100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Huiswerkopdrachten Inleiding Psychologie Leerjaar 1 $5.90
Add to cart

Other

Huiswerkopdrachten Inleiding Psychologie Leerjaar 1

 41 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Huiswerk opdrachten met goede antwoorden, behandeld gedurende college's

Preview 3 out of 18  pages

  • May 1, 2022
  • 18
  • 2021/2022
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Huiswerk opdrachten
Hoofdstuk 1.1

1. In welk opzicht is het terrein van de moderne psychologie breder dan het Griekse concept
psyche?
De Grieken zagen de psyche apart van het lichaam. Moderne psychologie betrekt ook het
gedrag erbij en is verdeeld over verschillende specialismen
2. Noem twee typen toegepast psychologen.
Arbeidspsycholoog en Forensisch psycholoog
3. Waar of niet waar: De meeste psychologen zijn therapeuten.
Niet waar
4. Welke vragen in het deel Kritisch Denken van deze paragraaf zijn het meest van toepassing
op het argument dat zwaardere straffen de beste methode zijn tegen criminaliteit, omdat
‘straf de enige taal is die criminelen begrijpen’?
Wat is de bron? Kan conclusie zijn beïnvloed door emotionele bias? Wat is het
bewijsmateriaal? Zijn er verschillende invalshoeken voor het oplossen van het probleem?
5. In welke zin verschilt psychologie van psychiatrie en andere disciplines die zich met mensen
bezighouden?
Psychiatrie focust zich meer op het vaststellen van psychische stoornissen en het behandelen
hiervan (met eventueel uitschrijven van medicatie). Psychologie heeft geen medische
achtergrond (geneeskunde) maar mag wel in gediagnostiseerd worden, waar Psychiatrie dit
wel heeft.

Hoofdstuk 1.2

1. René Descartes maakte psychologie als wetenschap mogelijk toen hij opperde dat
Er een scheiding was tussen het fysieke lichaam en de spirituele geest. Hierdoor konden
onderzoeken gewoon doorgaan omdat menselijke gedragingen en gevoelens gebaseerd waren op
activiteit in het zenuwstelsel van de mens.
2. ‘De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn voornamelijk het resultaat van verschillende
overlevings- en voortplantingskwesties waar beide seksen mee te maken hebben.’ Bij welke
van de belangrijkste standpunten in de psychologie past deze bewering het best?
De ‘natuurlijke selectie’. Organismen die het snelst aanpassen aan nieuwe situaties zullen
hierdoor veranderen maar wel overleven. Deze veranderingen worden ook weer
doorgegeven aan de volgende generatie (Evolutionair)

3. Stel, je bent docent en probeert te begrijpen hoe studenten leren; aan welk van de volgende
perspectieven zou je dan het meest hebben?
a. het cognitieve perspectief
b. het psychodynamische perspectief
c. structuralisme
d. het perspectief van karaktertrekken en temperament
4. Tegen welke ideeën van structuralisten en functionalisten maakten behavioristen bezwaar?
Het idee van introspectie, de subjectiviteit (en daarmee betrouwbaarheid) van iemands
gedachten en emoties. En het structureren van de geest (het indelen van de geest)
5. Welke perspectief vanuit de gehele persoon probeert inzicht te krijgen in de onbewuste
geest?
Het Psychodynamisch perspectief

, 6. ‘Soldaten kunnen heroïsche daden verrichten, niet zozeer omdat ze heldhaftige
karaktertrekken hebben, maar omdat ze in een situatie zitten die heroïsch gedrag bevordert.’
Met welk perspectief is deze opmerking het meest in overeenstemming?
Sociaal- Cultureel -> Gedrag is uitgelokt en beïnvloedt door situationele gebeurtenis , dit
maakt het dat Behavioristisch is.
7. Als je wil weten of een vriend een perceptuele verschuiving heeft ervaren toen hij naar de
Necker-kubus keek, moet je de methode van gebruiken, die is ontwikkeld door
Wundt en de structuralisten.
Introspectie-> Het naar binnen kijken en analyseren

8. Welke van de volgende factoren hangen samen met het aangegeven perspectief?
a. geheugen, persoonlijkheid, omgeving: het behavioristische perspectief
b. geestelijke gezondheid, geestelijke stoornis, geestelijke beeldvorming: het
perspectief van karaktertrekken en temperament
c. erfelijkheid, omgeving, voorspelbare veranderingen in het leven: het
ontwikkelingsperspectief
d. neurowetenschap, evolutionaire psychologie, genetica: het cognitieve perspectief


Hoofdstuk 1.3

1. Wat is het verschil tussen een wetenschappelijke theorie en ‘niet meer dan een mening’?
Achter de wetenschappelijke theorie zitten de 4 stappen van de wetenschappelijke methode.
‘Niet meer dan een mening’ word vaak niet onderbouwd of bewezen door feiten of
statistieken, daar waar een wetenschappelijke theorie dit wel doet.


