100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen Hoorcolleges Communicatie, Organisatie, Crisis $4.76
Add to cart

Class notes

Aantekeningen Hoorcolleges Communicatie, Organisatie, Crisis

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document vind je aantekeningen van de hoorcolleges voor het vak Communicatie, Organisatie, Crisis van de studie CIW aan de UU.

Preview 3 out of 19  pages

  • April 26, 2022
  • 19
  • 2020/2021
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege aantekeningen COC

Hoorcollege 1

Focus op de context van communicatie
• structuur van de organisatie
• cultuur van de organisatie
• management van de organisatie
• doelen van de organisatie (bijv. reputatiebescherming tijdens crisis)
• etc.

Communicatiestromen in organisaties
1. Horizontaal = overleg en coördinatie
2. Verticaal
• top-down (managementinformatie)
• bottom-up (feedback en rapportage)

Interne communicatie is nodig om:
• het werk uit te voeren
• beleid te ontwikkelen
• kennis in de organisatie uitwisselen (leren)
• mensen te binden, motiveren

Functie van communicatie
• smeermiddel in organisaties
• verbindt organisatie met hun omgeving

Twee problemen voor adviseurs:
1. Metamythe over interne communicatie: communicatie is nooit genoeg. Mensen zullen
nooit tevreden zijn over de hoeveelheid communicatie.
2. Communicatie als hygiënefactor: goede communicatie valt niet op, slechte wel.
(goede hygiëne valt niet op, slechte wel)

Interne communicatie:
• hangt samen met structuur (hoe de organisatie formeel is georganiseerd)
• hangt samen met cultuur (waarden en normen etc., informele cultuur binnen UU:
professor kan je gewoon een mailtje sturen)
Interne communicatie is zowel een gevolg van de structuur en de cultuur als een
determinant van de structuur en cultuur.

Crisiscommunicatie: twee vragen
1. Hoe kun je met communicatie organisatiecrises voorkomen? (bijv. slachtoffers in
operatiekamers)
2. Welke rol speelt communicatie bij het beperken van reputatieschade door een crisis?

In het boek van Miller zul je zien dat er aandacht wordt besteed aan historische
ontwikkelingen in organisaties. Die historische context is altijd relevant.

Historische ontwikkeling
• Industrialisatie (1870-1918): productie grootschaliger, organisaties ontstaan.
• Rationalisatie (1918-1945): periode waarin men beter na ging denken over hoe we
organisaties efficiënter en effectiever kunnen maken. Nadenken over optimaliseren
van organisaties.

, • Economische opleving en groei (1945-1975): groter veranderingen in de
samenleving, democratiseringsgolf.
• Stagnatie (1975-1990): enorme crisis.
• Digitalisering (na 1990)

Historische ontwikkeling
1. Aanbod economie → vraag economie (consumenten steeds belangrijker).
2. Emancipatie van de werknemer: steeds meer zeggenschap in organisaties.
3. Enorme toename van welvaart in 19e eeuw: organisaties worden groter, nieuwe
vormen van dienstverlening, toerisme industrie is enorm gegroeid (door toegenomen
welvaart: meer vrije tijd en geld).
4. Toegenomen connectiviteit en medialiteit: we zijn continu met elkaar verbonden. (rel
bijv. ontstaan doordat iemand heeft getweet over dove reclame)
5. Globalisering: organisaties waren vroeger lokaal, nu wereldwijd. (helpdesk in India
treffen ook al bel je een NL nummer: uitbesteding naar andere landen)

Conclusie: organisaties worden complexer, processen worden complexer en daarmee wordt
communicatie ingewikkelder en belangrijker.

Wat verandert er in organisaties?
• werkprocessen worden complexer: instructies nodig, afstemming nodig
• grotere onderlinge afhankelijkheid: overleg nodig (ook tussen organisaties)
• schaalvergroting: media nodig (vliegtuig onderdelen op verschillende plekken in de
wereld gemaakt: communicatie nodig)
• multi- en interculturaliteit, grotere mobiliteit: vergroot complexiteit van communicatie
• individuen worden belangrijker: werk niet alleen primaire levensbehoefte. Motivatie
van werknemers!

