Hand-opdrachtenboek 4b Biologie voor Jou 2e Fase Havo
De samenvatting is gemaakt aan de hand van het boek "biologie voor jou". De samenvatting bevat ook belangrijke plaatjes. Oefeningen die aansluiten op de samenvatting zijn te vinden op . Ook staan hier uitlegvideo's.
Biologie voor jou: Thema 4: Evolutie
1 – indeling in de levende natuur
De aarde bestaat ongeveer 4,6 miljoen jaar. Naar schatting leven er vanaf 3,8 miljoen jaar eencelligen in de zee. 670
miljoen jaar geleden kwamen pas de eerste meercelligen. De eerste fossielen met menselijke kenmerken zijn pas 5
miljoen jaar oud. Door ontwikkeling is er steeds meer biodiversiteit. Alle levensvormen worden ingedeeld in een
ordeningssysteem. De drie domeinen hiervan zijn:
Bacteriën
Archaea
Eukaryoten
Organismen kunnen organische en
anorganische stoffen uit het milieu
opnemen.
Organische stoffen: afkomstig van andere organismen. Ze zijn groot en hebben een ingewikkelde bouw.
Bestaan meestal uit C, H en O en soms met N, P, of S
Anorganische stoffen: komen ook voor in levenloze natuur voor. Ze zijn vaak klein en eenvoudig zoals O 2, CO,
CO2, H2O, en NaCl
Organismen kunnen zich op verschillende manieren voeden:
Autotroof: ze zijn zelf voedend en hebben alleen anorganische stoffen nodig die ze zelf omzetten in
organische stoffen met behulp van choroplasten
Heterotroof: deze organismen maken hun eigen organische stoffen met organische stoffen van andere
organismen.
De domeinen zijn ontstaan door eencelligen en meercellige organismen. Bacteriën en Archaea zijn bijvoorbeeld
eencellig en hebben alleen ribosomen in hun cel en geen andere organellen. Ook geen celkern. Het verschil tussen
Bacteriën en Archaea is dat archaea in een hele andere omgeving kan leven. Eukaryoten bestaan uit meerdere
cellen. Deze hebben ook een celkern en celorganellen. Door moleculair onderzoek kunnen onderzoekers beter
overeenkomsten zien op basis van het verleden.
Organismen worden in steeds kleinere groepen verdeeld. Van groot naar klein:
Rijken
Stammen
Klassen
Orden
Families
Orden
Geslachten
Soorten
De binaire naamgeving van organismen begint met de geslachtnaam en daarom vollgt de soortnaam, bijvoorbeeld
Bellis perennis.
, 2 – prokaryoten
Archaea is zo klein dat ze alleen te zien zijn met een elektronenmicroscoop. In
hun cel zit alleen DNA en ribosomen. Daar aan zitten enkele zweepharen waar
ze zich mee voortbewegen. Ze komen het meest overeen met eukaryoten.
Dat zie je aan bijvoorbeeld de eiwitten die ze bevatten. Archaea leeft onder
extreme omstandigheden. Er bestaan ook maar ongeveer 100 soorten.
Bacteriën zijn net zo klein als archaea. ze hebben ook circulair DNA. Hiernaast
hebben ze ook plasmiden. Dit zijn kleine chromosomen en zorgen voor de
resistentie tegen gifstoffen. De celwand van bacteriën bestaat uit peptidoglycaan. Deze stof komt nergens anders
voor. Bacteriën planten zich voor door deling. Bacteriën kunnen nuttig en schadelijk zijn. Ze worden bijvoorbeeld
gebruikt bij het zuiveren van water en het maken van verschillende voedingswaarden, maar ze kunnen ook voedsel
bederven. Ook wordt het DNA gemodificeerd waardoor we ze kunnen gebruiken bij bijvoorbeeld het maken van
medicijn.
Virussen zijn geen organismen. Ze bestaan niet uit cellen en zijn veel kleiner dan een bacterie. Een virus bestaat uit
DNA met een eiwitmantel. Ze kunnen
zich alleen voortplanten met een
gastheer. Ze zorgen dat het DNA van het
virus in bijvoorbeeld een Bacterie komt.
Dan wordt het DNA van de bacterie
gebruikt om nieuwe virussen te maken.
3 – eukaryoten
Schimmels kunnen meercellig of eencellig zijn. Meercellige hebben vaak schimmeldraden. Schimmels kunnen net als
bacteriën nuttig zijn en bruikbaar voor productie van bijvoorbeeld voedsel, maar ze kunne ook ziekten veroorzaken.
Schimmels planten zich vaak voor door middel van sporen. Deze zitten vaak aan het uiteinde van een hyfe. Anders
ontstaan sporen aan de voortplantingsorganen zoals paddenstoelen.
Planten hebben een celwand en zijn autotroof. Ze worden ingedeeld in verschillende groepen:
Wieren (algen):
o Geen wortels
o Geen stengels
o Geen bladeren
o Hout- / bastvaten
Mossen
o Geen wortels
o Stengels en bladeren
o Geen hout- / bastvaten
o Voortplanting door sporen
Paardenstaarten
o Wortels, stengels en baderen
o Hout – en bastvaten
o Holle stengels
o Voortplanting door sporen
Varens
o Wortels, stengels en bladeren
o Hout- / bastvaten
o Grote ingesneden bladeren
Zaadplanten
o Wortels stengels en bladeren
o Hout- / bastvaten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudvesters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.