Samenvatting Ethiek voor juristen, ISBN: 9789024434312 Ethiek Voor Juristen (JUR-3ETHIEK)
29 views 2 purchases
Course
Ethiek Voor Juristen (JUR3ETHIEK)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Ethiek voor juristen
Samenvatting van het boek Ethiek voor juristen. De aantekeningen die ik heb gemaakt tijdens het lezen van het boek voor dit vak, ethiek voor juristen. Jaar 2022, voor studenten rechtsgeleerdheid en notarieel recht bachelor jaar 3. Succes met leren!
Samenvatting boek ethiek voor juristen.
Hoofdstuk 1: recht, ethiek en ethische theorieën.
Recht en ethiek zijn normatief = staan op enige afstand van de feitelijke gebeurtenissen en
formuleren maatstaven om het handelen van mensen te beoordelen.
Waarden =
1. Instrumentele waarde = iets wordt gewaardeerd omdat het nuttig is voor iets anders.
2. Intrinsieke waarde = omwille van zichzelf wordt het nagestreefd.
3. Verschillende domeinen kennen verschillende waarden, bijv. politieke waarden.
a. Waarden kunnen ook richting geven aan het handelen van bepaalde
beroepsgroepen.
4. Ethiek definitie = kwaliteiten waartoe mensen zich aangetrokken voelen omdat deze
bijdragen tot goed (samen)leven.
a. Handelingsmotivatie.
b. Ethische waarden hebben een eigen aantrekkingskracht. Hun belang
ontlenen ze niet primair aan hun nut voor iets anders; ze behoeven geen
verdere legitimatie dan zichzelf.
Het recht geeft voorschriften om het samenleven ordenen en hierbij worden begrippen als
waarden als te vaag ervaren. Echter kent het recht wel veel open normen en deze zijn vaak
ook erg vaag.
Om waarden te verduidelijken vertalen we ze naar normen = maatstaven waaraan het
handelen van mensen wordt afgemeten. In ethiek gaat het om morele normen = normen die
betrekking hebben op goed en slecht gedrag. In tegenstelling tot juridische normen zijn
morele normen doorgaans niet schriftelijk vastgelegd.
2 verschijningsvormen van het morele:
1. Algemene oriëntatie.
2. Concrete regel.
Moraal = geheel van zelfsprekende beleefde opvattingen over goed en kwaad, zinvol en
zinloos, waardevol en waardeloos.
Verschillen recht en ethiek:
1. Verschil in autoriteit met sanctiebevoegdheid
a. Wet moet je naleven en anders krijg je straf. Ethische waarden kennen geen
sanctionerend orgaan. Het bovenindividuele karakter van waarden en normen
zou je wel als deze autoriteit kunnen zien.
2. Algemeenheid van rechtsregels en contextgevoeligheid van ethiek
a. Schaakbordoplossingen = 15% van de mensen is voor dan kun je het niet
voor het hele land laten gelden, maar bijv. wel in een paar gemeentes, dit
klinkt ‘fair’. Dit kan niet volgens het recht want hierbij wordt geleund op
principes die voor ieder gelijkelijk geldig zijn (art. 1 Gw).
b. Het is aan de actoren zelf om zich aan de regels te houden, maar handelen
ze niet conform of verschillen ze van mening over uitleg van de regel dan
heeft de rechter het laatste woord.
3. Het recht als gestolde moraal
, a. Gestolde moraal = de wetgever richt zich in onze democratische samenleving
op de heersende opvattingen over goed en kwaad, waardevol en waardeloos.
De moeilijk grijpbare morele waarden, idealen en intuïties worden gegoten in
een vaste, beter hanteerbare vorm.
b. Met het begrip redelijkheid en billijkheid geeft de wetgever de rechter de
ruimte invulling te geven naar de waarden en normen in de samenleving.
Juridische begrippen gronden in heersende morele opvattingen.
c. In sommige gevallen is strikte toepassing van de wet ongewenst omdat het
strijd met de morele opvattingen oplevert. Er wordt daarom onderscheid
gemaakt tussen de letter van de wet en de geest van de wet.
Klassieke posities:
1. Rechtspositivisme van Hart = de stroming beschouwt wet- en regelgeving als
opzichzelfstaand stelsel.
a. Austin zei -> een wet is een door een autoriteit neergelegd commando dat
mensen moesten opvolgen op straffe van sancties (bankrovermodel).
b. Hart zegt dat dit te simpel is. Bestaan ook wetten waar het niet primair draait
om gehoorzaamheid aan een commando -> de constitutieve wetten faciliteren
dat wensen van mensen gerealiseerd worden.
i. Voornaamste reden waarom Hart niet achter het bankrovermodel
staat -> macht is op meer gebaseerd dan mogelijkheid om te dreigen
met een straf. Mensen gehoorzamen niet aan een persoon, maar aan
iemand die gemachtigd is tot het uitoefenen van gezag.
ii. Mensen erkennen secundaire regels (rules of recognition) die
aangeven waarom de wetten geldig zijn. De instemming van een
samenleving met de regels leidt ertoe dat de mensen gehoorzamen
aan de wetten die middels deze regels tot stand komen. De eenheid
van primaire en secundaire regels noemt Hart het hart van het
rechtssysteem.
iii. De secundaire regels spreken alleen de mensen aan die leven binnen
het rechtsstelsel -> zij hebben een intern gezichtspunt = voor hen zijn
wetten in hoge mate vanzelfsprekend. Als de wetsautoriteit steeds
verkeerd beslist zullen mensen het op een gegeven moment niet meer
accepteren, maar i.b. obedience en habit.
iv. Het ontstaan van wetten is volgens Hart een sociaal feit = er is een
gemeenschap die secundaire regels overeenkomt op grond waarvan
wetten ontstaan -> descriptieve wetenschap = analyseren hoe wetten
ontstaan en vergaan. Juridische feiten komen voort uit sociale feiten.
2. De verstrengeling van recht en ethiek bij Ronald Dworkin
a. Centrale vraag = waarop is de geldigheid van de wet gebaseerd? Maakt
duidelijk dat die geldigheid een ethische dimensie heeft. Blijkt duidelijkst uit
rechtspleging = een geldig rechterlijk oordeel ontstaat doordat de rechter de
algemene - morele - principes opspoort die aan de basis van de wet liggen en
deze toepast op de casus. De juridische feiten zijn in tegenstelling tot wat
Hart zegt dus niet alleen gegrond in sociale feiten maar ook in morele feiten.
b. Dworkin stelt dat de verzamelde woorden van een wet pas zin krijgen en
betekenis in het kader van een geheel dat wordt geïnterpreteerd. De
interpreterende rechter is hierdoor ook medeschepper van het recht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.00. You're not tied to anything after your purchase.