Industrialisatie (1870-1918)
• schaalvergroting (honderden auto’s per dag ipv een paar maken)
• ingewikkeldere productieprocessen
• direct toezicht noodzakelijk
• medewerkers als ‘lijfeigenen’
• communicatie: (mondelinge) instructie en rapportages

Henri Fayol: denken over management (begin 19e eeuw)
Wat moet je eigenlijk doen als je een organisatie wilt managen: processen
1. planning
2. organisatie (structureren)
3. leidinggeven/toezicht
4. coördinatie
5. controle

Rationalisatie (1918-1945)
Enorme groei van natuurkunde o.a. Einstein schreef belangrijke papers etc.
Wetenschappelijke denken werd toegepast in organisaties
• Heilige doel: vergroten van efficiënte (Hawthorne), daarvoor had je data nodig
(hoeveel paperclips kan iemand vouwen in 1 minuut, hoeveel mensen nodig van
staal naar paperclip etc.)
• Verticale arbeidsverdeling: nadenken over bijv. hoeveel managers je nodig hebt om
bepaalde processen te doen, hogere en lagere functies.
• Horizontale arbeidsverdeling (‘lopende band’)

, • Prestaties tellen (Taylor’s Scientific Management): hoe richt je processen zo in dat
het vanuit de organisatie optimaal is. Taylor zei dat bij het inrichten van organisaties
alleen de feiten (data) tellen om inzicht te krijgen in optimalisering.
• Weber’s bureaucratisch ideaal: nadenken over hoe je overheden organiseert. Weber
stelt dat bureaucratie niet slecht is en alle mensen gelijk moeten worden behandeld.
• Communicatie: veel instructies, rapportages, direct toezicht

Economische opleving en groei (1945-1975)
• Mens komt centraal te staan in organisaties (Human Relations)
• Veel aandacht voor arbeidsverhouding en motivatie van werknemers (Maslow,
McGregor). Lees dit goed in Miller.
• Streven naar grote betrokkenheid van de gehele organisatie waarbij cultuur en
structuur evenveel aandacht moeten krijgen.
• Communicatie: overleg, horizontale en bottom-up communicatie (mondeling...)

Stagnatie (1975-1990)
• Mens wordt nog belangrijker
• Human resource management (Likert)
• Werknemers als belangrijkste productiefactor
• personeelsbeleid onderdeel van strategisch management
• Decentrale verantwoordelijkheden: mensen mogen zijn zelf binnen bepaalde
randvoorwaarden bepalen (faculteiten mogen in beleid van elkaar verschillen)
• Flexibeler organisaties
• Communicatie: meer en vooral meer bottom-up en horizontaal

Digitalisering (vanaf 1990)
• Ontwikkeling internet en intranet
• Direct toegang tot mensen en informatie (in- en extern)
• Toename van de snelheid van communicatie (ook hogere eisen gesteld aan hoe snel
een organisatie moet communiceren)
• Toename van beschikbaarheid van media
• Schrift in combinatie met beeld en geluid wordt belangrijker

Gevolgen voor communicatie-afdelingen?
• slinken in veel organisaties, omdat werknemers in organisaties al direct toegang
hebben tot informatie
• communicatie-afdeling als zelfstandig verdwijnen: iedere afdeling doet zijn eigen
communicatie
• steeds hogere eisen aan communicatieve vaardigheden van individuele werknemers
omdat die de taken van communicatie afdelingen moeten overnemen

Twee aspecten van organisaties:
1. Expliciete organisatie
• Organisatie zoals ‘bedacht’: hoe deze op papier staat
• ‘Formele’ organisatie
1. Impliciete organisatie
• Organisatie zoals ie ‘werkt’ in de praktijk
• ‘Informele’ organisatie
Hier kunnen grote verschillen tussen ontstaan

Fann Thomas: mediatieanalyse

Moderatie = interactie-effect
• variabelen A en B: A heeft een effect op B

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkeeg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.76  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added