Hoofdstuk 1: het terrein van de ontwikkelingspsychologie
§1.1 – een definitie van ontwikkeling
Ontwikkelen kunnen we typeren als het doorlopen van stappen. Van sommige reeksen kun
je het begin- en eindpunt vaststellen. Van andere ontwikkelingen is het eindpunt nog
onduidelijk.
We associëren ontwikkeling met verandering, vooruitgang, rijping, groei, differentiatie, en
leren.
Verandering en vooruitgang zijn essentiële kenmerken van ontwikkeling. Rijping, groei en
differentiatie komen uit de biologie. Rijping impliceert verandering en vooruitgang op 2
niveaus: van klein naar groot (groei) en van eenvoudig naar complex (differentiatie).
Ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere
niveaus van differentiatie en functioneren leiden.
De ontwikkelingspsychologie houdt zich met 2 fundamentele kwesties bezig:
1. Welke psychologische toestanden doorlopen individuen tijdens hun ontwikkeling?
2. Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene toestand
naar de volgende?
§1.2 – kinder- en jeugdjaren: een afbakening
Een belangrijk element is tijd. Kinder- en jeugdjaren worden in perioden afgesplitst.
Babyperiode
We spreken van een baby of zuigeling zolang het kind nog niet loopt. Dit is meestal het
eerste levensjaar. Een van de belangrijkste ontwikkelingen in het eerste levensjaar is de
gehechtheidsrelatie.
Peuterperiode
Een peuter is heel ondernemend en zelfbewust. Nieuwe vaardigheden zorgen voor veel
verkenningsmogelijkheden en leermomenten. De belangrijkste is taalontwikkeling en
daardoor toenemende sociale vaardigheden. Peuters denken en handelen sterk vanuit hun
eigen belevingswereld egocentrisch. Ze kunnen zich nog niet in andere verplaatsen.
Kleuterperiode
De kleuter is meer op andere kinderen gericht en beschikt meestal over een rijke fantasie.
De omgeving van een kleuter breidt zich uit omdat er via school meer contact is met andere
kinderen.
,Schoolperiode
De term schoolkind klopt niet volledig, omdat kleuters en adolescenten ook naar school
gaan. Maar omdat de cognitieve ontwikkeling in deze periode een belangrijke rol speelt kun
je het aan school koppelen.
Adolescentie
Het begin van de adolescentie is de pubertijd. Het belangrijkste aspect is de ontwikkeling
van seksualiteit en identiteit.
§1.3 – ontwikkelingspsychologie in historisch perspectief
Hierbij gaat het over:
1. De verlichte filosofen Locke en Rousseau
2. Het eerste onderzoek naar kinderen door Darwin
Twee verlichte filosofen
Pas in de 18e eeuw verdiepten de filosofen Locke en Rousseau zich in de kinderziel. Locke
(tabula tasa-principe) stelde dat elk kind als onbeschreven blad op de wereld kwam.
Rousseau geloofde sterk in de aangeboren goedheid van de mens. Hierbij zouden zo min
mogelijke invloeden van de opvoeders bij moeten komen.
Het eerste onderzoek naar kinderen
De bioloog Darwin observeerde zijn eigen zoon gedurende zijn eerste 3 levensjaren, hieruit
trok hij conclusies. Deze zijn niet objectief.
§1.4 – verklarend onderzoek
De auteurs van de eerste babybiografieën wilden processen zo goed mogelijk in kaart
brengen. Als een wetenschapper op basis van waarnemingen en ideeën een theorie
bedenkt, wilt hij aantonen dat deze klopt. Daarom wordt er veel gebruik gemaakt van
experimenten. Experimenten zijn vaak bedoeld om een verband/samenhang te vinden
tussen 2 factoren. In de statistiek heeft dit een correlatie.
§1.5 – meten in de gedragswetenschappen
Om een eigenschap te meten moeten we deze operationaliseren. We moeten de
eigenschap vertalen zodat er meetbare gegevens aan gekoppeld kunnen worden. De meting
van een eigenschap moet betrouwbaar en valide zijn. Betrouwbaar wil zeggen dat je altijd
hetzelfde resultaat krijgt. Valide wil zeggen dat de goede eigenschap gemeten wordt en het
dus geldig is.
§1.5.2 – interview en vragenlijst
Een open interview is een vraagtechniek waarbij de vragen deels geleid worden door de
gegeven antwoorden. Een gestructureerd interview bestaat uit een vaste reeks vragen.
Door de vaste structuur kunnen antwoorden vergeleken worden. De vragenlijst heeft naast
een vaste hoeveelheid ook een beperkt aantal antwoordmogelijkheden.
, §1.5.3 – methoden om ontwikkeling te meten
Methode Definitie Voordelen Nadelen
Dwarsdoorsnede Op 1 tijdstip de Snel en goedkoop Bij groot
meetresultaten van leeftijdsverschil
groepen vergelijken verwarring en
cohorteffect
Longitudinaal Op meerdere Geen verwarring Duurt lang en duur
tijdstippen 1 groep ontwikkelings- en
kinderen met cohorteffect.
zichzelf vergelijken
§2.1 – aanleg of omgeving
Een terugkerende kwestie is de vraag of gedrag en ontwikkeling bepaald worden door
aangeboren, biologische factoren of door omgevings- en ervaringsfactoren. Dit wordt met
nature of nurture aangeduid. Termen als instinct, talent, groei, temperament en drift horen
bij nature. Opvoeding, vaardigheid, kennis en ervaring horen bij nurture (nature versus
nurture). De voor de hand liggende conclusie is dat nature en nurture van belang zijn.
Ontwikkelingstheorieën hebben een biologische basis. Deze theorieën beschrijven de
ontwikkeling van kind tot volwassene in afzonderlijke stadia.
§2.2 – de psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Sigmund Freud (1856-1939)
§2.2.1 – Es, Ich en Über-ich
Freud zag de mens als een vat vol driften, met name seksuele driften. Hij noemde dit Es. Het
Es heeft 1 doel: de driften zo snel mogelijk te bevredigen. Al spoedig ervaart het jonge kind
dat je driften maar beter kunt beteugelen, anders krijg je met afkeuring te maken. Uit deze
confrontatie ontstaat de Ich. Het Ich vormt het realistische element in de persoonlijkheid.
Maar de mens heeft niet allen sturing en controle van buitenaf nodig. Er is ook een innerlijke
rechter die ons ingeeft wat goed of slecht is. Freud noemde dit de Über-ich (superego).
§2.2.2 – de ontwikkelingsfasen
Freud deelde de kinder- en jeugdjaren in volgens vijf stadia waarvan de naam van de zone
verwijst die het kind in de die fase lustgevoelens heeft (erogene zone):
1. Orale fase (0-1 jaar)
Het centrum van lustgevoelens is de mond en de bevrediging van het libido vindt plaat via
zuigen en eten. In deze fase is alleen het Es aanwezig.
2. Anale fase (1-3 jaar)
In de anale fase is de erogene zone de anus. In deze fase komt het Ich in actie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juulluijt04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.