100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verloskunde - Jaar 1 - Module 2 $8.10   Add to cart

Summary

Samenvatting Verloskunde - Jaar 1 - Module 2

2 reviews
 50 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Een goede uitwerking van alle weekdoelen van module 2. Kan gebruikt worden als samenvatting voor het tentamen.

Preview 4 out of 64  pages

  • April 28, 2022
  • 64
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: stijntjenadinevandervelden • 1 year ago

review-writer-avatar

By: babetgs • 1 year ago

avatar-seller
Verloskunde - Jaar 1 - Module 2
Week doelen 2.1

1. De diverse componenten van homeostatische regelsystemen bij de mens
beschrijven.




Vegetatieve zenuwstelsel + hormoonstelsel meten voortdurend het interne milieu. Bij
afwijkende metingen worden organen gestimuleerd om deze waarde terug naar de norm te
krijgen (homeostase).

Homeostase
Bio Constanten worden gereguleerd door biologische regelsystemen
- Concentratie O2 en CO2
- pH
- Lichaamstemperatuur
- Glucosegehalte
- Concentratie aminozuren
- Concentratie vrije vetzuren
- Totale lichaamsvocht volume
- Concentratie opgeloste deeltjes: osmolariteit
- Concentratie afzonderlijke elektrolyten (zouten)

,Oxytocine
Borstvoeding
Sensorcellen in de tepel geven een stimulerende neuraal signaal af aan de hersenen,
waardoor de hypothalamus oxytocine aanmaakt, en via de neurohypofyse afgeeft aan het
bloed. Wat resulteert in de contractie van het gladde spierweefsel in de borst, waardoor melk
ejaculeert.

Bevalling
Strek sensorcellen in de cervix geven stimulerende neurale signalen af aan de hersenen,
waardoor de hypothalamus oxytocine aanmaakt, en via de neurohypofyse afgeeft aan het
bloed. Wat resulteert in de contractie van het gladde spierweefsel in de baarmoeder tot de
baby is geboren.

Vasopressine
Baroreceptoren in de halsslagader en de aorta meten de bloeddruk. Bij een lage bloeddruk
(door bv bloedverlies) geven de baroreceptoren een signaal aan de hersenen. De
hypothalamus scheidt vasopressine uit via de neurohypofyse. Hierdoor trekken de gladde
spierweefsel cellen rondom bloedvaten zich samen, waardoor de bloeddruk stijgt.

Antidiuretisch Hormoon (ADH)
Vasopressine zorgt er ook voor dat de nieren water resorberen, en het urine dus minder
wordt. Hierdoor behoud het lichaam zijn bloedvolume.

Drie typen signalen / inputs (kan ook door meerdere tegelijk)
1. Veranderingen in de plasma concentratie van ionen (mineralen) en organische
voedingsstoffen
Uitscheiding van insuline wordt gestimuleerd door een toename van het
bloedglucosespiegel. Insuline zorgt ervoor dat skeletspieren en vetweefsel diffusie
vergemakkelijkt van glucose door plasmamembranen in het cytosol.

Een afname van Ca2+ concentratie stimuleert de bijschildklier om PTH (parathyroid hormoon)
af te scheiden. TSH zorgt ervoor dat bot- en andere weefsels Ca2+ afstaan aan het bloed

2. Neurotransmitters uit gescheiden door synapsen op de endocriene cellen
Het bijniermerg is geïnnerveerd met het orthosympatisch deel van het autonome
zenuwstelsel en kan hierdoor ook gestimuleerd worden. Ook de hypothalamus geeft via
neuronen signalen aan de neurohypofyse en adenohypofyse.

3. Andere hormonen
Bij veel gevallen is de afscheiden van een hormoon direct controlled door de concentratie
van een ander hormoon

, 2. De klieren van het endocriene systeem en de hormonen die uitgescheiden worden
benoemen en de werking van de klieren beschrijven.


