A First Look At Communication Theory, Custom Edition - Custom Reader For Uva
Uitgebreide samenvatting voor het tentamen over Inleiding Communicatiewetenschap en bevat de hoofdstukken 1,6,7,8, welke overeen komen met de hoofdstukken uit het originele boek van Griffin: Chapter 1, Chapter 25, Chapter 27, Chapter 28. Kijk ook snel op mijn profiel voor alle uitgewerkte en uitgeb...
Full course summary Introduction to Communication Science
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Communicatiewetenschap
Inleiding Communicatiewetenschap
All documents for this subject (49)
4
reviews
By: Ricklaagland • 7 year ago
By: josephinevdspek1 • 8 year ago
By: sterrehoek • 8 year ago
By: Leentjez • 8 year ago
Seller
Follow
Irisdroog
Reviews received
Content preview
Inleiding communicatiewetenschap
Hoofdstuk 1 Launching Your Study of Communication Theory (Chapter 1)
Eerder heeft Griffin theorie gedefinieerd als: een overkoepelende term voor een zorgvuldige,
systematische, en zelf bewuste bespreking en analyse van de communicatie verschijnselen.
Maar dit is zo breed dat het geen richting geeft over hoe een theorie opgebouwd is.
Judee Burgoon definieerde theorie als: Set of systematic, informed hunches about the way things work.
Wat is een theorie in de wetenschap
= A theory consists of a set of systematic, informed hunches about the way things work
Set of hunches
o Vermoedens in de vorm van een verklaring
o Een theorie bevat altijd een speculatie
o Het is nooit zeker wat de waarheid is
o Een theorie is niet geïnspireerd op maar 1 enkel idee, maar op meerdere
vermoedens: multiple hunches
Informed:
o De vermoeden moeten ergens op gebaseerd zijn
o Rekening houdend met wat al bekend is
Systematic:
o Een geïntegreerd systeem van concepten
o Specificatie van relaties tussen begrippen
o Hoe preciezer hoe beter
Drie metaforen over theorie. Theorie als…
1. Theories as Nets: theorieën zijn samen een groot (vis)net, waarmee we de wereld willen
vangen, en we streven ernaar om het gaas van het net steeds kleiner en kleiner te maken, de
gaatjes steeds fijner en fijner. Dit weergeeft goed het als maar voortgaande werk van de
wetenschapper om te blijven onderzoeken.
2. Theories as Lenses: theoretische constructies zijn gelijk met de lens van een camera of bril.
Theorieën vormen onze perceptie door te focussen op een aantal zaken van de communicatie
en een aantal zaken te negeren. Gevaar: we nemen alles wat wordt laten zien door de lens
van de bril als vanzelfsprekend dat we geen poging meer doen om te onderscheiden wat waar
is en wat niet.
3. Theories as Maps: communicatie theorieën zijn kaarten over hoe communicatie werkt.
Wanneer je op onbekend terrein bent, geeft de kaart je een richting aan. Met een theorie, weet
je in elk geval in welke richting je moet kijken. Maar het is ook een vereenvoudiging van de
werkelijkheid. Dit werkt ook zo met theorieën, je weet dat er veel meer opties zijn. Zo’n theorie
beperkt je dus ook in zekere zin, naar bepaalde dingen kijk je wel en bepaalde dingen niet,
deze zie je over het hoofd. Daarom moet je naar verschillende theorieën kijken. Dit is de
onzekerheid in de wetenschap waar je mee moet dealen.
Wat is communicatie in de wetenschap
= Communication is the relational process of creating and interpreting messages that elicit a response
Onderdelen:
Messages: ookwel een ‘text’ genoemd = een bericht dat kan worden geanalyseerd door
anderen, zoals een boek, film, foto, scriptie, speech, theater.
Creation of messages: boodschap wordt gecreëerd. De communicator maakt bewust keuzes
bij de inhoud en vorm van het bericht : de inhoud en vorm van een tekst wordt gebouwd,
uitgevonden, gepland, vormgegeven, gevormd, geselecteerd of vastgesteld door
communicator.
Interpretation of messages: boodschap wordt geïnterpreteerd, krijgt bepaalde betekenis door
het interpretatie kader van diegene over het onderwerp of over de persoon. Mensen handelen
en denken op basis van de betekenissen zij geven aan mensen of dingen.
Messages that elicit a response: Boodschap roept een reactie op.
