bepalen
we de waarde van het bedrag aan het begin en aan het eind van de betreffende periode. Het
verschil tussen beide waarden is de gekweekte interest. Het interestpercentage geldt voor
een periode van een jaar, tenzij anders is vermeld. In dat geval moeten we goed opletten
dat in de berekening het percentage en aantal periodes bij elkaar passen.

De contante waarde van één bedrag is de waarde van een bedrag op een bepaald tijdstip
in het verleden op basis van samengestelde interest. De formule voor de berekening van de
contante waarde van één bedrag is:
−𝑛
𝐶𝑛 = 𝐸 𝑥 (1 + 𝑖)


Paragraaf 3, Eindwaarde van een rente
Een rente is een reeks van gelijke bedragen, die met gelijke tussenruimten wordt ontvangen
of betaald. De bedragen van een rente noemen we termijnen. De betaaldatum van zo’n
termijn is de vervaldatum en de tijd tussen twee opeenvolgende vervaldata is een periode.

De eindwaarde van een rente is de waarde van de rente op een bepaald tijdstip in de
toekomst op basis van samengestelde interest. We berekenen eerst van elke termijn de
eindwaarde. Alle eindwaarden bij elkaar opgeteld, vormen de eindwaarde van de rente.

Bij het oplossen van vragen spelen de volgende punten een rol:
★ Bepaal het tijdstip waar de bedragen naar toe moeten worden gebracht (datum van
berekening).
★ Bepaal het aantal bedragen.
★ Bepaal van elk bedrag het aantal perioden tot de datum van berekening.




4

,We kunnen de eindwaarde van een rente ook berekenen met behulp van de somformule
van de meetkundige rij. De formule is:
𝑛
𝐸𝑛 = 𝑎 𝑥 (𝑟 − 1)/(𝑟 − 1)

Daarbij is:
E = eindwaarde
a = eerste term van de meetkundige rij
r = de reden (1 + i)
n = aantal termijnen


Paragraaf 4, Contante waarde van een rente
De contante waarde van een rente is de waarde van de rente, waarvan de termijnen in de
toekomst vervallen, op een bepaald tijdstip op basis van samengestelde interest. Eerst
bepalen van elke termijn de contante waarde. De som van alle contante waarden is de
contante waarde van de rente. Ook de contante waarde van een rente kunnen we met
behulp van de somformule berekenen. Deze formule is in hoofdlijnen gelijk aan die van de
eindwaarde van een rente. Het verschil is dat de reden nu een negatieve macht heeft; we
rekenen immers terug in de tijd:
−𝑛
r = de reden = (1 + 𝑖)


Paragraaf 5, Nominale en effectieve interest
De nominale interest is de gegeven interest over een bepaalde periode. Door de
tussentijdse ‘rente over rente’ is bij samengestelde interest bijvoorbeeld 3% per halfjaar niet
gelijk aan 6% per jaar. De 6% per jaar heet het nominale interestpercentage. De effectieve
interest (het werkelijke gelijkwaardige) interestpercentage noemen we het effectieve
interestpercentage. We berekenen in dit geval dan 1,032 = 1,0609. Het jaarpercentage dat
overeenkomt met 3% per halfjaar is 6,09%. Omgekeerd kunnen we ook een jaarpercentage
(bijvoorbeeld 5%) omzetten naar een percentage voor een andere periode zoals een
kwartaal. We berekenen dan 1,051/4 = 1,050,25 = 1,0123. Het kwartaalpercentage dat
gelijkwaardig is aan 5% per jaar is 1,23%.


Paragraaf 6, Aflossen op leningen
Interest wordt normaal gesproken achteraf betaald (dus aan het eind van een periode).
Interest moet steeds berekend worden over de schuld(rest). Over vreemd vermogen moet
interest betaald worden. Daarnaast moet het vreemd vermogen terugbetaald (afgelost)
worden. Uitsluitend door af te lossen neemt een schuld af (dus niet door interestbetaling).
Voor de aflossing zijn er verschillende mogelijkheden. Voorbeelden zijn:
★ Aflossing aan het eind van de looptijd. Gedurende de looptijd is in dit geval alleen
interest verschuldigd. Aan het eind van de looptijd wordt de schuld in één keer
afgelost.
★ Lineaire aflossing. Per periode wordt een evenredig deel van de schuld afgelost. De
interest die periodiek verschuldigd is, neemt dan gelijkmatig af.




5

, Hoofdstuk 7: Beleggen
Paragraaf 1, Spaarvormen
Verplicht sparen komt vaak voor bij een pensioen. Bij een bedrijfspensioenfonds leggen
werknemer en werkgever allebei maandelijks een bedrag in als pensioenpremie zodat de
werknemer t.z.t. een pensioen uit het fonds ontvangt. De nu betaalde premies worden
belegd en vermeerderd met de beleggingsinkomsten, vanuit daar worden de uitkeringen
gedaan: het kapitaaldekkingsstelsel.

Vrijwillig pensioensparen kan via een lijfrente, zelf beleggen of gewoon sparen bij een
bank, bij de eerste twee mogelijkheden zijn er fiscale faciliteiten mogelijk.

Bij een deposito zet je een bedrag voor een bepaalde periode vast, het is niet toegestaan
tijdens deze periode geld van je depositorekening af te halen.


Paragraaf 2, Effectenbeurs
Op de effectenbeurs worden aan- en verkooporders van effecten (zoals aandelen,
obligaties, participatiebewijzen van beleggingsfondsen) uitgevoerd. Provisie is het bedrag
voor de bemiddelingskosten bij het kopen of verkopen van aandelen. Bij een limietorder
geldt een maximum koopprijs of een minimale verkoopprijs. Bij een bestensorder (market
order) is er geen limiet (de order wordt tegen de eerstvolgende prijs uitgevoerd).

Een index is een gezamenlijke prestatie van een verzameling aandelenfondsen. Bekende
indices zijn: AEX-index, Dow Jones index.


Paragraaf 3, Aandelen
Een aandeel is het bewijs van deelname in het eigen vermogen van een bv/nv en de
nominale waarde is het bedrag dat op het aandeel staat. De koerswaarde is het bedrag dat
je voor het aandeel moet betalen als je het wilt kopen. De emissiekoers is de door de
onderneming een vastgestelde prijs waartegen beleggers nieuwe aandelen kunnen kopen.

Dividend is een uitkering uit de winst voor aandeelhouders.
Het dividendrendement bereken je: dividend/aandelenkoers × 100%.

Waardestijging van de aandelen laat de koerswinst zien. Koerswijzigingen van aandelen
treden op door:
★ toekomstverwachtingen;
★ mogelijke fusie/overname;
★ nationale en internationale (economische) ontwikkelingen;
★ verandering van de rentestand.
Het koersrendement bereken je als (verkoopkoers – aankoopkoers)/aankoopkoers × 100%.

Aandelenrendement is de dividendrendement + koersrendement.




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.77  2x  sold
  • (0)
  Add to cart