Klier Hormoon Werking

Pijnappelklier Melatonine Het speelt een rol in het slaap-waakritme van ons lichaam. Het
zorgt ervoor dat we slaperig worden als het donker wordt

Hypothalamus ADH ADH = reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie
Oxytocine daarvan (veel ADH = weinig plassen)
Inhiberende- Oxy = Het zorgt dat spieren van de baarmoeder en melkklieren
Releasing hormonen samentrekken

Adenohypofyse ACTH ACTH = werkt in op de bijnierschors en stimuleert de aanmaak
LH/FSH van corticosteroïden
Groeihormoon TSH = stimuleert schildklier om T3 en T4 te maken
TSH Prolactine = stimulerende werking op het borstklierweefsel te
Prolactine hebben (melkproductie)

Schildklier T3 T3 = effect op veel organen en processen in je lichaam zoals
T4 de stofwisseling, het energieverbruik, de groei en
hersenontwikkeling

Thymus Thymosine nodig bij het eerste contact van het lichaam met een antigeen
om de T-cel-respons op gang te brengen

Bijschildklier PTH (Parathyroid verhoogt de calciumspiegel in het bloed, onder meer door de
hormoon) activiteit van osteoclasten te vergroten.

Bijnierschors Cortisol Cortisol = stresshormoon
Androgenen Androgenen = ontwikkeling geslachtskenmerken
Aldosteron Aldosteron = regelt de hoeveelheid zouten (natrium en kalium)
in het bloed en beïnvloedt daarmee de waterbalans in het
lichaam via de nieren. zorgt voor meer terugresorptie van
water en natrium

Bijniermerg Adrenaline stresshormoon

Pancreas Insuline Insuline = Zet glucose om in glycogeen
Glucagon Glucagon = Zet glycogeen om in glucose

Ovaria Oestrogenen Oestrogenen = secundaire geslachtskenmerken
Progesteron Progesteron = bouwt endometrium op

Testis Testosteron aanmaak van sperma en zorgt voor mannelijke kenmerken

, 3. Beschrijven welke soorten hormonen er zijn, en hun specifieke werking, vervoer
mechanismen en halfwaardetijd beschrijven.


4. Van de aminen, peptiden en steroïden een aantal voorbeelden noemen en
productie, doelorgaan, transport, binding, functie en excretie beschrijven.


Amine hormonen (hydrofiel)
Amine hormonenen stammen af van het aminozuur
tyrosine. Voorbeelden:
- Schildklierhormonen (T3, T4) (slecht
oplosbaar)
- Adrenaline en noradrenaline (bijniermerg)
- Dopamine (hypothalamus)

Peptide en proteïne hormonen (hydrofiel)
Meeste hormonen zijn polypeptiden. Langere
polypeptide met een tertiaire structuur worden
proteïnen genoemd. Worden gemaakt van pre
prohormonen, die dan wordt gespleten tot
prohormonen. Nadat het prohormoon in het golgi
apparaat is geweest, is het het hormoon. Meeste
peptide hormonen zijn oplosbaar in water en dus ook
in je bloed.

Steroïde hormonen (Hydrofoob)
Vooral gemaakt door de bijnierschors, gonaden en placenta. De hormoonproducerende
cellen worden gestimuleerd door de binding van een adenohypofyse hormoon met zijn
plasmamembraan receptor. Deze receptoren zijn gekoppeld aan GS proteïnen die adenylyl
cyclase activeren en cAMP produceert. cAMP activeert PKA (protein kinase A). Dit resulteert
in fosforylering van veel intracellulaire eiwitten, die de volgende stappen in het proces
vergemakkelijken. Steroïde hormonen zijn hydrofoob
en kunnen dus diffuseren met het membraan, ze
lossen niet op in bloed. Ze worden vervoerd in
dragereiwitten. Steroïde hormonen zijn slecht
oplosbaar in het bloed, en zijn dus gebonden aan
bloedeiwitten (plasma eiwitten). Kleine concentraties
van steroïde hormonen en schildklierhormonen zijn wel
opgelost in het bloed. Deze ‘vrije’ hormonen zijn in
evenwicht met een gebonden hormoon. Alleen vrije
hormonen kunnen diffuseren uit haarvaten en bij het
doelorgaan komen.
- Oestrogeen
- Progesteron
- Cortisol
- Aldosteron

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britt6. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.10  5x  sold
  • (2)
  Add to cart