A relational process: communicatie gebeurd tussen twee of meer mensen en het heeft effect
op de relatie tussenbeide. Communicatie is altijd in beweging, het is nooit klaar, en kan alleen
beschreven worden aan de hand want vooraf is gebeurd en wat er nog moet komen. Het
proces is nooit een momentopname. Wat vooraf en achteraf gebeurd heeft van invloed op het
volgende communicatie proces
Hoofdstuk 8 Uses and Gratifications (Chapter 28)
,ONTSTAAN THEORIE
Wij maken elke dag keuzes om verschillende typen media te consumeren. In de jaren 50 heeft
onderzoeker Elihu Katz de Uses & Gratifications theorie geïntroduceerd. Deze theorie ontstond als
kritiek of tegenreactie op de theorie van onderzoeker Bernard Berelson. Zijn perspectief op de media en
consumptie was erg pessimistisch en alleen gericht op de effecten van media op mensen. Hij
concludeerde dat als media niet overredend was, het communicatie onderzoek zou verdwijnen.
Katz moest en zou het uit elkaar vallen van het communicatie onderzoek tegengaan en introduceerde
een andere kijk op de media en het gebruik ervan. Hij veranderde de focus van: “what do media do to
people” naar “what do people do with media”.
Katz heeft niet het communicatie onderzoek gered van de ondergang, want die ondergang was er
helemaal niet (Berelson overdreef alleen maar), maar toch heeft de Uses & Gratifications benadering
een grote waarde gehad in het aanmoedigen van onderzoekers om op een hele andere manier naar de
massa communicatie te kijken.
Theorie van Uses & Gratifications houdt vast aan het feit dat mensen media gebruiken voor allemaal
verschillende soorten redenen, en dat het effect van een medium niet hetzelfde is voor iedereen.
DE USE & GRATS THEORIE
Het fundamentele onderzoek over Uses & Gratifications: Een onderzoek dat toont dat ‘hoe media
mensen effect heeft op mensen’ moet plaatsmaken voor het feit dat mensen opzettelijk media gebruiken
voor persoonlijke redenen.
Onderzoekers dachten dat het publiek passieve doeleneinden waren die wachten tot er een
mediabericht hen zou bereiken en effect op hen zou hebben
Use & Grats zien het publiek als een actief publiek: zij beslissen welke media zij willen gebruiken en
wat de effecten zullen zijn op hen.
Een onderliggende fase van de Use & Grats theorie = redenen waarom iemand media consumeert,
zelfs als het gaat om hetzelfde medium, kunnen na verloop van tijd veranderen.
Uniform-effects model = het standpunt dat blootstelling aan een media bericht op iedereen in het hele
publiek hetzelfde effect heeft, ookwel genoemd als: “magic bullet” of “hypermicneelde model of mass
communication” = de injectienaald theorie.
Use & Grats theorie ontkracht dit en zegt = twee mensen maken opzettelijke keuzes die resulteren in
verschillende patronen van media gebruik en resulteren in verschillende effecten.
BEHOEFTEBEVREDIGING
Net dat als mensen zoeken naar eten om te voldoen aan bepaalde behoeftes, gaat Use & Grats theorie
ervan uit dat mensen bepaalde behoeftes hebben die zij willen bevredigen door middel van bepaald
media gebruik. Er zit een belangrijke relatie tussen de begrippen:
media gebruik en
behoeftebevrediging wat ze krijgen van het gebruik
De relatie = de opzettelijke keuzes die mensen maken bij het gebruik van media zijn gebaseerd op de
behoeftebevrediging die zij ervan krijgen.
Straight-line effect of media = een specifiek effect op gedrag dat is voorspeld door media content, met
een klein verschil tussen mensen die deze media content tot zich namen.
Use & Grats ontkracht dit en zegt dat eenzelfde media inhoud een ander effect kan hebben op twee
personen omdat deze personen beide een andere behoeftebevrediging na streven.
CONCURRENTIE VAN MEDIA
Niet alleen concurreren media met elkaar om de tijd van de consument maar media concurreren ook
met andere activiteiten die niks te maken hebben met media.
Eerste stap bij Use & Grats is het begrijpen van de exacte reden om iets te doen, media gebruiken of
een andere activiteit te doen.
Het idee dat media concurreren voor de tijd en aandacht van de consument is een eerste stap in het
begrijpen van de keuzes die mensen uiteindelijk maken. Een meer interessant onderwerp zou namelijk
zijn: begrijpen waarom mensen tv kiezen en anderen juist het spelen van een video game, of het lezen
van een boek of het drinken van koffie met vrienden. De keuze wat we doen met onze tijd is eindeloos.
