Samenvatting H1 Markten, H2 Vraag: op zoek naar een spijkerbroek, H3 Productie van een spijkerbroek en H4 Aanbod: spijkerbroeken te koop. Lesbrief: Vraag en Aanbod
Een markt brengt de vragers en aanbieders van een product bij elkaar. Een andere
belangrijke functie is de prijsvorming. Op een markt komt een bepaalde prijs tot stand.
Economen onderscheiden verschillende soorten markten:
Ø Goederen/dienstenmarkt à bijv. kledingmarkt
Ø Arbeidsmarkt
Ø Vermogensmarkt
Ø Valutamarkt
Abstracte markt: het geheel van vraag en aanbod van een product. (Een abstracte markt
kun je niet lijfelijk bezoeken).
Concrete markt: een markt waar je heen kunt om te handelen, (bijvoorbeeld vismarkt).
Omzet: (=totale opbrengst) De geldopbrengst van de verkochte producten. (Is te berekenen
door: verkoopprijs x aantal verkochte producten (=afzet)).
Afzet: de hoeveelheid verkochte producten, uitgedrukt in eenheden, kg, liter, etc. Het aantal
producten (stuks, liters, kg) dat een bedrijf verkoopt. (Ander woord voor verkochte
hoeveelheid).
HOOFDSTUK 2 VRAAG: OP ZOEK NAAR EEN SPIJKERBROEK
Of iemand iets koopt, is afhankelijk van de prijs à betalingsbereidheid
Betalingsbereidheid: het maximale bedrag dat je voor iets wilt betalen. Op de arbeidsmarkt:
het maximale bedrag dat een werkgever aan loon wil betalen.
Dit verband kan ook in een functie worden weergegeven. Deze vergelijking is dan een
individuele vraagfunctie of vraagvergelijking. De lijn die getekend wordt is de individuele
vraaglijn.
Individuele vraagfunctie / individuele vraagvergelijking: geeft het verband weer tussen de
prijs en de gevraagde hoeveelheid.
Individuele vraaglijn: de lijn die het verband weergeeft tussen de prijs en de gevraagde
hoeveelheid.
De betalingsbereidheid wordt niet alleen bepaald door de prijs, maar ook de voorkeur, het
besteedbaar inkomen en de prijs van andere kledingstukken of andere merken.
Verschuiving over of langs de vraaglijn
Als de prijs van een kledingstuk daalt, wordt dat kledingstuk meer gekocht. Hierdoor
verandert de vraaglijn niet. Er vindt een verschuiving plaats over of langs de vraaglijn. Om te
de invloed van de prijs te onderzoeken moeten andere factoren constant blijven à ceteris
paribus.
Verschuiving van de vraaglijn
Als de voorkeur, behoefte, het inkomen of de prijzen van andere producten verandert. Vindt
er een verschuiving van de vraaglijn plaats. Als de vraaglijn naar RECHTS verschuift à
DAN IS ER BIJ DEZELFDE PRIJS MEER VRAAG!
à er zijn meer consumenten
à consumenten hebben een hoger inkomen
à er is meer behoefte aan dit product
, Merel de Jager VWO 4
Substitutiegoederen: (=vervangende goederen = concurrerende goederen) Goederen die
elkaar kunnen vervangen. (Pepsi / coca cola)
Complementaire goederen: (=aanvullende goederen) Goederen die elkaar aanvullen. (riem
voor een broek)
Aan de individuele vraagvergelijking heeft een verkoper weinig. De verkoper wil juist de
collectieve vraaglijn weten. De collectieve vraaglijn kan je vinden door de individuele
vraaglijnen van alle vragers samen te voegen.
Collectieve vraaglijn: geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid
door alle consumenten samen.
Zo teken je zo’n collectieve vraaglijn (zie afbeelding) :
Zoals individuele vraaglijnen kunnen worden samengevoegd tot
een collectieve vraaglijn, zo kunnen ook individuele
vraagfuncties worden samengevoegd tot een collectieve
functie. De individuele vraagfuncties worden dan bij elkaar
opgeteld. Dit vormt dan de collectieve vraagfunctie bij 0 < P <
80 (zie afbeelding) en de collectieve vraagfunctie van P > 80 is
dan gewoon de individuele vraagfunctie van Ilse.
Om te achterhalen in welke mate de vraag reageert op een prijsverandering wordt gebruik
gemaakt van de prijselasticiteit van de vraag (Ev). De prijselasticiteit geeft aan hoe sterk de
vraag reageert op een prijsverandering.
Ev = % ΔQv / % ΔP
ΔQv of ΔP berekenen à gebruik ((nieuw – oud) / oud) x 100%
-1 < Ev < 1 = inelastisch
Ev < -1 of Ev > 1 = elastisch à - reageert meer dan evenredig op de prijsverandering
- reageert naar verhouding meer
- reageert procentueel meer
Ev = -1,7 , dan P 1% omhoog en Q 1,7 % omlaag
De vraag daalt naar verhouding meer dan de prijs stijgt.
Inelastisch: de vraag reageert minder dan evenredig op een daling/stijging van de prijs.
Elastisch: de vraag reageert meer dan evenredig op een daling/stijging van de prijs.
Het minteken bij de Ev geeft een negatief verband aan. Maar afgezien van het teken is ook
het getal van belang. Het geeft aan of de reactie op de prijsverandering sterk of zwak is. De
waarde van de Ev wordt niet alleen bepaald door het koopgedrag, maar ook waarom iets
gekocht wordt speelt een rol. Goederen die niet gemist kunnen worden, zijn primaire
goederen of eerste levensbehoeften. Daarnaast bestaan er nog luxe goederen, die niet
levensnoodzakelijk zijn.
Met de kruislingse prijselasticiteit van de vraag wordt weergegeven hoe sterk de gevraagde
hoeveelheid naar het ene goed reageert op de prijsverandering van een ander goed.
Ek = % ΔQv van een product / % ΔP van een ander product
Bij substitutie goederen is de kruislingse prijselasticiteit positief. Bij complementaire goederen is
de kruislingse prijselasticiteit negatief.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mereldejager2004. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.