economie samenvatting verdienen en uitgeven (economische kringloop)
5 views 0 purchase
Course
Economie
Level
HAVO
Book
Verdienen en uitgeven (havo) (2016) uitwerkingen
De samenvatting is gemaakt aan de hand van de methode "LWEO". De samenvatting bevat ook plaatjes en eventuele voorbeelden. Joost Olsthoorn maakt uitlegfilmpjes die aansluiten op de samenvatting. In deze samenvatting draait het vooral om de economische kringloop tussen buitenland, banken, gezinnen ,...
Economie LWEO
Boekje 6: Verdienen en uitgeven
Inkomen verdienen
1. De waarde die wordt toegevoegd aan de inkoopwaarde bij de verkoop noem je de
toegevoegde waarde. Deze wordt ook wel productiewaarde genoemd. Deze
productiewaarde zijn de winst, rente, huur, pacht en loon van een bedrijf.
2. Als een bedrijf werknemers in dienst heeft worden deze uitbetaald. Dit geld is het primaire
inkomen. Om het besteedbaar inkomen te berekenen gebruik je de volgende formule:
Primaire inkomens
– inkomensbelastingen en sociale premies
+ sociale uitkeringen en subsidies/toeslagen
= secundair inkomen
Er zijn ook inkomens die worden verdient zonder bij te dragen aan de productie. Deze worden
overdrachtsinkomens genoemd.
3. Een bedrijfstak is een groep bedrijven die dezelfde soort productie verricht. De volgorde van
bedrijven die deelnemen aan de productie van producten noem je de bedrijfskolom. De
toegevoegde waarde van een van die bedrijven is de omzet min de inkoop. De totale
toegevoegde waarde van een bedrijfskolom is gelijk aan de inkomens van die bedrijfskolom.
De toegevoegde waarde van alle bedrijven van een land is het bbp. Het bruto binnenlands
product. Deze is gelijk aan alle verdiensten.
4. Het inkomen kan stijgen, maar dat wil niet altijd zeggen dat de koopkracht stijgt. Dit komt
omdat de prijzen ook kunnen stijgen. Het reële inkomen kun je berekenen met:
RIC = (NIC/PIC) * 100
Je mag deze ook berekenen met de volgende formule, maar deze is minder precies:
Verandering reëel inkomen = verandering nominaal inkomen – inflatie
5. Om de welvaart van een land te meten kan gebruik worden gemaakt van het bbp per
inwoner. Dan kun je het bbp van verschillende landen met elkaar verglijken. Deze breken je
door het bbp te delen door het aantal inwoners. Het bbp zegt alleen weinig over de welvaart.
Daarom wordt er vaak gebruik gemaakt van het riëel bbp. Deze heeft ook enkele nadelen:
- Reëel bbp zegt niks over de inkomstverdeling
- Vrijwilligers werk of zwart werken is niet meegeteld
- Sommige dingen worden wel bij het inkomen geteld alleen verhogen de welvaart nier
- Er wordt geen rekeninggehouden met de uitputting van milieu
Bij groen bbp wordt er wel rekening gehouden met de natuur. Ook bij HDI wordt met meer
dingen rekening gehouden als alleen het bbp, namelijk ook opleidingsniveau en
volksgezondheid.
6. Je kan de inkomens verdelen over de verschillende productiefactoren. Op macroniveau kun
je hiervoor de loonquote berekenen:
LQ = loon *100
, Binnenlands inkomen
Er zijn ook zelfstandigen die diensten verlenen. Deze bereken je met de
arbeidersinkomensquote:
AIQ = loon + toegerekende loon zelfstandigen *100
Binnenlands inkomen
De economische kringloop
1. De toegevoegde waarde is de verzamelnaam voor de beloningen voor iedereen die bij heeft
gedragen aan de productie. Deze bereken je door de inkoop van goederen en energie van de
omzet af te halen.
Als je de productiewaarden van een land bij elkaar optelt, krijg je het bruto binnenlands
product(bbp). Deze is gelijk aan het bruto binnenlands inkomen. Dit komt door de
economische kringloop. Deze wordt bekeken vanuit macroniveau. Dat komt omdat bedrijven
weer producten kopen van andere bedrijven, en zo gaat dit telkens door. Hiernaast worden
er door huishoudens diensten verricht. De goederenkringloop of reele kringloop loopt in de
tegengestelde richting van de geldkringloop.
2. In de tweede kringloop worden ook banken betrokken en wordt rekening gehouden met het
feit dat gezinnen sparen en bedrijven investeren. Dit doen ze voor bijvoorbeeld
kapitaalgoedren. Hiernaast gelden de volgende formules:
- W=Y
W, binnenlands product
Y, binnenlands inkomen
- W=C+I
C, consumptiegoederen
I, kapitaalgoederen
- Y=C+S
S, besparingen
De geldstromen kunnen groeien of krimpen. De vraag neemt dan toe of af. Bedrijven streven
ernaar om het aanbod net zo groot te maken als de vraag.
3. De kringloop wordt nog uitgebreider als je de overheid en het buitenland erbij betrekt.
C = consumptie
I = investeringen
O = overheidsbestedingen
Cop = personele overheidsconsumptie
Com = materiële overheidssconsumptie
lo = overheidsinvesteringen
E = export
M = import
B = belastingen
S = besparingen
Y = binnenlands inkomen
Ybedr = binnenlands inkomen verdient bij bedrijven
Yo = binnnelands inkomen verdient bij de overheid
O = Cop + Com +lo
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudvesters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.