Maar volgens de Uses & Grats theorie zullen we dus niet de (media) keuzes begrijpen, voordat we
eerst de onderliggende behoeftes die ons gedrag aansturen herkennen.
VERSCHILLENDE MEDIA EFFECTEN
, Een van de kern aannames van de Uses & Gratifications theorie is dat dezelfde media inhoud niet
perse hetzelfde effect te hebben op iedereen. Dat komt doordat media publiek bestaat uit mensen die
niet identiek aan elkaar zijn.
EIGEN VERONDERSTELLINGEN
De meest voordehand liggende manier om gegevens te verzamelen voor Uses & Gratifications
onderzoek is door mensen direct te vragen wat hun gebruik en motivatie is. Het omstreden aspect van
deze meet strategie is of mensen wel of niet echt in staat zijn om de echte redenen voor hun media
gebruik te rapporteren. Het is moeilijk om echt precies te weten waarom we zo graag iets willen zien of
weten. Hoewel veel onderzoekers hebben bewezen dat we de redenen van mensen om media te
gebruiken moeten geloven, blijkt het soms dat veronderstellingen toch niet waar zijn.
TYPOLOGIE VAN USES & GRATS
Wat zijn de behoeftes die mensen geven als reden voor het media gebruik? In de laatste 50 jaar is deze
lijst van behoeftes steeds groter en grote geworden.
Er zijn daarom verschillende typologieën gemaakt van de overkoepelde grootste redenen voor media
gebruik. Een typologie = een stelsel van heel veel specifieke voorbeelden geordend in een aantal
hoofdcategorieën.
Een belangrijke typologie van media Uses & Gratifications is van Alan Rubin. Hij claimt dat zijn typologie
van acht motivaties rekening houdt met de meeste redenen die mensen geven voor hun mediagebruik:
1. Passing time = Tijdverdrijf
2. Companionship = Kameraadschap: met vrienden bij elkaar komen
3. Escape = Ontsnappen, van de werkelijkheid, van de dagelijkse (sociale) druk
4. Enjoyment = Genot, hele ervaring is behaaglijk en prettig
5. Social Interaction = Sociale interactie: met iemand een gesprek voeren
6. Relaxation = Ontspanning
7. Information = Informatiebehoefte : op de hoogte zijn van wat er speelt, men voelt zich
onaangenaam wanneer dit niet zo is.
8. Excitement = Opwinding: geweld en conflicten zorgen bijvoorbeeld voor een gevoel van
opwinding.
De voorbeelden achter de acht categorieën zijn als behalve identiek aan de rest van de redenen. Zo
kan opwinding kan onderverdeeld worden in: seksuele opwinding, competitieve opwinding en opwinding
dat ontstaat door een spannende verhaallijn.
Relatieve eenvoud = een belangrijk bezit voor objectieve theorieën. Zo ook de typologie van Uses &
Grats.
AANVULLING TYPOLOGIE RUBIN?
9. Gewoonte
Bradley Greenberg rapporteerde dat veel kinderen tv kijken doordat zij een gewoonte hebben gevormd
om dat te doen en dat het moeilijk was om deze gewoonte te breken. Echter rubit bracht deze behoefte
onder in de categorie: “passing time”.
10. Parasociale relatie
Het gebruiken van media door een gewoonte is niet de enige mogelijke aanvulling op de typologie van
Rubin. Zo kan ook wellicht een parasociale relatie de reden zijn van het gebruik van media. Parasocial
relationship = een gevoel van vriendschap of emotionele band die gecreëerd wordt tussen tv kijkers en
media karakters. Weten welke media gebruikers een parasociale relatie zullen aangaan, helpt
onderzoekers om te voorspellen hoe media effect zal hebben op verschillende kijkers op verschillende
manieren.
Voorbeeld: Na een aflevering waar “The Fonz” een bibliotheekpas aanprezen, steeg de aanvraag
van bibliotheekpassen met 500%. Toepassen van Use & Grats theorie = kijkers die meer diep betrokken
zijn in een parasociale relatie met “The Fonz” zullen waarschijnlijk degene zijn die een pas aanvraag
zullen doen.
Op dezelfde manier kan de Uses & Grats gebruikt worden bij het analyseren van social media: zo kan
een onderzoeker wellicht suggereren dat het volgen van twitter account van een net overleden zanger
een uiting kan zijn van een diepe parasociale relatie die een persoon voelt bij de zanger.
KRITIEKEN USES & GRATS
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Irisdroog. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.