100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kern van de stof: inleiding belastingrecht DGA $8.92
Add to cart

Summary

Samenvatting Kern van de stof: inleiding belastingrecht DGA

 62 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Alles wat je moet weten voor het vak inleiding belastingrecht DGA, inclusief arresten.

Preview 4 out of 75  pages

  • May 1, 2022
  • 75
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting inleiding inkomstenbelasting: DGA – week 1
Wie is de DGA?

1. Inleiding DGA 10. Artikel 4.6 Wet IB 2001
2. De petten van de DGA 11. Artikel 4.7 Wet IB 2001
3. Rechtsvormen in Nederland 12. Artikel 4.3 Wet IB 2001
4. Ondernemer vanuit een BV versus ondernemen vanuit privé 13. Artikel 4.5 Wet IB 2001
5. AB-criteria 14. Artikel 4.5a Wet IB 2001
6. Direct versus indirect 15. Artikel 2 lid 3 sub f AWR
7. In aandelen verdeeld kapitaal 16. Artikel 4.9 Wet IB 2001
8. Omvang kapitaal 17. Artikel 4.10 Wet IB 2001
9. Vermogenstitels of rechten 18. Artikel 4.11 Wet IB 2001

Inleiding DGA
DGA = directeur-grootaandeelhouder

LET OP Het is altijd een natuurlijk persoon.

De DGA wordt in een afzonderlijk vak uiteengezet, omdat er verschillende fiscale wetgeving is
geschreven voor de DGA. Denk aan de gebruikelijk-loonregeling (week 3), belastbare inkomen
uit aanmerkelijk belang (week 2) en de tbs-regeling (week 4).

De DGA heeft “meerdere petten”. Dit betekent dat je je telkens moet afvragen vanuit welke
hoedanigheid de DGA handelt.

De petten van de DGA
De verschillende hoedanigheden van de DGA:
1. Aandeelhouder/AB-houder (artikel 4.6 Wet IB 2001 e.v.)
De DGA heeft aandelen in de vennootschap. Voor een aanmerkelijk belang heeft de DGA
minstens 5% van de aandelen nodig.

2. Werknemer (artikel 12a Wet LB 1964)
De DGA is bestuurder die in dienst is van zijn eigen vennootschap. Er is op die manier
sprake van een ondergeschiktheid.

3. Directeur
De DGA is de directeur van zijn eigen vennootschap.

4. Ter beschikking steller (artikel 3.90 Wet IB 2001 e.v.)
De DGA kan vermogen ter beschikking stellen aan zijn vennootschap, zoals het
verstrekken van een geldlening óf het verhuren van een pand.

Pet 1: aandeelhouder
Pet 2: werknemer
Pet 3: directeur
Pet 4: ter beschikking steller

,Rechtsvormen in Nederland
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen rechtsvormen met óf zonder
rechtspersoonlijkheid.

Rechtspersoonlijkheid houdt in dat de rechtsvorm zelfstandig drager van rechten en
plichten is.

Rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid:
- Besloten vennootschap
- Naamloze vennootschap
- Coöperatie
- Onderlinge waarborgmaatschappij
- Vereniging
- Stichting

Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid:
- Eenmanszaak
- Personenvennootschap
o Openbare óf stille maatschap
o Vennootschap onder firma
o Commanditaire vennootschap

Eenmanszaak
De ondernemer wordt voor de winst uit onderneming belast in box 1 (artikel 3.1 lid 2 sub a Wet
IB 2001) voor de inkomstenbelasting. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen privé- en
zakelijke schulden.

Personenvennootschap
In een personenvennootschap wordt er altijd met twee of meer personen samengewerkt. Er zijn
verschillende soorten personenvennootschappen:
a. Openbare maatschap
b. Stille maatschap
c. Vennootschap onder firma
d. Commanditaire vennootschap

Ondernemer vanuit een BV versus ondernemen vanuit privé
Ingevolge de rangorderegel (artikel 2.14 lid 1 Wet IB 2001) zijn belastingplichtige niet vrij in de
kwalificatie van hun inkomen in een bepaalde box. Als een inkomens- dan wel
vermogensbestanddeel in box 2 valt, wordt datzelfde bestanddeel niet langer in aanmerking
genomen in box 3.

Vraag: zou je liever ondernemer vanuit een BV en aangemerkt worden als DGA óf
ondernemen vanuit een eenmanszaak en dus vanuit privé?

In Nederland heeft de belastingplichtige de keuzevrijheid om zelf te bepalen op welke manier hij
onderneemt.

,De wetgever gaat voor de inkomstenbelasting uit van het systeem van globaal evenwicht. Dit
houdt in dat het niet uitmaakt voor welke rechtsvorm de belastingplichtige kiest, omdat
economisch gezien de belastingdruk gelijkwaardig zal zijn.

