Hoofdstuk 1
Homogeen product= een product dat niet uitmaakt wat het is (water, bellen)
Volkomen concurrentie (volledige mededinging)= individuele producent heeft weinig macht. De
prijs van het product wordt bepaalt door vraag een aanbod. (komt in de praktijk niet voor markten
die dat wel doen en dicht er bij in de buurt komen zijn: valuta en groenteveiling markt)
Op lange termijn: is de gemiddelde opbrengst gelijk aan de gemiddelde kosten en word er geen wist
meer gemaakt.
Een markt met veel vragers en aanbieders en een homogeen product
Transparante markt (doorzichtige markt)= de vragers van een product en aanbieders zijn op de
hoogte van de markthoeveelheid.
Vrije toe- en uittreding= als er geen belemmeringen zijn om tot een markt toe te treden en er uit te
stappen.
Als het product winst gevend is treden er nieuwe aanbieders toe en daalt de marktprijs
Vrije spel van vraag en aanbod (marktmechanisme, prijsmechanisme)= productie en aanbod zijn
precies gelijk aan de vraag
Als de vraag toe neemt stijgt de prijs en word er meer geproduceerd. Als de vraag daalt daalt de prijs
en de productie van een product (productie word minder winstgevend)
Als de vraag van een product stijgt verschuift de vraaglijn naar rechts (de evenwichtsprijs en
evenwichtshoeveelheid stijgt)
Bij een hogere prijs neemt het aanbod van de producenten toe verschuiving langs de aanbod
curve
Bij een hogere prijs en groter aanbod winst stijgt producenten surplus neemt toe
Voor de winst moet je weten: prijs, afzet, variabele en constante kosten
Variabele kosten: neemt toe als de productie toe neemt maar blijven per product het zelfde
Voor bedrijven: zijn de totale variabele kosten (TVK) proportioneel variabel recht evenredig stijgen
met de productieomvang
Gemiddelde variabele kosten: variabele kosten per product (GVK) GVK= TVK/q (q= aantal producten)
Constante kosten: veranderen niet bij een verandering in de productie omvang. Vast bedrag per
periode
Gemiddelde constante kosten: totale constante kosten (TCK)/ q
GCK nemen af als de productie toe neemt TCK blijven gelijk
, Totale kosten (TK): TVK+TCK
Gemiddelde totale kosten: GVK+GCK
Marginale kosten: de extra kosten die een bedrijf maakt als het 1 product bij maakt
Bij proportioneel variabele kosten zijn de marginale kosten gelijk aan de gemiddelde variabele kosten
Break-evenafzet: hoe veel producten je minstens moet verkopen om geen verlies te leiden en bij
welke productie de totale winst het hoogst (maximaal) is.
Totale winst stijgt als bij de toename van de productie de opbrengst meer stijgt dan de kosten
de marginale opbrengst (MO) is dan groter dan de marginale kosten (MK)
Volledige mededinging= aanbieders hebben geen invloed op de prijs. de prijs ligt vast waardoor een
extra verkocht product de prijs oplevert die daarvoor betaald word marginale opbrengt (MO) is
dan gelijk aan de prijs (ook wel gemiddelde opbrengst GO) MO=GO=P
MO>MK = uitbreiding levert onderneming meer winst op
MO<MK= levert een extra product minder op dan het kost
MO=MK = de totale winst is maximaal
Totale winst (TW)= TO-TK
Door het toenemen van het aanbod verschuift de collectieve aanbodcurve naar rechts en daalt de
prijs.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariekeplomp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.