2. Welke van de volgende definities is een werkbare of operationele definitie van angst?

a. een intens gevoel van vrees en afgrijzen als we aan een dreigende situatie denken
b. paniek
c. een verlangen om iets te vermijden
d. afstand nemen van een prikkel
3. Wat is de enige onderzoeksvorm waarmee je oorzaak en gevolg kunt vaststellen? Waarom is
dat zo?
Experiment. Omdat je de onafhankelijke variabele kunt manipuleren en tegelijkertijd de
andere condities van het experiment constant kunt houden.
4. Waarom zou iemand die een experiment uitvoert de verschillende condities van het
experiment willekeurig aan de deelnemers toekennen?
Zodat de verschillen tussen de experimentele groep en de controlegroep tot een minimum
worden gebracht.
5. Welke van de volgende correlaties vertoont het sterkste verband tussen twee variabelen?
a. +0,4
b. +0,38
c. −0,7
d. 0,05
6. Wat zou een goede methode zijn om de verwachtingsbias in een onderzoek naar een nieuw
medicijn tegen depressie te beperken?
Dubbelblindonderzoek

, 7. Waarom levert research waarin gebruik wordt gemaakt van misleiding een ethisch probleem
op?
Volgens de APA moet deelname aan onderzoeken vrijwillig en geïnformeerd plaatsvinden.
(informed consent)


8. Wat bedoelen wetenschappers met empirische observatie?
Het verzamelen van objectieven informatie uit de eerste hand door metingen die zijn
gebaseerd op sensorische ervaringen en observatie.


Hoofdstuk 2.1

1. Leg uit hoe bepaalde genetische kenmerken binnen een populatie organismen worden
versterkt door natuurlijke selectie.
Individuen die zich het beste aanpassen aan hun omgeving hun
voortplanting/overlevingskansen vergroten. Hierdoor zullen er nakomelingen volgen die
deze (nieuw aangeleerde) eigenschappen zich ook eigen maken en verder ontwikkelen.
2. Noem een kenmerk van jezelf dat deel uitmaakt van je fenotype.
De vorm van mijn nagels
3. In welke van de volgende uitspraken komt het juiste verband tot uitdrukking?
a. Genen zijn gemaakt van chromosomen.
b. DNA is gemaakt van chromosomen.
c. Nucleotiden zijn gemaakt van genen.
d. Genen zijn gemaakt van DNA.
4. Wat zou in zuiver evolutionaire termen een maatstaf zijn van je succes als organisme?
a. je intellectuele prestaties
b. de duur van je leven
c. het aantal kinderen dat je hebt
d. de bijdragen die je levert aan het geluk van de mensheid
5. Gedrag dat consistent in een species voorkomt, heeft waarschijnlijk een genetische basis die
zich heeft geëvolueerd omdat het gedrag adaptief was. Noem een gebruikelijke menselijke
gedraging die dit concept illustreert.
Rechtop lopen


Hoofdstuk 2.2

1. Van de twee voornaamste communicatiesystemen in het lichaam is het zenuwstelsel
sneller, terwijl het communicatie/hormoonstelsel boodschappen stuurt die langer in
stand worden gehouden.
2. Leg uit hoe een neurale boodschap wordt overgebracht via de synaps.
Boodschap (transmittermoleculen) gaan van de presynaptische cel (de gevende cel) naar de
postsynaptische cel (ontvangende cel). Dit doen zij door zich te hechten aan de
receptorplaatsen in de synaptische spleet die zich tussen de 2 cellen bevind. De moleculen
die ‘over’ zijn worden teruggenomen door de presynaptische cel via heropname of worden
afgebroken door andere stoffen.
3. Welke klier krijgt opdrachten van de hersenen maar controleert zelf de rest van het
endocriene stelsel?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SaxionDeventer20212022. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added