Er zijn verschillende argumenten die belangrijk zijn voor de vraag of een ondernemer vanuit een
BV of vanuit privé zal ondernemen:

Juridische verschillen
- Persoonlijke aansprakelijkheid
o Vanuit BV: beperking van aansprakelijkheid
 De BV heeft rechtspersoonlijkheid en is daardoor zelfstandig drager van
rechten en plichten. Als de BV in problemen raakt kunnen de crediteuren
slechts de BV zelf aanspreken en niet de achterliggende aandeelhouders.
 Uitzondering I: uitkeringstest = de bestuurders moeten
beoordelen of een winstuitkering kan plaatsvinden. Als zij hebben
geoordeeld dat dit het geval is en achteraf blijkt dat de
winstuitkering niet had mogen gebeuren, kunnen de bestuurders
zelf worden aangesproken.
 Uitzondering II: borgstellingsovereenkomst = als de DGA naar de
bank gaat voor een geldlening voor zijn BV, kan de bank eisen dat
de DGA zélf borg staat voor die lening.
 Uitzondering III: bestuurdersaansprakelijkheid = als de DGA
opzettelijk wangedrag vertoond, kan dat op zijn eigen vermogen
worden verhaald.
o Vanuit privé: volledige aansprakelijkheid
 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen het privé- dan wel zakelijke
vermogen van de ondernemer. Hij is dus met zijn gehele vermogen
aansprakelijk.
 De ondernemer moet zichzelf afvragen hoe risicovol de
activiteiten zijn en of hij zich ervoor kan verzekeren of niet.

- Regels voor bedrijfsovername en -opvolging
o Vanuit BV: meer mogelijkheden om bedrijfscontinuïteit te waarborgen en
praktisch in te vullen
 Je kiest voor een BV als je weet dat je het bedrijf wilt overdragen aan
kinderen of kleinkinderen in de toekomst.
 Bedrijfsoverdracht vindt plaats door de verkoop van aandelen. De BV
blijft eigenaar van de activa en passiva.
o Vanuit privé: minder mogelijkheden
 De ondernemer zelf is eigenaar van de activa en passiva. Het is juridisch
complex om in dat geval de onderneming over te dragen.

- Oprichtings- en jaarlijkse kosten
o Vanuit BV: duurder dan vanuit privé
 Sinds 1 oktober 2012 is het oprichten van een BV steeds eenvoudiger
geworden. Er geldt bijvoorbeeld geen minimumkapitaal meer van
€18.000 euro.
 Je hebt te maken met jaarlijks terugkerende kosten, zoals het opstellen
en deponeren van de jaarrekening.

, o Vanuit privé: goedkoper
 Het oprichten van een eenmanszaak is goedkoper. Dit is logisch want er
hoeven geen kosten gemaakt te worden voor het oprichten van een
rechtspersoon.
 Er moeten wel bepaalde kosten worden gemaakt vanwege de
administratie en het aanvragen van een loonbelastingnummer.

- Pensioen- en vermogensopbouw
o Vanuit BV
 Je kunt niet langer een pensioen opbouwen in een BV zelf (1 april 2017).
Wel kan de ondernemer een pensioen opbouwen bij een
verzekeringsmaatschappij.
o Vanuit privé
 Je kunt een fiscale oudedagsreserve (FOR) vormen.

Praktisch verschil
- Overzichtelijkheid
o Vanuit BV: overzichtelijk
 Het zakelijke- en privévermogen zijn gescheiden. De BV kan alleen
aangesproken worden voor schulden die door de BV zijn aangegaan.
o Vanuit privé: minder overzichtelijk
 Het zakelijke- en privévermogen liggen op één hoop.

Fiscale verschillen
- Vanuit BV: klassieke stelsel
o De inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting worden onafhankelijk van
elkaar geheven. Het gevolg daarvan is dat de DGA in feite wordt geconfronteerd
met een dubbele belastingheffing over de winsten van de vennootschap.
 Vennootschapsbelasting (artikel 22 Wet op de VPB)
 Op het moment dat de winst wordt behaald.
 Inkomstenbelasting (artikel 4.6 Wet IB 2001)
 Op het moment dat de winst aan de DGA in privé wordt
uitgekeerd.

- Vanuit privé: winstregime uit box 1
o De winst wordt belast met een progressief tarief in box 1 (artikel 3.1 lid 2 sub a
Wet IB 2001)
o De ondernemer kan gebruik maken van ondernemersfaciliteiten.

LET OP Het maakt niet uit voor welke rechtsvorm de ondernemer kiest, want de wetgever heeft
ervoor gezorgd dat de belastingdruk gelijkwaardig is = globaal evenwicht.

VB: berekening belastingdruk




Eenmanszaak
Besloten
Vennootschap

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelgodwaldt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.92  8x  sold
  • (0)
Add to cart
Added